3M - L6 P4 - werkwoorden en woorden

Deutsch!    
3M 

Les 6 P4
1 / 38
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2,3

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

Deutsch!    
3M 

Les 6 P4

Slide 1 - Slide

Planung
Woche 22: heute
Woche 23: Kapitel 6
Woche 24: ...
Woche 25: schrijfopdracht
Woche 26: leestoets

Slide 2 - Slide

Studienführer SomToday
Voorbereiding voor les 6:
maken: opdr. 1 t/m 9 van §6.3
leren: woordjes Lernbox 3

Verwerkingsopdrachten na les 6:
maken: opdr. 1 t/m 5 van §6.4 en opdr. 1 t/m 5 van §6.5
leren: woordjes Lernbox 4 en 5

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

preiswert
A
goedkoop
B
duur

Slide 5 - Quiz

schwer
A
zwaard
B
zwaar
C
zelfs
D
mosterd

Slide 6 - Quiz

der Kunde
A
de aankondiging
B
de klant
C
de stage
D
het ontslag

Slide 7 - Quiz

durchschnittlich
A
meteen
B
vooral
C
meestal
D
gemiddeld

Slide 8 - Quiz

de paprika
A
der Bellpepperoni
B
die Paprika

Slide 9 - Quiz

de ui
A
die Zwiebel
B
der Siepel
C
die Ui
D
die Union

Slide 10 - Quiz

de peer
A
die Pehre
B
die Birne

Slide 11 - Quiz

Sterke werkwoorden
Spickzettel Verben

Slide 12 - Slide

Er lädt seine Mutter nicht ein.

Slide 13 - Open question

Sie fuhr ganz alleine nach Amsterdam.

Slide 14 - Open question

Er ist schnell gerannt.

Slide 15 - Open question

Er hat Herrn Karstenberg eine E-Mail geschrieben.

Slide 16 - Open question

Frau Ensing hat nur kurz gesprochen.

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Was .... (machen) ihr heute?

Slide 20 - Open question

Joanna ... (tanzen) gerne.

Slide 21 - Open question

... (Kommen) Alex und Thomas morgen?

Slide 22 - Open question

... (Zocken) du jeden Tag?

Slide 23 - Open question

     Grammatik: haben sein & werden
 Übungen

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

maak de juiste combinaties
sleep de werkwoorden naar het juiste persoonlijk voornaamwoord op de volgende dia's

Slide 28 - Slide

het werkwoord haben
ich
du
e/s/e
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 29 - Drag question

het werkwoord sein
ich
du
e/s/e
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind

Slide 30 - Drag question

haben oder sein ????
Vergiss nicht, zu konjugieren (vervoegen) !!!!

Slide 31 - Slide

............... du Zeit für mich?

Slide 32 - Open question

Ich weiß nicht, was ich falsch gemacht ................ .

Slide 33 - Open question

.................. du müde?

Slide 34 - Open question

.............. Sie schon wieder krank?

Slide 35 - Open question

Er ........... seine Oma schon lange nicht mehr gesehen.

Slide 36 - Open question

Wir ............... unseren Eltern eine Karte geschrieben.

Slide 37 - Open question

Slide 38 - Slide