Week 1 Nederlands 1MK WS, ZD en schrijven

Nederlands 1MK week 1
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Nederlands 1MK week 1

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Slide

Week 1  - 4 januari t/m
8 januari 2021
Het allerbeste voor 2021!
Weektaak af: dinsdag 12 januari, zie magister!!!
  • Aan het eind van deze weektaak staan de antwoorden schrijven: startopdracht en opdracht 1, zodat je zelf die opdrachten kunt nakijken.
  • Zorg voor een nieuw leesboek!
  • Deze week: vervolg  grammatica: zinsdelen en woordsoorten en schrijven.

Slide 4 - Slide

Nieuwe week & nieuwe taak

Slide 5 - Slide

Kies een boek voor je opdracht!

Slide 6 - Slide

Lees nu 10 minuten in je leesboek. Dat doe je natuurlijk elke dag 

Slide 7 - Slide

Rapportperiode 2
  • Lezen hoofdstuk 3 en hoofdstuk 4: proefwerk (3x)
  • Grammatica zinsdelen en woordsoorten: proefwerk (3x)
  • Schrijven: proefwerk (2x)
  • Boekentoets: so (1x, totaal over drie rapporten)
  • Taaluur: O/V/G

Slide 8 - Slide

Leerdoelen
Deze week leer je:
  • leer je om het werkwoordelijk gezegde van een korte zin te vinden

  • leer je om een flyer te maken

Slide 9 - Slide

Herhaling vorige les
Voor de kerstvakantie hebben we  geoefend met het vinden van het onderwerp in een zin en hebben we geleerd (herhaald) wat een lidwoord en wat een zelfstandig naamwoord is. Ook hebben we geoefend met het maken van een flyer.

Slide 10 - Slide

Nakijken huiswerk
Controleer je weektaak . Alleen de opdrachten voor schrijven (hoofdstuk 3) moeten nog gecontroleerd worden. De andere opdrachten hebben we voor de vakantie nagekeken.

De antwoorden staan aan het eind van de les.

Slide 11 - Slide

Uitleg theorie
Op de volgende dia volgt uitleg over je leerdoelen voor deze week.

Slide 12 - Slide

Het werkwoordelijk gezegde (p. 80)
Zinnen bestaan uit zinsdelen. Het onderwerp (ow) ken je al. Een ander zinsdeel is het werkwoordelijk gezegde (wg). Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden in de zin. Het werkwoordelijk gezegde zegt wat het onderwerp ‘doet’ of ‘overkomt’. Soms is het werkwoordelijk gezegde maar één werkwoord (de persoonsvorm), soms zijn het er meer.Bijvoorbeeld:

Dit weekend / wil / ik (ow) / mijn verjaardag / gaan vieren.

pv = wil

wg = wil gaan vieren

Slide 13 - Slide

Flyer maken (p. 70)
Flyers worden vaak uitgedeeld op straat. Bijvoorbeeld om reclame te maken voor de opening van een nieuwe winkel of een themafeest in een discotheek. Een goede flyer valt op en ziet er leuk uit. De illustraties en de kleuren trekken de aandacht. Je kunt een flyer makkelijk lezen: de tekst is kort en je kunt snel de juiste informatie vinden.

Slide 14 - Slide

Flyer maken (p. 70)
  • Denk aan 5W + 1 H
  • Zorg voor een korte en krachtige tekst
  • Gebruik kleuren of plaatjes

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Maken
Maken
Werkwoordelijk gezegde: maken opdracht 1 t/m 6 p. 80 en 81


Flyer maken: opdracht 2 en opdracht 3 maken op bladzijde 71










 

Slide 17 - Slide

Inleveren huiswerk
Maak een foto van je huiswerk en lever in via LessonUp, uiterlijk 12 januari.

Eerder mag altijd!

Slide 18 - Slide

Inleveren weektaak

Slide 19 - Open question

Inleveren weektaak

Slide 20 - Open question

Inleveren weektaak

Slide 21 - Open question

Inleveren weektaak

Slide 22 - Open question

Inleveren weektaak

Slide 23 - Open question

Evaluatie
Wat was het lesdoel en heb je voor jezelf het gevoel dat je lesdoel is behaald?

Weet je...
  • hoe je het werkwoordelijk gezegde kunt vinden in een korte zin?
  • weet je hoe je een flyer moet maken? 

Slide 24 - Slide

Nakijken
Schrijven

Startopdracht en opdracht 1  op bladzijde 70

Slide 25 - Slide

Startopdracht bladzijde 70
  • Nee, want er staat geen datum en tijd op.
  • Ook weet je niet precies wat er gaat gebeuren, er staat alleen iets over een trampoline. Dat is niet heel spannend.
  • Tot slot staan er geen contactgegevens dus je kunt ook niemand mailen of bellen om vragen te stellen.

Slide 26 - Slide

Opdracht 1 bladzijde 70
1 Eigen antwoord, bijvoorbeeld:
Vak bovenaan: Maandag 3 februari: Het jaarlijkse buurtfeest!
Vak midden links: Maandag 3 februari is het weer tijd voor het buurtfeest.
Vanaf 17.00 uur is iedereen welkom op nr. 62.
We gaan gezellig samen eten en voor de kinderen zijn er spelletjes te doen.
Vak onderaan: Neem zelf mee: een gerecht voor het lopend buffet, iets te drinken en voldoende klapstoelen.
2 Eigen antwoord, bijvoorbeeld: contactinformatie, een slogan of informatie over het aanmelden.

Slide 27 - Slide

Weektaak 1 afgerond

Slide 28 - Slide