enkelvoudige en samengestelde zinnen

enkelvoudige en samengesteld zinnen
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

enkelvoudige en samengesteld zinnen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Een enkelvoudige zin bevat één werkwoordgroepje.
Voorbeeld: 
Ik ga dit romantische boek lezen.
De woorden ‘ga’ en ‘lezen’ vormen samen een werkwoordgroepje, want ze horen bij elkaar.

Een enkelvoudige zin bevat één werkwoordgroepje.

Voorbeeld: 

Ik ga dit romantische boek lezen.

De woorden ‘ga’ en ‘lezen’ vormen samen een werkwoordgroepje, want ze horen bij elkaar.

Slide 3 - Slide

Een samengestelde zin is opgebouwd uit twee of meer zinnen (deelzinnen). Hij bevat twee of meer werkwoordgroepjes. Elk werkwoordgroepje geeft een deelzin aan: een hoofdzin of een bijzin.

Voorbeeld:

Ik ga dit romantische boek lezen, omdat mijn vriendin het mij heeft gegeven.

De woorden ‘ga’ en ‘lezen’ vormen samen een werkwoordgroepje en de woorden ‘heeft’ en ‘gegeven’ ook.

Slide 4 - Slide

Marieke zit op de bank terwijl Maarten opruimt.
A
samengestelde zin
B
enkelvoudige zin

Slide 5 - Quiz

De boze jongen kan zich nu niet meer inhouden.
A
Enkelvoudige zin
B
Samengestelde zin

Slide 6 - Quiz

Hij wacht niet langer af en pakt zijn spullen in.
A
samengestelde zin
B
enkelvoudige zin

Slide 7 - Quiz

Zijn liefhebbende vriendin blijkt er een andere man op na te houden.
A
Samengestelde zin
B
Enkelvoudige zin

Slide 8 - Quiz

Netflix is de enige afleiding voor het luie meisje dat op de bank zit.
A
samengestelde zin
B
enkelvoudige zin

Slide 9 - Quiz

Ezelsbruggetje
Als je het lastig vindt om te bepalen hoeveel werkwoordgroepjes er in een zin staan, kun je ook het aantal persoonsvormen tellen. 

Bij één persoonsvorm is de zin enkelvoudig, bij twee of meer persoonsvormen is de zin samengesteld. Het aantal persoonsvormen geeft dan het aantal deelzinnen aan.

Slide 10 - Slide

Hoofdzin of bijzin
Een hoofdzin is zonder bijzin of andere hoofdzin ook een goede zin. De woorden staan op de goede plek.


Een bijzin is zonder hoofdzin geen goede zin. De woorden staan niet op de goede plek.

Slide 11 - Slide

Woorden toevoegen 
Je kunt een hoofdzin en bijzin ook herkennen door te kijken of er woorden tussen de woorden van een woordgroepje staan of kunnen staan (bijvoorbeeld ‘morgen’ of ‘niet’). 

Als dit niet kan, dan is de deelzin een bijzin. 
Als dit wel kan, dan is de deelzin een hoofdzin.


Slide 12 - Slide