Les 5 - 1.3 Lezen - opbouw alinea , functies inleiding +slot, tekstverbanden DITM

We beginnen altijd met lezen
timer
10:00
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

We beginnen altijd met lezen
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Lesprogramma
  • Huiswerk bespreken (1.3 Lezen, opdracht 8t/m 11)
  • Uitleg over alinea-opbouw, functies van inleiding en slot en tekstverbanden- signaalwoorden
  • Opdrachten over de theorie  tekst 1
  • Nabespreken

Slide 2 - Slide

Bespreking van het huiswerk

Slide 3 - Slide

Opbouw alinea
  • Een alinea bestaat uit 2 delen: de kernzin en de uitwerking van de kernzin
  • In een kernzin zet een schrijver vaak het belangrijkste van de alinea: de hoofdzaak.
  • Andere zinnen bevatten bijzaken, minder belangrijke dingen.
    Uitleg, toelichting of voorbeeld.
  • Een kernzin is vaak de eerste, tweede of de laatste zin van de alinea. Soms is het ook een andere zin.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Kernzinnen vinden
  1. Bedenk wat is het (deel)onderwerp van de alinea / het tekstgedeelte.

  2. Bedenk wat de schrijver eigenlijk wil vertellen over het (deel)onderwerp.

  3. Lees de eerste, tweede en laatste zin van de alinea.

  4. Bedenk welke zin het beste past bij je antwoorden op vraag 1 en 2.

Slide 6 - Slide

Functie inleiding (1)
  • Inleiding is allereerst bedoeld om de aandacht te trekken, daarnaast:
  • om het onderwerp te benoemen
  • om de aanleiding te geven (waarom is deze tekst geschreven)
  • om de centrale vraag te stellen, die later beantwoord wordt

Slide 7 - Slide

Functies inleiding (2)
  • Inleiding is allereerst bedoeld om de aandacht te trekken, daarnaast:
  • om een mening te geven, die later beargumenteerd wordt (bij een betoog)  
  • om alvast een samenvatting van de inhoud te geven
  • om een persoon/personen te introduceren

Slide 8 - Slide

Functies slot
  • Slot kan verschillende functies hebben:
  • een conclusie of samenvatting geven
  • een advies of waarschuwing geven
  • een toekomstverwachting uitspreken

Te herkennen aan signaalwoorden: dus, kortom, kort gezegd, al met al, hieruit blijkt, concluderend, tot slot........

Slide 9 - Slide

Tekstverbanden en signaalwoorden op blz. 33

Slide 10 - Slide

Deze les doen we (samen):
1.3 Lezen, opdracht 12 t/m 16

Slide 11 - Slide

Huiswerk:
1.3 Lezen 13 t/m 16 afmaken en 
1.4 Schrijven, opdracht 2 t/m 4 maken

Slide 12 - Slide