Future-tenses

1 / 14
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Aan het einde van de les...
... weet je hoe je vertelt over persoonlijke plannen in de toekomst.
... kan je een voorspelling maken met gebruik van de juiste grammatica.

Slide 2 - Slide

Future

Slide 3 - Mind map

Present Simple
  • habits or routines

  • He, she and it?
always
never
frequently
in weekends
on Saturdays
sometimes

Slide 4 - Slide

Present Continuous + Future
I
You
He/She/It
We
you 
they
am
are
is
are
are
are
+
stam
+
-ing
at the moment
right now
Goed uitgedacht plan, gaat sowieso gebeuren

Slide 5 - Slide

To be going to
I
You 
He/she/it
We
You
They
am
are
is
are
are
are
Going to
+
- Bestaand plan
- voorspelling gebaseerd op aanwijzingen

Slide 6 - Slide

Will en Shall 
I
You 
He/she/it
We
You
They
will / shall
will 
will
will / shall
will
will

- Plan ontstaat tijdens een gesprek
- voorspelling gebaseerd op een mening
- Spontaan aanbod, beloftes, verzoeken of voorspelling

Slide 7 - Slide

... I come with you then?
A
Will
B
To be going to
C
‘ll
D
Shall

Slide 8 - Quiz

Wordt alleen bebruikt bij I en We bij vragen
Negatieve of ontkennende vorm
Wordt gebruikt bij bestaande plannen
Shall
Won't
to be going to

Slide 9 - Drag question

Dingen die gepland zijn en sowieso gaan gebeuren
Habits and routines
voorspelling gebaseerd op een mening
Voorspelling gebaseerd op een aanwijzing
Present Continuous
Present Simple
Will
To be going to

Slide 10 - Drag question

Up next!
Writing about your weekend plans!

Did you bring a pen and something to write on?

Slide 11 - Slide

Who has brought a pen to school today?
ME! :)
Not me :(

Slide 12 - Poll

Aan het einde van de les...
... weet je hoe je vertelt over persoonlijke plannen in de toekomst.
... kan je een voorspelling maken met gebruik van de juiste grammatica.

Slide 13 - Slide

Wat ga je doen?
  1. Vind een pionnetje (flessendop, pennendop, ring, oorbel. gum..) 
  2. Typ in google: online dobbelsteen
  3. Maak een zin aan de hand van het vakje waar je op gooit.
  4. Leg jouw antwoord uit, zodat je groepsgenoten het ook begrijpen.
timer
15:00

Slide 14 - Slide