A2 les 4

Lesdoelen
  • Ik weet hoe ik een zin ontkennend kan maken in het Frans
  • Je kunt in het Frans zeggen of je je wel of niet goed voelt/of je pijn hebt/of je wel of geen medicijnen hebt genomen, etc. 
1 / 10
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 35 min

Items in this lesson

Lesdoelen
  • Ik weet hoe ik een zin ontkennend kan maken in het Frans
  • Je kunt in het Frans zeggen of je je wel of niet goed voelt/of je pijn hebt/of je wel of geen medicijnen hebt genomen, etc. 

Slide 1 - Slide

Oefening 31
Let, bij het ontkennend maken, op bij zinnen waarin woorden staan, als "toujours/souvent/encore/quelque chose/déjà" !
  • toujours = altijd
  • souvent = vaak
  • encore = nog
  • quelque chose = iets
  • déjà = al

Slide 2 - Slide

Je suis souvent/toujours malade.
Hoe zeg je nu het tegenovergestelde van deze zin?

Slide 3 - Slide

Je ne suis jamais malade.
"souvent/toujours" komt niet terug in je antwoord.
Wij zeggen namelijk ook niet: ik ben nooit altijd ziek.

Slide 4 - Slide

Il a mangé quelque chose pendant la récréation.

Slide 5 - Open question

Il n'a rien mangé pendant la récréation.
  • quelque chose komt niet terug in de ontkennende zin
  • je zegt: hij heeft niets iets gegeten tijdens de pauze.
  • "ne" komt voor de persoonsvorm (a)
  • "rien" komt na de persoonsvorm (a)

Slide 6 - Slide

Elle a déjà fait ses devoirs?

Slide 7 - Open question

Elle n'a pas encore fait ses devoirs.

  • geen "déjà" in de ontkennende zin

Slide 8 - Slide

Phrases-clés de source J (TB 33)
  • On lit les phrases ensemble.
  • Wat is "liaison"?
  • Fais 33abd, 34 (schrijf de antwoorden op de vragen van het rollenspel in je schrift) et 35.

Slide 9 - Slide

Devoirs
  • Apprends les phrases-clés de source J (TB page 33)
  • Fais 33abd, 34 (in je schrift) et 35. 

Slide 10 - Slide