huiswerkplek

1 / 16
next
Slide 1: Slide
StudielessenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

huiswerkplek

Slide 2 - Slide

Waar maak jij je huiswerk?
Waar leer jij voor een toets?

Slide 3 - Open question

Zit je altijd rechtop met lezen en leren, zodat je hersenen voldoende bloed krijgen?
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quiz

Heb je goede verlichting op je huiswerkplek?
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quiz

Is de temperatuur prettig op je huiswerkplek?
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quiz

Is het rustig op je werkplek?
A
ja
B
nee
C
soms

Slide 7 - Quiz

Heb jij je telefoon bij je op je huiswerkplek?
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quiz

Welke dingen op je huiswerkplek leiden jouw af?

Slide 9 - Open question

Werkboek
Ga naar blz. 13 van je werkboek.
Maak een plattegrond van jouw kamer en van de bovenkant van je bureau.

Slide 10 - Slide

Chaos in je kamer is 
chaos in je hoofd.

Slide 11 - Slide

FOCUS (=concentratie)
Wist je dat je zeven minuten nodig hebt om je hersenen volledig te laten focussen op iets?
Dus elke keer dat je wordt afgeleid, kost dat weer 7 minuten om je hersenen te laten focussen op je huiswerk.

Slide 12 - Slide

korter en geconcentreerder leren 
meer tijd voor vrienden/ computer enz.

Slide 13 - Slide

concentratie oefening 1
  • Ga in een grote kring staan. Leg iets in het midden van de kring.     Iedereen kijkt naar beneden.
  • Neem een persoon in je hoofd. De mentor telt tot drie. Bij drie kijkt i       iedereen op naar de persoon die hij in zijn hoofd had.
  • Als je toevallig elkaar aankijkt val je allebei af en moet je gaan zitten.
  • De rest gaat door tot er één of twee kinderen overblijven.

Je moet wel íemand aankijken, dus niet naar de lucht of de kleren.

Slide 14 - Slide

concentratie oefening 2
Eén van de leerlingen gaat in het midden van de klas staan.
Alle andere kinderen gaan zich verdelen over de hoeken in de klas.
Degene in het midden kijkt waar de leerlingen zich verdelen in de hoeken en begint daarna met de ogen dicht langzaam tot 10 te tellen.
Op het moment dat de leerling in het midden bij 10 is, mag er niet meer naar een andere hoek gelopen worden. De leerling houdt dan nog wel de ogen dicht. 
Degene in het midden moet raden waar op het moment dat de 10 is genoemd de meeste kinderen staan. Hij/ zij wijst met de ogen dicht de hoek aan waar de meeste kinderen zullen
staan. En de minste leerlingen?

Slide 15 - Slide

concentratie oefening 3:
Ga in tweetallen bij elkaar gaan staan, tegenover elkaar. 
Stap 1:  Tel om de beurt tot 3. "1, 2,3 en dan de ander "1, 2, 3"
Stap 2:  Tel samen om de beurt tot 3. "1" en dan de ander "2", en dan de eerste weer "3".                  En zo weer opnieuw '1".
Stap 3:  Tel samen om de beurt tot 3, maar let op, de 2 wordt niet meer uitgesproken. Dat                  wordt een klap. "1" en dan de ander 'klap' en dan "3". En zo weer opnieuw.
Stap 4:  De 1 wordt nu ook vervangen, dat wordt een stamp.
Stap 5:  De 3 wordt nog vervangen door een klein duwtje tegen de schouder van de ander.

Slide 16 - Slide