H3.3 Vrede

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Introductie les

Ga rustig & stil klaar zitten.

Pak je boek, schrift en pen/potlood.

Geen jassen en tassen op tafel!

Vandaag

H3.3 Vrede

Aan de slag

Leerdoel

• Ik kan vier maatregelen noemen waarmee Duitsland na de Eerste Wereldoorlog gestraft werd.
  
• Ik kan vier kenmerken van het fascisme noemen.
  
• Ik kan uitleggen dat de Verenigde Staten in de jaren 1920 een consumptiemaatschappij en een vrijemarkteconomie waren.

Leerdoel: Ik kan vier maatregelen noemen waarmee Duitsland na de Eerste Wereldoorlog gestraft werd.

Vier maatregelen om Duitsland te straffen

• Duitsland moest 132 miljard mark in goud betalen aan de geallieerden. Dit geld was bedoeld om de oorlogsschade in Frankrijk en België te herstellen.
  
• Duitsland raakte grondgebied en zijn koloniën kwijt.
  
• Het Duitse leger mocht niet groter zijn dan 100.000 soldaten.
• Duitse soldaten mochten niet in het grensgebied met Frankrijk en België komen.

Leerdoel: Ik kan drie oorzaken van de Russische Revolutie noemen.

Leerdoel: Ik kan vier kenmerken van het fascisme noemen.

Kenmerken fascisme

• Een sterke leider die alle macht heeft en zo problemen snel kan oplossen. Iedereen moet hem gehoorzamen, want hij weet wat het beste is voor het land;
• Een sterke eenheid maken van het volk. Burgers maken onderling geen ruzie, maar zetten zich samen in voor hun land. Voor tegenstanders of mensen met een andere mening is geen ruimte;
• Extreem nationalisme. Fascisten vinden hun volk beter dan andere volken en willen van hun land een groot en machtig land maken;
• Geweld gebruiken om je doel te bereiken is heel normaal. Door te vechten laat je zien hoe sterk je bent en wat je overhebt voor je vaderland. Daarom dragen fascisten vaak uniformen en marcheren ze door de straten.

Leerdoel: Ik kan vier kenmerken van het fascisme noemen.

Leerdoel: Ik kan uitleggen dat de Verenigde Staten in de jaren 1920 een consumptiemaatschappij en een vrijemarkteconomie waren.

Verenigde Staten 1920

• Consumptiemaatschappij: Een samenleving waarin mensen veel luxeproducten kopen.
  

• Vrijemarkteconomie: Een economie waarin vraag en aanbod de prijzen en lonen bepalen.

Leerdoel: Ik kan uitleggen dat de Verenigde Staten in de jaren 1920 een consumptiemaatschappij en een vrijemarkteconomie waren.

Aan de slag!

H3.3

BLZ. 156 t/m 162

Opdracht 1 t/m 12

Als je klaar bent mag je iets voor jezelf doen in stilte.