H3.3 Nazi-Duitsland en het buitenland

H3.3 Nazi-Duitsland en het buitenland

Opdrachten 1 t/m 6
1 / 41
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 41 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 48 min

Items in this lesson

H3.3 Nazi-Duitsland en het buitenland

Opdrachten 1 t/m 6

Slide 1 - Slide

Opdracht 1
Welke maatregel van Hitler mocht niet volgens het
Verdrag van Versailles?
A Autosnelwegen aanleggen.
B De Conferentie van München bijwonen.
C Het leger herbewapenen en uitbreiden.
D Het lidmaatschap van de Volkenbond opzeggen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Opdracht 2a
Hitler vond dat Duitsland recht had op Oostenrijk en Sudetenland. Waarom?
  • In Oostenrijk en Sudetenland woonden mensen die Duits spraken.
  • Gebieden waar Duitsers woonden, hoorden volgens Hitler bij Duitsland.

Slide 4 - Slide

Opdracht 2b
In Sudetenland was steenkool te vinden en stonden veel fabrieken. Leg uit dat dit voor Hitler een extra reden was om het gebied op te eisen.
  • Hitler had grondstoffen en fabrieken nodig om wapens te produceren. Hij wilde de oorlogsindustrie vergroten.

Slide 5 - Slide

Opdracht 2c
Maak de zinnen kloppend.
Groot-Brittannië en Frankrijk grepen wel / niet in toen Duitsland in 1936 / 1938 Oostenrijk innam. Die houding past wel / niet bij de appeasementpolitiek.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Opdracht 3a
De Fransen en Britten waren na de Conferentie van München heel tevreden. Geef daarvoor een verklaring. Een deel van het antwoord is gegeven.
De Fransen en Britten waren tevreden over deze
conferentie, omdat 
  • Hitler beloofde niet nóg meer gebieden in te nemen, waardoor het vrede zou blijven.

Slide 9 - Slide

Opdracht 3b
Hitler was na de Conferentie van München ook tevreden. Geef ook daarvoor een verklaring.
Formuleer nu zelf het hele antwoord.
  • Hitler was tevreden over deze conferentie, omdat hij Sudetenland kreeg zonder een schot gelost te hebben.

Slide 10 - Slide

Opdracht 3c
Zou de regering van Tsjecho-Slowakije wel of niet tevreden zijn geweest na de Conferentie van München? Leg je antwoord uit. Formuleer weer zelf het hele antwoord.
  • Tsjecho-Slowakije was zeer ontevreden, omdat toen een deel van hun land werd weggegeven aan Hitler, zonder dat zij erbij waren.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Opdracht 4a
In welke richting wilde Hitler Duitsland uitbreiden voor meer ‘Lebensraum’?
Naar het
  • oosten

Slide 13 - Slide

Opdracht 4b
Onderstreep in de leertekst een gebeurtenis die past bij het idee van ‘Lebensraum’.

Slide 14 - Slide

Opdracht 5
Gebruik bron 1.
➔ Wanneer is deze kaart van Duitsland gemaakt?
A Vlak vóór de Anschluss.
B Direct na de Anschluss.
C Vlak vóór de Conferentie van München.
D Direct na de Conferentie van München.

Slide 15 - Slide

Opdracht 6a
➔ De prentbriefkaart is een goed voorbeeld van
het idee Heim ins Reich. Leg dat uit met behulp
van de bron.
Doe het zo:
  • Heim ins Reich hield in dat alle gebieden waarin Duitssprekenden woonden, bij Duitsland hoorden.

Slide 16 - Slide

Opdracht 6b
Dit idee blijkt uit de bron, want 
  • de kaart laat Oostenrijk en Sudetenland – gebieden waar Duitsers woonden – zien als onderdeel van nazi- Duitsland / de tekst spreekt over de ‘terugkeer in het rijk’ van gebieden en over ‘één volk in één rijk’.

Slide 17 - Slide

Huiswerk
H3.3 | Nazi-Duitsland en het buitenland
Opdrachten 7 t/m 15

Slide 18 - Slide

Opdracht 7
Gebruik ook leertekst A en B van paragraaf 1.
Hieronder staan vijf zinnen over de eerste vijf jaar na de Eerste Wereldoorlog.
Geef bij elke zin aan of deze geldt voor Duitsland of Italië, of voor beide landen.

Slide 19 - Slide

Opdracht 7
Gebruik ook leertekst A en B van paragraaf 1.
Hieronder staan vijf zinnen over de eerste vijf jaar na de Eerste Wereldoorlog.
Geef bij elke zin aan of deze geldt voor Duitsland of Italië, of voor beide landen.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Opdracht 8a
Onderstreep in de leertekst drie kenmerken van het fascisme.

Slide 22 - Slide

Opdracht 8b
Maak de zin kloppend.
De drie kenmerken van het fascisme passen niet / ook bij het nationaalsocialisme.
  • De drie kenmerken van het fascisme passen niet / ook bij het nationaalsocialisme.

Slide 23 - Slide

Opdracht 8
c. 
Wat is wel een kenmerk van het nationaalsocialisme, maar tot 1938 niet van het fascisme van Mussolini?
  • Antisemitisme / Jodenhaat.
d.
Wie werd als eerste dictator: Hitler of Mussolini?
  • Mussolini.

Slide 24 - Slide

Opdracht 8e
Een uitspraak: ‘Het is logisch dat Hitler juist met Mussolini een bondgenootschap sloot.’ Geef hiervoor een argument.
Bijvoorbeeld: 
  • Hitler en Mussolini hadden grotendeels dezelfde ideeën en wilden beiden hun land uitbreiden. 
  • Democratische landen wilden geen bondgenoot van Hitler worden.

Slide 25 - Slide

Opdracht 9
Welk kenmerk van het fascisme past bij deze bron?
Leg je antwoord uit.
  • Militarisme, want de jongens worden bij de jeugdbeweging opgeleid tot soldaten en bereiden zich voor op een oorlog.

Slide 26 - Slide

Opdracht 10
Italië voerde in 1934 een oorlog tegen het Afrikaanse land Ethiopië. De Italianen hadden veel moeite om Ethiopië te verslaan. In de Italiaanse kranten was daarover tijdens de oorlog weinig te lezen.
➔ Was dat een oorzaak of een gevolg van de politieke situatie in Italië in 1934? Leg je antwoord uit.
1/2

Slide 27 - Slide

Opdracht 10
Een gevolg, want Italië was een dictatuur waarin geen vrijheid van
meningsuiting bestond en waarin de kranten onder controle van de regering stonden. Daardoor stond er weinig over de problemen van het leger in de krant.
2/2

Slide 28 - Slide

Opdracht 11
De oorlog tegen Ethiopië past daarbij, want 
  • Italië vergrootte zo het eigen grondgebied en onderwierp de mensen die in Ethiopië woonden.
2/2

Slide 29 - Slide

Opdracht 12a
De regering van Colijn bezuinigde in de jaren 1930 op uitgaven voor het leger. Leg uit dat deze bezuinigingen passen bij de
aanpassingspolitiek én bij de neutraliteit van Nederland. Vul de zinnen aan.

1/3

Slide 30 - Slide

Opdracht 12a
Vul de zinnen aan.
De bezuinigingen op het leger pasten bij de aanpassingspolitiek, want 
  • die hield in dat de uitgaven aangepast moesten worden aan de verminderde inkomsten. Daarom bezuinigde de regering-Colijn ook op het leger.
2/3

Slide 31 - Slide

Opdracht 12a
De bezuinigingen op het leger pasten ook bij de neutraliteit, want
  • dat betekent dat Nederland geen kant koos bij een eventuele oorlog. De regering verwachtte dus dat ze geen leger nodig zou hebben.
3/3

Slide 32 - Slide

Opdracht 12b
Leg uit waardoor in de jaren 1930 de inkomsten van de regering afnamen.
  • Door de crisis verdienden Nederlanders minder geld en kwamen
  • er dus ook minder belastingen binnen bij de overheid.

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Video

Opdracht 13
Gebruik bron 4.
De aanleg van het Twentekanaal was een werkverschaffingsproject. Wat weet je dus over de mannen op de foto?
  • Deze mannen waren waarschijnlijk werkloos geweest en moesten dit werk doen om hun uitkering te behouden.

Slide 35 - Slide

Opdracht 14a
Geef bij elke omschrijving aan of deze past bij
de NSDAP, de NSB of bij beide partijen.

Slide 36 - Slide

Opdracht 14a
Geef bij elke omschrijving aan of deze past bij
de NSDAP, de NSB of bij beide partijen.

Slide 37 - Slide

Opdracht 14b
Wie was de leider van de NSB?
  • Anton Mussert.

Slide 38 - Slide

Opdracht 14c
Gebruik bron 5 en leertekst B. Leg uit welk kenmerk van het fascisme past bij bron 5.
  • Tegen democratie, want de bron laat zien dat de NSB tegen het bestaan van verschillende partijen is (‘Geen verdeeldheid door partijen maar volkseenheid’).

Slide 39 - Slide

Opdracht 15
Gebruik bron 6 en leertekst 1, 2 en 3.
➔ Zet de krantenberichten (1, 2 en 3) in de juiste volgorde, van vroeger naar later.
Doe het zo:
Eerst bericht ...., dan bericht .... en ten slotte bericht ....
  • Eerst bericht 3, dan bericht 2 en ten slotte bericht 1.

Slide 40 - Slide

Huiswerk
H3.4 | De Sovjet-Unie, 1922-1939
blz. 98 t/m 101
opdrachten 1 t/m 9

13 januari 2025
PW Stencil 
leren: H3: Par. 1, 3, 4 en 6; H4: Par. 1, 3.3, 4 en 6 en 
H5: Par. 1, 3, 4 en 6





Slide 41 - Slide