2kgt Hoofdletters

HOOFDLETTERS

Oefening over hoofdletters van eigen namen
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

HOOFDLETTERS

Oefening over hoofdletters van eigen namen

Slide 1 - Slide

Wat zijn eigennamen?
Namen voor mensen

  • Jeroen
  • Saskia
  • Femke Halsema
  • Wesley Sneijder

Slide 2 - Slide

Wat zijn eigennamen?
Namen voor dieren

  • Dikkie Dik
  • Nijntje
  • Snuitje
  • Chip en Pepper

Slide 3 - Slide

Wat zijn eigennamen?
Namen voor zaken (gebouwen, bedrijven, goede doelen, feestdagen, religie, landen, plaatsen)

  • Rijksmuseum, Clusius College
  • Greenpeace, Unicef
  • Boeddhisme, Allah, de Bijbel
  • Nederland, Alkmaar

Slide 4 - Slide

Schrijfwijze van achternamen
Sommige achternamen hebben een 'tussenstukje'. Dit is een lidwoord of voorzetsel (de, van, van der).
Dit tussenstukje schrijf je met een hoofdletter als de naam daar begint
  • Saskia de Vries
  • mevrouw De vries
  • Pieter van den Vrede
  • meneer Van den Vrede

Slide 5 - Slide

Wat is de juiste schrijfwijze van 'marloes de jong'?
A
Marloes de jong
B
Marloes De jong
C
Marloes De Jong
D
Marloes de Jong

Slide 6 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze van 'tim van der werff'?
A
Tim van der werff
B
Tim Van der Werff
C
Tim van der Werff
D
Tim Van Der Werff

Slide 7 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze van 'meneer van der werff'?
A
meneer Van der Werff
B
meneer Van Der Werff
C
Meneer Van der Werff
D
meneer van der Werff

Slide 8 - Quiz

(Zet hoofdletters waar nodig) volgende week gaat joke op vakantie naar barcelona.

Slide 9 - Open question

(Zet hoofdletters waar nodig) vanavond laat mijn buurman kees zijn hond bello uit.

Slide 10 - Open question

(Zet hoofdletters waar nodig) op basisschool kinderrijk zoeken de kinderen met pasen naar eieren.

Slide 11 - Open question

(Zet hoofdletters waar nodig) mevrouw beeksma is zojuist lid geworden van het goede doel unicef.

Slide 12 - Open question

(Zet hoofdletters waar nodig) mijn broer gaat de allernieuwste iphone kopen bij de mediamarkt.

Slide 13 - Open question