Weer en klimaat - examentrainer

1 / 49
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Welke bomen kunnen beter tegen kou?
A
Loofbomen
B
Naaldbomen

Slide 7 - Quiz

Vlak bij de noordpool groeit / ligt...
A
naaldbomen
B
toendra
C
loofbos
D
ijs

Slide 8 - Quiz

rotsgordel
eeuwige sneeuw
boomgrens en groen
naaldbomen

Slide 9 - Drag question

Met taiga wordt bedoeld
A
loofbomen
B
palmbomen
C
naaldbomen
D
toendra

Slide 10 - Quiz

In de toendra zie je ...
A
mos, gras en struikjes
B
palmen en olijfbomen
C
naaldbomen
D
loofbomen

Slide 11 - Quiz

Een landklimaat
A
Groot verschil in zomer en winter
B
Naaldbomen
C
Een zee
D
Loofbomen

Slide 12 - Quiz

Wat is de goede volgorde van plantengordels in de bergen?
(van onder naar boven)
A
Alpenweide, loofbomen, naaldbomen, kale rotsen, eeuwige sneeuw
B
loofbomen, naaldbomen, kale rotsen, alpenweide, eeuwige sneeuw.
C
loofbomen, naaldbomen, alpenweide, kale rotsen eeuwige sneeuw
D
Naaldbomen, loofbomen, alpenweide, kale rotsen, eeuwige sneeuw

Slide 13 - Quiz

De wet van Buys Ballot luidt:
A
De wind waait altijd van L naar H
B
De wind waait altijd van H naar L
C
De wind waait altijd van rechts naar links
D
De wind waait soms wel en soms niet

Slide 14 - Quiz

Wat zie je hier? Een voorbeld van ...
A
intensieve veeteelt
B
extensieve landbouw
C
tertiaire sector
D
secundaire sector

Slide 15 - Quiz

Wat hoort waar bij. Sleep de zinnen naar de juiste afbeelding.
lagedrukgebied
hogedrukgebied
weinig neerslag
veel neerslag
stijgende lucht
dalende lucht

Slide 16 - Drag question

Wanneer waait de wind het hardst?
A
Bij een hoge drukgebied
B
Bij een lage drukgebied
C
Als isobaren dicht bij elkaar staan
D
Als isobaren ver van elkaar staan

Slide 17 - Quiz


A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Poolklimaat

Slide 18 - Quiz

Sleep de benamingen naar het juiste vak.
Test je kennis over het onderwerp van deze week!
Verschillende namen voor een begrip
orkaan / hurricane
cycloon
tyfoon

Slide 19 - Drag question

Wat hoort bij een orkaan?
A
Doorsnede van 500-1000 km
B
Doorsnede van 1000km-2000km
C
Doorsnede van 50-100 cm
D
Doorsnede van 500-1000 m

Slide 20 - Quiz

Sleep de begrippen op de juiste plaats!
Stuwings regen
Regen schaduw

Slide 21 - Drag question

Aanlandige wind in de zomer zorgt voor
A
verkoeling
B
opwarming van de aarde
C
verkoeling bij een hoge luchtdruk
D
opwarming bij een lage luchtdruk

Slide 22 - Quiz

Een vegetatiezone is....
A
Een gebied waar alleen vegetariers wonen
B
Een gebied met eigen soorten planten
C
Een gebied met heel veel verschillende plantensoorten
D
Een gebied zonder planten

Slide 23 - Quiz

Spanje
1. Mediterraan klimaat
2. gematigd zee klimaat
3. landklimaat
4. steppeklimaat
5. hooggebergteklimaat

Slide 24 - Slide

Aanlandige wind in de winter zorgt voor
A
verkoeling bij een hoge luchtdruk
B
opwarming bij een lage luchtdruk
C
verkoeling
D
opwarming

Slide 25 - Quiz

Amerikaanse klimaten verklaard

Slide 26 - Slide

Welke bewering klopt niet?
A
Nl ligt in een gordel van lagedrukgebied
B
Grote delen van Spanje hebben een landklimaat
C
De droogtegrens in de VS ligt op 100 gr. OL
D
Zonne-energie is duurzaam

Slide 27 - Quiz

Zonder broeikasgassen is het -18 graden op aarde. Over welk effect gaat het hier?
A
broeikaseffect
B
klimaatverandering
C
natuurlijk broeikaseffect
D
versterkt broeikaseffect

Slide 28 - Quiz

Welk natuurkenmerk past bij Indonesië?
A
Naaldbomen
B
Sneeuw en ijs
C
Zand en rotsen
D
Tropisch regenwoud

Slide 29 - Quiz

Olijfbomen, sinaasappelbomen en palmbomen horen bij:
A
toendra
B
loofbomen
C
Mediterrane plantengroei
D
naaldbomen

Slide 30 - Quiz

In welk klimaatgebied zijn de winters echt koud en de zomers warm?
A
tropische klimaten
B
landklimaten
C
droge klimaten
D
koude klimaten

Slide 31 - Quiz

Welke klimaten behoren tot de tropische klimaten?
A
Tropisch regenklimaat
B
Steppeklimaat
C
Savanneklimaat
D
Woestijnklimaat

Slide 32 - Quiz

In welk klimaatgebied zijn de zomers koel en de winters zacht?
A
droge klimaten
B
landklimaten
C
zeeklimaten
D
koude klimaten

Slide 33 - Quiz

Welke plantenzones vind je in koude klimaten?
A
steppe en woestijn
B
loofbos
C
naaldbos
D
toendra en ijs

Slide 34 - Quiz

Rond de evenaar vind je vooral gematigde klimaten
A
waar
B
niet waar

Slide 35 - Quiz

Wat is de overeenkomst tussen een woestijnklimaat en een poolklimaat?
A
Beide klimaten komen alleen op het noordelijk halfrond voor.
B
Beide klimaten komen alleen op het zuidelijk halfrond voor.
C
In beide klimaten leven geen dieren.
D
In beide klimaten groeien bijna of geen planten.

Slide 36 - Quiz

Welke 2 klimaten komen alleen op hoge breedte voor?
A
Tropisch klimaat, toendraklimaat
B
Toendraklimaat, Poolklimaat
C
Tropisch klimaat, savanneklimaat
D
Landklimaat, steppteklimaat

Slide 37 - Quiz

Wat zijn de kenmerken van de klimaten in het Midden-Oosten?
A
Koud en nat
B
Nat en warm
C
Droog en koud
D
Droog en warm

Slide 38 - Quiz

Nederland en België hebben verschillende klimaten?
A
Klopt
B
Klopt niet
C
Het ene jaar wel en het andere jaar niet!
D
Klopt,want België heeft bergen!

Slide 39 - Quiz

Klimaten van nat naar droog: welke volgorde is juist?
A
Woestijn-steppe-savanne-tropisch regenwoud
B
Savanne-tropisch regenwoud-steppe-woestijn
C
Steppe-woestijn-savanne-tropisch regenwoud
D
Tropisch regenwoud-savanne-steppe-woestijn

Slide 40 - Quiz


A
Land klimaat
B
Tropisch klimaat
C
Pool klimaat
D
Zee klimaat

Slide 41 - Quiz


A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Pool klimaat

Slide 42 - Quiz


A
Savanne klimaat
B
Tropisch regenwoud klimaat
C
Maritiem klimaat
D
Pool klimaat

Slide 43 - Quiz


A
tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Pool klimaat
D
Gematigd klimaat

Slide 44 - Quiz

Hoeveel mm neerslag heeft NL gemiddeld per jaar?
A
100 mm
B
800 mm
C
1800mm
D
500 mm

Slide 45 - Quiz


Welk klimaat zie je hier?
A
steppeklimaat
B
Tropischregenwoud klimaat
C
sneeuwklimaat
D
Savanneklimaat

Slide 46 - Quiz

Welk klimaat van Spanje zie je hier?
A
Gematigd zeeklimaat
B
Middellands zeeklimaat
C
Steppeklimaat
D
Landklimaat

Slide 47 - Quiz

In een tropisch klimaat wordt het nooit kouder dan...
A
15 graden
B
18 graden
C
20 graden
D
23 graden

Slide 48 - Quiz

Welke type landschap zie je hier? Welk klimaat?

Slide 49 - Slide