H3 - Luistertoets periode 2 (B1 niveau)

(oefen)Luistertoets Havo 3
After today:
You will be able to answer questions.
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

(oefen)Luistertoets Havo 3
After today:
You will be able to answer questions.

Slide 1 - Slide

Introductie
introductie

Slide 2 - Slide

Vraag 1. Waarom was het volgens Scott een voordeel dat hij op zijn 15e is gaan werken in Bath?
vraag 1
A
Hij kon er in de loop der jaren een uitgebreide klantenkring opbouwen.
B
Hij kwam er al vroeg in aanraking met bekende ontwerpers van badkamers.
C
Hij kan klanten beter helpen door zijn ervaring met dat soort huizen.

Slide 3 - Quiz

Vraag 2. Wat zegt Scott over het soort werk dat hij doet?
Vraag 2
A
Hij doet vaak installatieklussen in grote projecten.
B
Hij installeert voornamelijk duurdere badkamers.
C
Hij past vooral moderne installatietechnieken toe.

Slide 4 - Quiz

Vraag 3: Welk probleem ondervindt Scott bij zijn werk in Bath?
Vraag 3
A
De prijs is meestal hoger dan begroot.
B
De leidingen zijn vaak verouderd.
C
de bouwvoorschriften zijn streng.

Slide 5 - Quiz

Vraag 4: Wat laat Scott zien met Mrs Otley?
Vraag 4
A
Hoe makkelijk klanten soms geld uitgeven.
B
Hoe onmogelijk de wensen van sommige klanten zijn.
C
Hoe investeren in klanten werk op kan leveren.

Slide 6 - Quiz

Vraag 5: Wat vertelt Scott over het contact met een klant?
Vraag 5
A
De klant nam een aantal goede tips aan.
B
De klant was nooit tevreden te stellen.
C
De klant dreef steeds zijn ideeën door.

Slide 7 - Quiz

Vraag 6: Hoe gaat Scott gewoonlijk te werk?
Vraag 6
A
Hij voert het ontwerp van Total Bathrooms uit in overleg met de klant.
B
Hij gaat met alle partijen om tafel zitten voordat hij aan een klus begint.
C
Hij doet alles zelf, maar Total Bathrooms controleert het hele proces.

Slide 8 - Quiz

Luister hiernaar voor je verder gaat
Inleiding Tweede gedeelte: Matt Nation

Slide 9 - Slide

Vraag 7: Wat is volgens Matt zo bijzonder aan de 17e-eeuwse schrijfster Jane Austen?
Vraag 7
A
Veel hedendaagse schrijfsters nemen een voorbeeld aan haar.
B
Ze is nu als persoon bekender dan in haar eigen tijd.
C
Door het onderwerp zijn haar boeken nog leuk om te lezen.

Slide 10 - Quiz

Vraag 8: Wat is volgens Matt het fijne van een baan hebben naast zijn toneelwerk?
Het geeft hem de mogelijkheid...
Vraag 8
A
ervaringen op te doen die hand gebruiken voor het toneelspel
B
andere mensen te ontmoeten dan alleen toneelspelers.
C
Die dingen met toneel te doen die hij leuk vindt.

Slide 11 - Quiz

Vraag 9: In welk opzicht is volgens Matt toneelspelen anders dan acteren in een film?
Op toneel...
Vraag 9
A
kun je afgeleid worden door het publiek.
B
moet je emoties heel duidelijk tonen.
C
moet je een scene in 1 keer goed doen.

Slide 12 - Quiz

Vraag 10: Waarom acteert Matt liever op toneel dan in een film?
Vraag 10
A
Er is meer uitwisseling met je collega's en met het publiek.
B
Er is meer druk om voortdurend hoge kwaliteit te leveren.
C
Er is meer afwisseling in het soort rollen dat je speelt.

Slide 13 - Quiz

Vraag 11: Wat zegt Matt over het publiek dat op zijn voorstellingen afkomt?
Vraag 11
A
Dat is meestal dezelfde groep.
B
Dat is altijd anders dan je denkt.
C
Dat is afhankelijk van het stuk.

Slide 14 - Quiz

Vraag 12: Waarom staan er steeds minder kinderen op het toneel?
Vraag 12
A
In moderne stukken zitten nauwelijks nog rollen voor kinderen.
B
Strengere overheidsregels maken het werken met kinderen lastig.
C
Kinderen doen tegenwoordig heel andere dingen in hun vrije tijd.

Slide 15 - Quiz

Vraag 13: Wat vertelt Matt over het jaarlijks openluchttoneel ''Shakespeare Live''?
Vraag 13
A
Dat wordt op allerlei manieren aantrekkelijk gemaakt voor het grote publiek.
B
Daar komt altijd veel publiek op af, ook al is het een klassiek stuk.
C
Daar heeft tegenwoordig alleen een kleine groep mensen belangstelling voor.

Slide 16 - Quiz

3e gedeelte: Berichten
Inleiding deel 3

Slide 17 - Slide

Vraag 14: Wat is volgens Karen Strong bijzonder aan de lemuren, een soort dieren, op Madagaskar?
Vraag 14
A
De eerste zijn daar via zeestromen terechtgekomen.
B
Sommige zijn gebruikt in een bekende tekenfilm.
C
Ze komen nergens anders ter wereld voor.

Slide 18 - Quiz

Vraag 15: Wat voorkomt volgens Jerry Cranshaw aanvallen op paardrijders door honden?
Vraag 15
A
Het opsluiten van loslopende honden.
B
Het aanpakken van hondenbezitters.
C
Een verbod van sommige hondenrassen.

Slide 19 - Quiz

Dit is het einde van de toets
Check of je alle vragen hebt beantwoordt en lever de toets dan in.

Slide 20 - Slide