This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Video
Leerdoelen
Je weet welke soorten migratie en migratieredenen er zijn.
Je begrijpt waarom economische groei en ontwikkeling in arme landen vaak tot meer emigratie leidt.
Je kunt met betrekking tot migratie kaarten en grafieken analyseren.
Je beheerst de stof van dit onderdeel.
Slide 2 - Slide
Wat gaan we doen?
Voorkennis
Uitleg
Aan de slag
Afsluiting
Slide 3 - Slide
Wat weet je al over migratie?
Slide 4 - Mind map
Schrijf de inleiding van het artikel hiernaast. (20 woorden)
Slide 5 - Open question
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Migratie, ontwikkeling en retourmigratie
Met de termen ‘aspiraties’* en ‘mogelijkheden’ kun je voor mensen en gebieden voorspellen of er migratie zal plaatsvinden, of niet.
*aspiratie=streven naar iets
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Sleep de juiste fases naar de juiste plek in het model.
Men wil wel, maar kan niet
Men wil wel en kan ook
Men kan nog wel, maar wil niet meer
Beperkte migratie
Migratiepiek
Afnemende migratie en retourmigratie
Slide 18 - Drag question
3 soorten migrantie
Politieke migratie
Economische migratie
Sociale migratie
Slide 19 - Drag question
Buitenlandse migratie
Emigratie
Immigratie
Binnenlandse migratie
verhuizen en daarbij een grens overschrijden
vanuit Nederland naar Duitsland verhuizen
vanuit Duitsland naar Nederland komen.
Van de Randstad naar Texel verhuizen
Slide 20 - Drag question
4. Sleep het juist woord naar de juiste pijl
Emigrant
Migrant
immigrant
Slide 21 - Drag question
Arbeidsmigrant
Vluchtelingen
Ik ben weg gegaan uit Irak omdat ik bang was.
Ik ben in Nl gaan werken om geld te verdienen.
Mijn vader werkt in Nl, ik woon nog in Turkije.
Slide 22 - Drag question
Aan de slag
H5.1 maken
Sta je hoger dan een 7?
Dan mag je opdracht 1 en 2 overslaan.
Slide 23 - Slide
Leerdoelen
Je weet welke soorten migratie en migratieredenen er zijn.
Je begrijpt waarom economische groei en ontwikkeling in arme landen vaak tot meer emigratie leidt.
Je kunt met betrekking tot migratie kaarten en grafieken analyseren.
Je beheerst de stof van dit onderdeel.
Slide 24 - Slide
Les 2
Slide 25 - Slide
Wat gaan we doen?
Voorkennis
Uitleg
Controlerende vragen
Aan de slag
Afsluiting
Slide 26 - Slide
Leerdoelen
Je weet welke soorten migratie en migratieredenen er zijn.
Je begrijpt waarom economische groei en ontwikkeling in arme landen vaak tot meer emigratie leidt.
Je kunt met betrekking tot migratie kaarten en grafieken analyseren.
Je beheerst de stof van dit onderdeel.
Slide 27 - Slide
Buitenlandse migratie
Emigratie
Immigratie
Binnenlandse migratie
verhuizen en daarbij een grens overschrijden
vanuit Nederland naar Duitsland verhuizen
vanuit Duitsland naar Nederland komen.
Van de Randstad naar Texel verhuizen
Slide 28 - Drag question
Sleep de juiste beschrijving naar het goede kaartje
Ruraal-urbane migratie
Migratie vanuit het binnenland naar de kustgebieden
Migratie vanuit het binnenland naar de kustgebieden
Slide 29 - Drag question
4. Sleep het juist woord naar de juiste pijl
Emigrant
Migrant
immigrant
Slide 30 - Drag question
Sleep de juiste fases naar de juiste plek in het model.
Men wil wel, maar kan niet
Men wil wel en kan ook
Men kan nog wel, maar wil niet meer
Beperkte migratie
Migratiepiek
Afnemende migratie en retourmigratie
Slide 31 - Drag question
Immigrant
of emigrant?
Immigrant
Emigrant
Ik verhuis van Nederland naar Frankrijk
Ik verhuis van Syrië naar Nederland
Ik woon in Duitsland. Naast mij komt een Belg wonen.
Slide 32 - Drag question
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Slide
Een asielzoeker is ...
A
Een verzamelbegrip voor iedereen die in Nederland asiel aan wil vragen
B
Iemand die in een ander land gaat wonen of werken.
C
Iemand die in eigen land gevaar loopt door oorlog of vervolging.
Slide 38 - Quiz
Migratie vindt niet plaats vanuit de allerarmste gebieden, maar vanuit gebieden waar mensen voldoende aspiraties en mogelijkheden hebben om te vertrekken
A
Waar
B
Niet waar
C
Vanuit beide gebieden.
D
Er is nog een ander antwoord.
Slide 39 - Quiz
Wat wordt er bedoeld met kettingmigratie?
Slide 40 - Open question
Aan de slag
Maak H5.1
Sta je hoger dan een 7? Dan mag je opdracht 1 en 2 overslaan.
Slide 41 - Slide
Leerdoelen
Je weet welke soorten migratie en migratieredenen er zijn.
Je begrijpt waarom economische groei en ontwikkeling in arme landen vaak tot meer emigratie leidt.
Je kunt met betrekking tot migratie kaarten en grafieken analyseren.