This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
welkom!
1. intro
2. de sociale kwestie
3. 1848 en democratisering
4. afronding
5. aan het werk!
Slide 1 - Slide
KA 32: discussies over de Sociale Kwesties
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
er ontstond discussie over de arbeidsomstandigheden van de arbeiders
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
de Sociale Kwestie
de opvatting van (rijkere) burgers dat er iets moet veranderen aan de slechte leefomstandigheden van arbeiders ten gevolge van de industriële revolutie
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
de Sociale Kwestie.
De slechte woon- en werkomstandigheden van de arbeiders zijn duidelijk zichtbaar.
Eind 19e eeuw., vooral in de steden.
'De rijken worden rijker, de armen worden armer’
Alleen ‘de rijken’ mogen stemmen
Hierdoor blijven ‘de rijken’ aan de macht
Slide 24 - Slide
Let op: De weekinkomsten van een mannelijke arbeider
was ongeveer 900 cent (9 gulden)
Slide 25 - Slide
0
Slide 26 - Video
Wie helpt de arbeiders?
Nederland kent drie grote politieke groepen: socialisten (links), confessionelen (midden) en liberalen (rechts)
Deze politieke groepen hebben allemaal een andere oplossing voor de Sociale Kwestie, maar ook allemaal eigen belangen
Slide 27 - Slide
Liberalen
Nachtwakersstaat: overheid zorgt alleen voor orde en veiligheid
Rijke burgers
Economie helemaal vrij laten
Sociale wetten kosten veel geld
Slide 28 - Slide
Conservatieven/ Confessionelen
Confessie=geloof (Protestant/Rooms-katholiek)
Ongelijkheid omdat God het zo wil
conservatief
Goede christenen helpen elkaar
Werkgevers en werknemers moeten er samen uitkomen
Slide 29 - Slide
Socialisten
Overheid moet er alles aan doen om arbeiders te beschermen
Betere arbeidersomstandigheden (o.a. meer loon)
Om dit te bereiken: strijd voor algemeen kiesrecht (ook met stakingen en demonstraties)
Slide 30 - Slide
ondertussen.....
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Slide
1848
Belangrijkste Grondwetswijzing in de Nederlandse geschiedenis: basis voor de huidige grondwet
Koning is onschendbaar, ministeriële verantwoordelijkheid
Nederland wordt een parlementaire democratie en constitutionele monarchie
Invoering censuskiesrecht
Klassieke grondrechten worden vastgelegd
rechtstreekse verkiezing van Tweede Kamer, gemeenteraden en Provinciale Staten
indirecte verkiezing van de Eerste Kamer
Slide 36 - Slide
Van liefdadigheid naar sociale wetten
Armenwet (1854)
'Kinderwetje van Van Houten' (1874)
Leerplichtwet (1900),
Woningwet (1901),
Ongevallenwet (1901)
Let op: Meestal waren de uitkeringen erg laag en voor korte tijd
Slide 37 - Slide
Vóór de Woningwet...
...na de Woningwet
Alkoof: Een alkoof is een nis zonder ramen in een gebouw.
Slide 38 - Slide
Aan het werk!
Leren en lezen KA 32
maken 32.1 t/m 32.9
(optioneel = naar keuze, niet verplicht)
Slide 39 - Slide
32.1 (optioneel)
Slide 40 - Open question
32.2 (optioneel)
Slide 41 - Open question
32.3 (optioneel)
Slide 42 - Open question
32.4 (optioneel)
Slide 43 - Open question
32.5 (verplicht)
Slide 44 - Open question
32.6 (verplicht)
Slide 45 - Open question
32.7 (verplicht)
Slide 46 - Open question
32.8 (verplicht)
Slide 47 - Open question
32.9 (verplicht)
Slide 48 - Open question
Wie helpt de arbeiders? (1)
Sommige fabrikanten gaven de arbeiders wél wat extra's (soms ook uit eigen belang: een fittere arbeider werkt harder...)
Arbeiders gaan staken: dit werkt alleen als iedereen gaat staken, en dat was moeilijk vol te houden
Arbeiders gaan samenwerken in vakbonden.
Slide 49 - Slide
Slide 50 - Slide
Waarom kan je de de protestanten niet echt een emancipatie beweging noemen?