Week 2 les 3

1 / 20
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Programm:
- Hausaufgaben korrigieren
- Woordenboekquiz
- Uitleg leesvaardigheid
- Hausaufgaben machen

Slide 2 - Slide

Aufgabe 11 Seite 21

Slide 3 - Slide

Woordenboekquiz
- Maak groepjes van 4 personen.

- We spelen verschillende rondes:
Ronde 1 - Zet in alfabetische volgorde
Ronde 2 - Wat staat zo niet in het woordenboek?
Ronde 3 - Opzoeken

Slide 4 - Slide

Ronde 1: Zet in alfabetische volgorde
Letters

Slide 5 - Slide

Ronde 2: Zet in alfabetische volgorde
Woorden

Slide 6 - Slide

Ronde 3: Wat staat zo niet in het woordenboek?

Slide 7 - Slide

Ronde 4 - Opzoeken
Zoek zo snel mogelijk de betekenis van het woord.

Slide 8 - Slide

Ronde 4 - Opzoeken
Scheußlich

Slide 9 - Slide

Ronde 4 - Opzoeken
Schwül

Slide 10 - Slide

Ronde 4 - Opzoeken
Ausschlupfen

Slide 11 - Slide

Ronde 4 - Opzoeken
Tastatur

Slide 12 - Slide

Ronde 4 - Opzoeken
Augenzwinkern

Slide 13 - Slide

Uitleg CITO leesvaardigheid

Slide 14 - Slide

Oefenen voor een leestoets
Bedenk voor het lezen voor jezelf waar de tekst over gaat. Kijk naar het plaatje, lees de titel en de ondertitel.

Slide 15 - Slide

Oefenen voor een leestoets
Je gaat de tekst nu skimmen.
Je leest de tekst zo snel mogelijk door, zodat je ongeveer weet waar de tekst over gaat. Woorden die je niet begrijpt, mag je gewoon overslaan.

Slide 16 - Slide

Oefenen voor een leestoets
Je leest nu de vraag. Begrijp je wat er staat? Als je woorden niet kent, die belangrijk zijn om de vraag te begrijpen, dan mag je die opzoeken in het woordenboek.

Slide 17 - Slide

Oefenen voor een leestoets
Je gaat de tekst nu scannen. Zie je ergens het juiste antwoord staan?
Als je denkt dat je het antwoord gevonden hebt. Lees je de regel voor en na het antwoord nog even goed door. Let op dat er geen ontkenning instaat.

Slide 18 - Slide

Oefenen voor een leestoets
Meerkeuze vragen:
Cito geeft altijd één of 2 antwoord(en), die complete onzin zijn. Dit antwoord zou je na het scannen al door kunnen strepen.
Meestal blijf je met 2 andere antwoorden zitten. Scan de tekst, probeer beide antwoorden in de tekst te vinden en lees vooral de regels er voor en er na goed door.

Slide 19 - Slide

Hausaufgaben
Machen:
Leesvaardigheid 1: korte teksten (t/m vraag 15)
Lernen:
Vokabeln B (t/m vanmorgen)

Slide 20 - Slide