Lezen 1.3 - 3 basis

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Lezen 1.3 - 3 basis

Lesplanning

- Voorlezen

- Uitleg theorie 1.3 + oefeningen (LessonUp)

- Maak opdrachten van 1.3

Lesdoel:

- Je weet welke vier manieren van lezen er zijn.

- Je weet welke vier tekstdoelen er zijn en je kunt die herkennen in een tekst.

- Je kunt vertellen wat onderwerp en hoofdgedachte van een tekst zijn.

- Je kunt vertellen wat hoofdzaken en bijzaken zijn.

Hoeveel manieren van lezen zijn er?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Welke manier van lezen is dit?

Je wilt een tekst goed lezen en begrijpen.

1. verkennend
2. zoekend
3. nauwkeurig
4. studerend

Welke manier van lezen is dit?

Je wilt snel weten waar een tekst over gaat.
Je leest niet alles, maar bekijkt alleen de opvallende zaken.

1. verkennend
2. zoekend
3. nauwkeurig
4. studerend

Welke manier van lezen is dit?

Je zoekt een antwoord op een vraag.

1. verkennend
2. zoekend
3. nauwkeurig
4. studerend

Welke manier van lezen is dit?

Je wilt een tekst goed lezen, begrijpen en onthouden.

1. verkennend
2. zoekend
3. nauwkeurig
4. studerend

Wat is het doel
van deze tekst?

1. informeren
2. activeren
3. amuseren
4. overtuigen

Wat is het doel
van deze tekst?

1. informeren
2. activeren
3. amuseren
4. overtuigen

Wat is het doel
van deze tekst?

1. informeren
2. activeren
3. amuseren
4. overtuigen

Wat is het doel
van deze tekst?

1. informeren
2. activeren
3. amuseren
4. overtuigen

Wat is het onderwerp van een tekst?

1. Een samenvatting van de tekst in één zin
2. Waar de tekst over gaat

Wat is de hoofdgedachte van een tekst?

1. Een samenvatting van de tekst in één zin
2. Waar de tekst over gaat

Bijzaken geven in een tekst de belangrijkste informatie over het onderwerp.

1. waar
2. niet waar

Bijzaken kunnen zijn: een voorbeeld, een herhaling of een uitleg.

1. waar
2. niet waar

Lesplanning

- Maak van 1.3, opdr. 1 t/m 9 (blz. 20-25)
= huiswerk donderdag 27 aug 

- Klaar? --> Laat je opdrachten aan mij zien

Lesdoel:

- Je weet welke vier manieren van lezen er zijn.

- Je weet welke vier tekstdoelen er zijn en je kunt die herkennen in een tekst.

- Je kunt vertellen wat onderwerp en hoofdgedachte van een tekst zijn.

- Je kunt vertellen wat hoofdzaken en bijzaken zijn.