Unidad 11 primera parte

• Spaans
• HBO
• Studiejaar 1

 U 11 primera parte

programa:

- herhaling vorige les

-dialoog: uitnodigen etc.

- een woning beschrijven

- meubels en inrichting

-complimenten maken en erop reageren

sin prisa

odiar

a la vez

proponer

charlar

zonder haast

tegelijkertijd

haten

voorstellen

kletsen

Hoe vertaal je: tener ganas de

Hoe zeg je : heel graag

Hoe zeg je: wat jammer

Hoe zeg je : als voorgerecht

hoe vertaal je :het seizoensfruit

hoe vertaal je: repartir

luisteropdracht 24 p. 100 wb

46

En el restaurante

1. Dime una frase para pedir algo en un restaurante. 

2. ¿Cómo se pide algo más?

3. ¿Cómo se valora la comida?

4. ¿Qué verbo utilizar para preguntarle al camarero sobre los ingredientes? (Wat voor ingredienten bevat de maaltijd)

Unidad 11  

            Mi nueva casa

lees de brief van Inés p.97 tb

¿Qué ventajas e
inconvenientes
tiene el nuevo piso
de Inés?

inconvenientes

ventajas

Mi casa (no) tiene que ser/ estar.......

schrijf in je schrift mbv 1c p. 97:

Mi casa

Inés se muda 

71

Inés quiere llevarse.....

el microondas

las camas

la mesa y sillas de la terraza

la nevera

el espejo

el lavaplatos

el escritorio

Juan busca una nueva compañera  de piso

 Vamos a leer los anuncios en la página 98

 ¿Qué anuncio corresponde a su piso?

El día de la mudanza

 ¿Dónde están los gatos? (Hay un gato encima del caminón/Hay uno debajo del sofá) ¿ Cuántos gatos hay?

encima de                   entre 

debajo de                    a la derecha de

delante de                 a la izquierda de

detrás de                    en el centro

Spanjaarden zijn bescheiden en zwakken een compliment vaak een beetje af.

Zie de voorbeelden :

Reageer op dit compliment:
¡Qué jersey tan bonito
llevas!

La vivienda en España

lees opdracht 6a op p.100 en beantwoord de vragen:

1. Waarom kopen Spanjaarden liever een woning dan dat ze 

huren?     

2. Waarom blijven Spaanse jongeren lang bij hun ouders         wonen?  

     3. Hoeveel Spanjaarden bezitten een eigen woning?                    Maak tot slot de volgende sleepvraag ;-)         

 

el 50%

el 5 %

el 70 %

el  80%

el 18%

( casi )todos

la mitad

la mayoría

algunos/as

( casi) nadie

en als afsluiting van Con Gusto 1 op de volgende slide een spel dat jullie 2 aan 2 kunnen  doen om Unidad 11  te herhalen: