4K 7.4 les 1 en 2 Verteren

4K 7.4 les 1 Verteren
1 / 47
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

4K 7.4 les 1 Verteren

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Opstart tijd
zoek een plekje uit
bereid je voor om te starten
telefoon op stil
na de 5 min:
op je plek in starthouding
boek en pen op tafel
telefoon op stil en in de tas
timer
5:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen vandaag

Je krijgt uitleg van H7.4 Verteren
Je gaat aan de slag met de opdrachten (in je boek!) 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 7 Ademen en Eten
7.1 Alles werkt samen
7.2 Ademen
7.3 Eten
7.4 Verteren les 1
7.5 Ademen en eten bij dieren

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 7.4
• Je kunt de delen van het verteringsstelsel benoemen en hun werking beschrijven.
• Je kunt uitleggen wat de functie van vertering is.
• Je kunt de functie en werking van verteringsenzymen beschrijven.
• Je kunt beschrijven waar in je verteringsstelselvertering van koolhydraten, eiwitten en vetten plaatsvindt.
• Je kunt uitleggen waar en hoe voedingsstoffen in het bloed komen.
• Je kunt beschrijven wat er met de voedselresten in de dikke darm gebeurt.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Verteringsstelsel

Alles wat je eet of drinkt gaat door het verteringsstelsel

Doel van het verteringsstelsel: Het klein maken van voedsel zodat de voedingsstoffen opgenomen kunnen worden.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Doorslikken van eten
1 = huig
2 = tong
3 = speekselklier
4 = strotklepje
5 = slokdarm

Slide 7 - Slide

1 = huig, sluit neusholte af
2 = tong, duwt voedselbrij in slokdarm
3 = speekselklier, wordt speeksel gevormd
4 = strotklepje, sluit luchtpijp af
5 = slokdarm, peristaltische bewegingen
Peristaltische bewegingen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Peristaltische beweging

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat is verteren?

Grote voedingsstoffen zoals eiwitten, vetten en koolhydraten, kunnen niet meteen in het bloed worden opgenomen.

Het klein maken van voedingsstoffen (door verteringssappen) heet vertering.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat is vertering?
  • Grote voedingsstoffen zoals eiwitten, vetten en koolhydraten, kunnen niet meteen in het bloed worden opgenomen.

  • Het klein maken van voedingsstoffen (door verteringssappen) heet vertering.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Hoe werken enzymen?

in 3 stappen

1. Binden

2. Knippen

3. Loslaten
Sleutel - slot principe

Enzymen maken  grote voedingsstoffen klein.

Gemaakt in kliercellen

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Maak H7.4 opdracht 2 t/m 5, 7, 8, 10, 11
extra: 6, 9, 12  


Je corrigeert 7.1/ 7.2/ 7.3


Mocht je dan nog tijd hebben, dan bestudeer je de samenhang. 






Tot 11.00

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Test 
  • Je kunt de delen van het verteringsstelsel benoemen en hun werking beschrijven.
  • Je kunt uitleggen wat de functie van vertering is.
  • Je kunt de functie en werking van verteringsenzymen beschrijven.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Opstart tijd
zoek een plekje uit
bereid je voor om te starten
telefoon op stil
na de 5 min:
op je plek in starthouding
boek en pen op tafel
telefoon op stil en in de tas
timer
5:00

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen vandaag
Je krijgt uitleg "waar wordt je voedsel verteerd"
Je maakt de bijbehorende opdrachten 13 t/m 21

Je krijgt uitleg "waar komen de voedingsstoffen in het bloed en wat gebeurt er in de dikke darm"
Je maakt de bijbehorende opdrachten 23 t/m 31

Ben je hiermee klaar.... maak dan de opdrachten 2 t/m 11.
Ben je daarmee klaar....dan corrigeer je de opdrachten van H7.4

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 7.4
Je kunt de delen van het verteringsstelsel benoemen en hun werking beschrijven.
• Je kunt uitleggen wat de functie van vertering is.
• Je kunt de functie en werking van verteringsenzymen beschrijven.
Je kunt beschrijven waar in je verteringsstelselvertering van koolhydraten, eiwitten en vetten plaatsvindt.
• Je kunt uitleggen waar en hoe voedingsstoffen in het bloed komen.
• Je kunt beschrijven wat er met de voedselresten in de dikke darm gebeurt.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Je eet dagelijks voedingsmiddelen 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Je eet dagelijks voedingsmiddelen 

Voedingsmiddelen bestaan uit          voedingsstoffen:



Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Je eet dagelijks voedingsmiddelen 

Voedingsmiddelen bestaan uit voedingsstoffen:
  • eiwitten
  • koolhydraten
  • vetten




Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Op 4 plaatsen in je verteringsstelsel vindt vertering plaats

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Dus: kleinmaken  voedingsstoffen door middel van enzymen------->

enzymen zitten in verteringssappen:
 
  • speeksel 
  • maagsap 
  • aalvleessap 
  • darmsap 




Slide 22 - Slide

This item has no instructions


Mondholte



Maag

Twaalfvingerige darm

  + verkleinen vet door gal (hulpmiddel).

Dunne darm

kleingemaakte voedingsstoffen gaan naar het  bloed.



Slide 23 - Slide

This item has no instructions

1. Je leest blz. 49 "Waar wordt je voedsel verteerd"


2. Je maakt van  H7.4 opdracht 13  t/m 15, 17 t/m 20

Extra: 16, 21, 22



Ben je klaar:  

Corrigeren  7.1/ 7.2/ 7.3


timer
20:00

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Waar komen de voedingsstoffen in het bloed?
In de dunne darm.

Daar zijn de voedingsstoffen klein genoeg om in het bloed te worden opgenomen

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Dunne darm
Dunne darm 4,5 meter lang

Darmwand heel dun en bevat veel kleine bloedvaten (haarvaten)

Voedingsstoffen van de darm naar het bloed


Door plooien en darmvlokken groot oppervlakte

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Dikke darm
Bacteriën breken een deel van de onverteerde stoffen af. (stinkt)

In de dikke darm wordt  water in het bloed opgenomen. 





Slide 27 - Slide

This item has no instructions

1. Je leest blz. 54 "Waar komen de voedingsstoffen in het bloed"


2. Je maakt van  H7.4 opdracht 23  t/m 31

klaar: je corrigeert H 7.4



Huiswerk:  H 7.4 opdrachten 2 t/m 31
(16 en * opgaven zijn extra)


Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Voedingsstoffen zijn...
A
Bestanddelen van voedingsmiddelen
B
Alle bouwstoffen in voedingsmiddelen
C
Alle brandstoffen in voedingsmiddelen
D
Alle calorieën in voedingsmiddelen

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Waar worden eiwitten verteerd?
A
Mond, maag, dunne darm
B
Mond, 12-v. darm, dunne darm
C
Maag, 12-v. darm, dunne darm
D
Maag, dunne darm

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de functie van de slokdarm
A
Vervoeren
B
Verteren
C
Sap maken
D
niks

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Wat voor sap maakt de mondholte?
A
maagzuur
B
speeksel
C
gal
D
darmsappen

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

De maag heeft darmperistaltiek
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

In de maag gaan de meeste bacteriën dood.
Hoe komt dat?
A
Door de kneedbewegingen in de maag
B
Door de temperatuur van de maag
C
Door het zoutzuur in de maag

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Waar worden koolhydraten verteerd?
A
Mond, maag, dunne darm
B
Mond, 12-v. darm, dunne darm
C
Maag, 12-v. darm, dunne darm
D
Maag, dunne darm

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Wat is hier het enzym?
A
Blauw - A
B
Blauw - B
C
Rood - C
D
Het oranje deel

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Wat doen enzymen?
A
Enzymen verbranden voedingsstoffen
B
Enzymen versnellen het afbreken van voedingsstoffen
C
Enzymen bevatten verteringssappen
D
Enzymen nemen voedingstoffen op in het bloed

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen functie van darmperistaltiek?
A
Voedselbrij kneden
B
Voedselbrij mengen
C
Voedselbrij voortduwen
D
Voedselbrij filteren

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Waar worden de meeste voedingsstoffen opgenomen in het bloed?
A
dunne darm
B
dikke darm
C
twaalfvingerige darm
D
endeldarm

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

In de dikke darm wordt...
A
Water uit de voedselbrij gehaald
B
Eiwitten uit de voedselbrij gehaald
C
Koolhydraten uit de voedselbrij gehaald
D
Vitaminen uit de voedselbrij gehaald

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Welke route neemt je hap kroket?
A
mond- maag-dunne darm
B
mond-maag-dikke darm
C
maag-mond-dikke darm
D
dikke darm-maag-dunne darm

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Het pijtje geeft weer
A
Maag
B
Galblaas
C
Rectum
D
Alvleesklier

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

Welk onderdeel van je verteringsstelsel zorgt voor de vertering van zetmeel
A
slokdarm
B
lever
C
galblaas
D
speekselklieren

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

Waar wordt gal gemaakt?
A
Galblaas
B
Gal
C
Twaalfvingerige darm
D
Lever

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

Gal emulgeert vet.
Wat houdt dat in ?
A
Gal breekt vet af tot vetzuren
B
Gal maakt van grote vetdruppels kleine vetdruppels
C
Gal breekt zetmeel af tot glucose
D
Gal maakt kleine bolletjes van zetmeel.

Slide 45 - Quiz

This item has no instructions

Mondholte
- vertering zetmeel (speeksel=verteringssap)

Maag
- Vertering eiwit (maagsap=verteringssap)
- maagsap bevat maagzuur wat bacteriën doodt.

Twaalfvingerige darm
- vertering zetmeel, eiwit en vet (alvleessap=verteringssap)
- verkleinen vet (gal=geen verteringssap maar hulpmiddel.

Dunne darm
- vertering zetmeel en eiwit (darmsap=verteringssap)



Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Slide 47 - Slide

This item has no instructions