De student kan:
- uitleggen wat het werkterrein is van de meest voorkomende snijdende en niet-snijdende specialismen in het ziekenhuis.
- beschrijven wat de meest voorkomende onderzoeken in het ziekenhuis inhouden, in het specifiek klinisch-chemisch, hematologisch en bacteriologisch onderzoek, endoscopisch en beeldvormend onderzoek, functieonderzoeken en histopathologisch onderzoek.
- beschrijven hoe de meest voorkomende anesthesietechnieken toegepast worden, in het specifiek lokale, blokkade, locoregionale, spinale en algehele anesthesie
- de oorzaken, de gevolgen, de symptomen en de behandelingen beschrijven van de meest voorkomende (postoperatieve) complicaties in het ziekenhuis. Te weten: wondinfecties, pneumonie, circulatiestoornissen en decubitus.