Via vooraf Thema 2 gezondheid

Gezondheid
1 / 28
next
Slide 1: Mind map
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Gezondheid

Slide 1 - Mind map

Wat is een dieet?
A
regels die zeggen wat je wel of niet mag eten
B
medicijnen
C
regels over hoeveel je mag snoepen
D
bijsluiter

Slide 2 - Quiz

eetpatroon
A
elke dag hetzelfde eten
B
dieet
C
regels
D
wat je elke dag eet en wanneer

Slide 3 - Quiz

apotheek
A
winkel
B
bijsluiter
C
medicijnen
D
winkel waar je medicijnen op kunt halen

Slide 4 - Quiz

conditie
A
hoe je auto eruit ziet
B
of je fit bent of niet
C
te dik
D
te dun

Slide 5 - Quiz

de behandeling
A
medicijnen
B
gips
C
verzorging door een dokter
D
de bijsluiter

Slide 6 - Quiz

de bijsluiter
A
medicijnen
B
briefje bij een medicijn
C
conditie
D
dieet

Slide 7 - Quiz

de koorts
A
heel koud voelen
B
te hoge temperatuur
C
onderzoek
D
dieet

Slide 8 - Quiz

de vitamine
A
fruit
B
groente
C
stof in eten of drinken die je helpen om gezond te blijven
D
stof in huis

Slide 9 - Quiz

de ziekte
A
dat wat je ziek maakt
B
dieet
C
koorts
D
medicijnen

Slide 10 - Quiz

de huisarts
A
dokter
B
winkelier
C
medicijnen

Slide 11 - Quiz

de gezondheid
A
dieet
B
ziekte
C
koorts
D
hoe het gaat met je lichaam

Slide 12 - Quiz

het recept
A
bijsluiter
B
medicijnen
C
een briefje van de dokter
D
sportief

Slide 13 - Quiz

sportief
A
gezondheid
B
conditie
C
iemand die veel sport
D
medicijnen

Slide 14 - Quiz

het onderzoek
A
medicijnen
B
het recept
C
kijken of er iets aan de hand is
D
dieet

Slide 15 - Quiz

het alfabet

Slide 16 - Mind map

de 6 klinkers zijn

Slide 17 - Mind map

letters en klanken
lange en korte klank

Slide 18 - Slide

In welk woord hoor je een korte klank
A
B
C
D

Slide 19 - Quiz

waar zie je een korte klank?
A
bot
B
markt
C
graan
D
brood

Slide 20 - Quiz

waar hoor je een lange klank?
A
B
C
D

Slide 21 - Quiz

schrijf een woord waar je een lange klank hoort

Slide 22 - Open question

Lettergrepen
Een woord bestaat uit één of meer lettergrepen.
1: bos   
2: bosbes   bos - bes
3: bosbessen  bos - bes - sen  

Slide 23 - Slide

schrijf de volgende woorden in lettergrepen: behandeling
huisarts

Slide 24 - Open question

schrijf de volgende woorden in lettergrepen
bijsluiter
medicijn

Slide 25 - Open question

schrijf de volgende woorden in lettergrepen
conditie
koorts

Slide 26 - Open question

schrijf de volgende woorden in lettergrepen
dieet
recept

Slide 27 - Open question

schrijf de volgende woorden in lettergrepen
eetpatroon
vitamine

Slide 28 - Open question