Les 3

MIGRATIE
Les 3
1 / 26
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

MIGRATIE
Les 3

Slide 1 - Slide

Sabine wil trouwen met Pete. Hij woont echter in Amerika. Hij komt voor de liefde naar Nederland
A
Politieke oorzaken
B
Economische oorzaken
C
Sociaal-culturele oorzaken

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Rens gaat een 3 maanden op reis door Azië.
A
Politieke oorzaken
B
Economische oorzaken
C
Sociaal-culturele oorzaken
D
Geen van allen

Slide 9 - Quiz

Karina is samen met haar familie naar Nederland gevlucht vanuit Oekraïne.
A
Politieke oorzaken
B
Economische oorzaken
C
Sociaal-culturele oorzaken

Slide 10 - Quiz

Sabine wil trouwen met Pete. Hij komt uit Amerika en is van plan naar Nederland te komen voor de liefde
A
Politieke oorzaken
B
Economische oorzaken
C
Sociaal-culturele oorzaken

Slide 11 - Quiz

Evan wil graag naar Nederland immigreren omdat in zijn land de zorg duurder is dan in Nederland
A
Politieke oorzaken
B
Economische oorzaken
C
Sociaal-culturele oorzaken

Slide 12 - Quiz

Stelling: sommige migranten moeten voorrang hebben op de andere 

Slide 13 - Slide

Opdracht 
Speel het spel. Je moet vluchten en met zoveel mogelijk geld in Nederland aankomen! 


https://vluchtelingen.eo.nl/opdevlucht/ 

Slide 14 - Slide

Werkstuk opdracht

Slide 15 - Slide

Interview en werkstuk

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Werkstuk?
Hoe ziet een werkstuk eruit?

Een verslag heeft een aantal regels!

Slide 18 - Slide

Noem onderdelen
van een werkstuk

Slide 19 - Mind map

Wekstuk onderdelen

Slide 20 - Slide

Je moet altijd een bronnenlijst maken. In de volgende les zal ik daar meer over vertellen!

Slide 21 - Slide

Wat kunnen economische motieven zijn om te emigreren?

Slide 22 - Open question

Politieke oorzaken

Slide 23 - Mind map

Economische oorzaken

Slide 24 - Mind map

Sociaal-culturele oorzaken

Slide 25 - Mind map

Welke 4 onderwerpen komen aanbod in het werkstuk?

Slide 26 - Open question