Grammar recap part 2

Welcome!
Take a seat, grab your stuff and wait till we get started
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welcome!
Take a seat, grab your stuff and wait till we get started

Slide 1 - Slide

Today
Grammar recap part 2
- explanation about
-> gebiedende wijs
-> present simple/continuous
-> modal verbs
- get to work 

Slide 2 - Slide

Goal
At the end of the lesson you can use the 3 remaining grammar items in a sentence and explain why they are used. 

Slide 3 - Slide

Look back
What did we talk about yesterday? 
Did you do well with the worksheet? 
Did you have any questions left? 

Slide 4 - Slide

imparative/gebiedende wijs
Wat was het? 
Wanneer gebruik je hem? 
Waarom gebruik je hem? 

Slide 5 - Slide

imparative/gebiedende wijs
Kortste manier van mensen aanspreken/instructies geven. 
Geen persoonsvorm, begint met werkwoord. 

"Grab your bag"
"Open your book on page 30"
"Don't swim in that lake"

Slide 6 - Slide

imparative/gebiedende wijs
Hoe weet je dat de volgende zinnen gebiedende wijs zijn? 

- Stop that car! 
- Let me go
- Sit down please

Slide 7 - Slide

present simple/continuous
Wanneer gebruik je een present simple? 
Wanneer gebruik je een present continuous? 
Hoe ziet een present simple/present continuous zin er uit? 

Slide 8 - Slide

present simple
Gebruik je voor feiten, meningen en dingen die regelmatig gebeuren. 

I walk to school every day
He walks to school every day
She plays a lot of instruments
I love snakes and spiders

Slide 9 - Slide

present continuous
Dingen die nu gebeuren/heel nabije toekomst 
vorm van 'to be' + werkwoord met -ing

I am walking to school right now
He is walking to school right now
We are petting a dog at the moment
I am leaving the house in five minutes. 

Slide 10 - Slide

present simple/continuous
Wat is het verschil tussen de volgende twee zinnen? 

- I play piano
- I'm playing piano 

Slide 11 - Slide

Modal verbs
Wat waren modal verbs? 
Welke modal verbs moest je kennen? 
Wat was het verschil tussen de modal verbs? 

Slide 12 - Slide

Modal verbs
Zeggen iets over de kans dat iets zou gebeuren 

Will/would/can/could/may/might/shall/should

Wat betekenen deze woorden? Wanneer gebruik je ze? 

Slide 13 - Slide

will/would (like)
will: verzoek of aanbod
zegt dat iets (niet) kan

Would: Beleeft verzoek
Iets dat niet echt is

(Would like: drukt een wens uit, nodigt uit, bied aan)



Slide 14 - Slide

can/could
Can: iets/iemand kan iets (niet) doen
vraagt om/geeft toestemming
doet een verzoek

could: verledentijd van can
beleefder dan can 

Slide 15 - Slide

may/might
May: zegt dat iets misschien (on)mogelijk is
vraagt om of geeft toestemming

Might: zegt dat iets misschien (on)mogelijk is



Slide 16 - Slide

shall/should
shall:  doet een suggestie
wordt soms gebruikt om over de toekomst te praten (vooral bij I en we) 

should: geeft advies of suggestie
spreekt ideaal of wens uit 

Slide 17 - Slide

Modal verbs
sorteer deze woorden op volgorde van hoe waarschijnlijk het is dat iets gebeurd. 
Sorteer van meest waarschijnlijk naar minst waarschijnlijk 

Will/may/shall/could/would/might

Slide 18 - Slide

Any questions? 
What do you still struggle with? 

Slide 19 - Slide

Get to work
Take a worksheet
work for yourself
Need help? --> Raise your hand
Time? --> until 5 minutes before the end of the lesson
Done? --> check your answers
Done checking? --> Read

Slide 20 - Slide

Goal
At the end of the lesson you can use the 3 remaining grammar items in a sentence and explain why they are used. 

Did you reach the goal? 

Slide 21 - Slide

Look forward
How are you going to study for the test? 
Do you still need help with anything? 

Slide 22 - Slide

Bye!
Have a nice day!

Slide 23 - Slide