2mh - les 5 P1 - werden

   Deutsch!    

2mh
Les 5 P1
1 / 36
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

   Deutsch!    

2mh
Les 5 P1

Slide 1 - Slide

Studienführer
Voorbereiding voor les 5:
D-Prüfung

Volgende week:
neem oortjes mee
Safe Exam Browser downloaden




Slide 2 - Slide

Leren
Boek: Lernecke Seite 47-49
online:   Schritt 1-4 ->  Theorie

D-Prüfung
- leerdoelen gehaald?
- vragen vast leren kennen




Slide 3 - Slide

Toets
Luisteren
Lezen
Woordjes
Grammatica
Zinnen

Slide 4 - Slide

het bord
A
das Bord
B
der Tafel
C
der Teller
D
die Gabel

Slide 5 - Quiz

de vork
A
die Gabel
B
das Messer
C
der Löffel
D
die Forke

Slide 6 - Quiz

vers
A
frisch
B
verse
C
frühlich
D
fries

Slide 7 - Quiz

Was ist passiert?

Slide 8 - Open question

hopelijk

Slide 9 - Open question

Mijn verontschuldigingen daarvoor.

Slide 10 - Open question

 de voltooide tijd?


- een hulpwerkwoord
> haben
> sein
- een voltooid deelwoord

Slide 11 - Slide

Hoe ziet dat er in een zin uit?


Ich ......... im Ausland ................ .
Ich habe im Ausland gewohnt.

Ich .....  in die Türkei ........... .
Ich bin in die Türkei gereist.

Slide 12 - Slide

Het werkwoord haben 
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
hat
hast
habe
haben
habt
haben

Slide 13 - Drag question

Het werkwoord sein OVT
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
ist
bist
bin
sind
seid
sind

Slide 14 - Drag question

Slide 15 - Slide

Wat is de juiste hij-vorm in Perfekt van het werkwoord duschen?
A
er hat geduscht
B
er hat geduschd

Slide 16 - Quiz

Wat is de juiste ich-vorm in Perfekt van het werkwoord 'spielen'?

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

Wat is de juiste du-vorm in Perfekt van het werkwoord 'warten'?

Slide 19 - Open question

Wat is de juiste du-vorm in Perfekt van het werkwoord 'reden'?

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide

Das Festival ist gut ... .
A
georganisiert
B
organisiert

Slide 22 - Quiz

Mein Bruder hat im Ausland
A
studiert
B
gestudiert

Slide 23 - Quiz

hij heeft gereserveerd
.. ... .......... (reservieren)

Slide 24 - Open question

Samenvatting
uitzondering:  werden

werden:                                          
ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
werde
wirst
wird

werden
werdet
werden
werden heeft 2 betekenissen:
  1. worden
  2. zullen/van plan zijn/gaan ...

Vertalen van gaan:
  • werden = van plan zijn, zullen
  • gehen = ergens naartoe
uitleg

Slide 25 - Slide

Het werkwoord werden
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
wird
wirst
werde
werden
werden
werden

Slide 26 - Drag question

Ik word morgen 14.
Ich ... morgen 14.
1/8
A
werde
B
wirde
C
werd
D
wird

Slide 27 - Quiz

Zullen jullie lief zijn?
... ihr lieb sein?
2/8
A
Wirdet
B
Werd
C
Werdet
D
Werdt

Slide 28 - Quiz

Jij wordt later dierenarts.
Du ... später Tierarzt.
3/8
A
werdest
B
wirst
C
wirdst
D
wirdest

Slide 29 - Quiz

Thomas gaat ons helpen.
Thomas ... uns helfen.
4/8
A
werdet
B
wirst
C
werdest
D
wird

Slide 30 - Quiz

Word jij naar school gebracht?
... du zur Schule gebracht?

Slide 31 - Open question

Ik ga mijn vader helpen.
Ich ... meinem Vater helfen.

Slide 32 - Open question

Maria wordt beroemd.
Maria ... berühmt.

Slide 33 - Open question

Samenvatting
uitzondering:  werden

werden:                                          
ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
werde
wirst
wird

werden
werdet
werden
werden heeft 2 betekenissen:
  1. worden
  2. zullen/van plan zijn/gaan ...

Vertalen van gaan:
  • werden = van plan zijn, zullen
  • gehen = ergens naartoe
uitleg

Slide 34 - Slide

Hoe zeg je sorry in het Duits

Slide 35 - Mind map

an die Arbeit!
maken: 
Schritt 2 & 3

in je boek 
OF 
online (Edition)
Tschüssi
Schönes Wochenende

Slide 36 - Slide