This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Les 3 - Zwaartekracht (F = m * g)
Bekijk het filmpje en maak daarna het testje
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
De kracht waarmee de aarde aan iets trekt is de
A
Massa
B
Zwaartekracht
C
Valversnelling
Slide 3 - Quiz
Hoe zwaar iets is in kilogram is de …….
A
Massa
B
Zwaartekracht
C
Valversnelling
Slide 4 - Quiz
Wat is de eenheid van zwaartekracht?
A
Watt
B
Newton per kilogram
C
Newton
D
Volt
Slide 5 - Quiz
Zwaartekracht meet je in?
A
Kilogram
B
Newton
C
Massa
D
Kracht
Slide 6 - Quiz
Het symbool voor zwaartekracht is
A
F
B
Fz
C
Fv
D
Fs
Slide 7 - Quiz
Wat is de formule voor de zwaartekracht?
A
Fz = m : g
B
Fz = m x g
C
Fz = g : m
Slide 8 - Quiz
Hoe reken je de zwaartekracht uit?
A
F = m * g
B
C = F/u
C
M = F * r
D
C = u/F
Slide 9 - Quiz
De valversnelling, ook wel met g aangegeven, op aarde is gelijk aan: ... N/kg.
A
9,81
B
1,6
C
23
D
253
Slide 10 - Quiz
Kobus weegt 78,0 kg en staat op aarde.
Wat is de zwaartekracht van Kobus, ook wel: hoe hard trekt de aarde aan Kobus? Geef je antwoord in 1 decimaal.
A
764,4 N
B
780,0 N
C
8,0 N
D
765,2 N
Slide 11 - Quiz
Kobus is in een ruimteschip naar de maan gegaan. Nu weet hij hoe hard de maan aan hem trekt, alleen wil hij ook de valversnelling van de maan weten. Kobus weegt met ruimtepak aan 81,5 kg. De zwaartekracht op de maan is 133 N Wat is volgens de gegevens van Kobus de valversnelling op de maan. Geef je antwoord in twee decimalen.
A
1,62 N/kg
B
1,63 N/kg
C
1,64 N/kg
D
o,61 N/kg
Slide 12 - Quiz
Marietje loop rond op aarde en de zwaartekracht trekt met 700 N aan Marietje.
Wat is de massa van Marietje, afrondend op 1 decimaal.
A
70 kg
B
71,3 kg
C
71,4 kg
D
Geen van bovenstaande antwoorden is juist.
Slide 13 - Quiz
Krachten kan je meten met een
A
weegschaal
B
veerunster
C
thermometer
Slide 14 - Quiz
Wat is de kracht op een watermeloen met een massa van 1,3 kilogram?
A
127500 N
B
12750 N
C
127,5 N
D
12,75 N
Slide 15 - Quiz
Einde van les 3
Je hebt in deze les geleerd:
Dat de hoeveelheid stof de massa van een voorwerp bepaald
Dat zwaartekracht de aantrekkinggskracht is die de aarde of een ander hemellichaam op een voorwerp uitoefend
Dat je deze kunt berekenen met de formule Fz = m x g
Dat het aangrijpingspunt van de zwaartekracht het zwaartepunt wordt genoemd
Slide 16 - Slide
Ik beheers de leerdoelen die hiervoor zijn genoemd!