2 Licht en straling

Licht en donker
1 / 48
next
Slide 1: Mind map
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 2

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 300 min

Items in this lesson

Licht en donker

Slide 1 - Mind map

Licht en donker
Hoe zien wij?

Slide 2 - Slide

Kleur

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Kleuren
Hoe onstaan kleuren?

Slide 6 - Slide

Kleuren maken
Hoe ontstaan kleuren die we zien? 




met Verf

Slide 7 - Slide

een blauwe broek!
een gele auto?
een zwarte auto?

Slide 8 - Slide

je ziet alleen voorwerpen die ....
A
.. licht geven
B
.. licht reflecteren
C
.. licht absorberen
D
.. licht geven of reflecteren

Slide 9 - Quiz

De primaire kleuren zijn ....
A
.. rood, geel en blauw
B
... geel, groen en magenta
C
.. cyaan, magenta en rood
D
blauw, groen en rood

Slide 10 - Quiz

Magenta kun je maken met ..
A
rood en blauw
B
rood en groen
C
groen en blauw

Slide 11 - Quiz

Geel kun je maken met ..
A
rood en blauw
B
rood en groen
C
groen en blauw

Slide 12 - Quiz

Cyaan kun je maken met ..
A
rood en blauw
B
rood en groen
C
groen en blauw

Slide 13 - Quiz

Rood kun je maken met ..
A
geel en cyaan
B
cyaan en magenta
C
magenta en geel

Slide 14 - Quiz

Lichtstralen en bundels
  • Hoe verplaatst licht zich?

  • langs rechte lijnen


Slide 15 - Slide

Schaduw
  • Licht verplaatst zich langs kaarsrechte lijnen
dus
dus
  • hoe teken je zelf een schaduw beeld
  • klik hier

Slide 16 - Slide

Licht verplaatst zich bijna altijd langs rechte lijnen
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz

Een schaduw is een plaats waar géén licht komt
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz

Hoe groter de lichtbron hoe vager de schaduw
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

Een puntvormige lichtbron veroorzaakt slag- of randschaduw
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

Een schaduw is in het centrum het donkerst
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

Verschillende lichtbundels
  • Alle lichtstralen hebben dezelfde richting. 
  • "Evenwijdige lichtbundel"
    Het licht van de zon geeft een evenwijdige bundel.
  • De lichtstralen lopen steeds verder uit elkaar.
  • "Divergente lichtbundel"
    De meeste kunstmatige lichtbronnen zoals lampen geven divergente bundels.
  • De lichtstralen gaan naar één punt.
  • "Convergente lichtbundel.
    Dit kom je in de praktijk bijna nooit tegen

Slide 22 - Slide

Breking en lenzen

Slide 23 - Slide

Breking
Licht verplaatst zich langs kaarsrechte lijnen maar .....

Slide 24 - Slide

Lenzen

  • Een (bolle of positieve) lens breekt de lichtstralen zo dat
  • alle lichtstralen uit één punt ......
  • ..... weer samenkomen in één punt

  • Van ieder voorwerpspunt wordt een beeldpunt gemaakt

  • Extra:
  • Hoe construeer je een beeld
  • Foto maken?:
  • klik hier

Slide 25 - Slide

We onderscheiden verschillende soorten lichtbundels:
evenwijdig, convergent en divergerend
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quiz

Het licht van de zon is altijd een evenwijdige bundel
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quiz

Lampen geven vrijwel altijd een divergente bundel
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quiz

Licht verplaats zich altijd langs kaarsrechte lijnen
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quiz

Licht kan van richting veranderen doordat het overgaat van de ene doorzichtige stof naar de andere doorzichtige stof
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quiz

Als licht twee maal wordt gebroken worden de lichtstralen verschoven
A
waar
B
niet waar

Slide 31 - Quiz

Met een positieve lens maak je altijd een omgekeerd reëel beeld
A
waar
B
niet waar

Slide 32 - Quiz

Positieve lenzen vinden we in een microscoop, een sterrenkijker, een leesbril en een loep
A
waar
B
niet waar

Slide 33 - Quiz

Positieve lenzen vinden we in een microscoop, een sterrenkijker, een leesbril en een loep
A
waar
B
niet waar

Slide 34 - Quiz

Spiegelen
Licht kan op verschillende manieren worden gereflecteerd (teruggekaatst)
  • Diffuus

  • Spiegelend

Slide 35 - Slide

Spiegelbeeld construeren









    • Lachen

    Slide 36 - Slide

    Reflectie is hetzelfde als terugkaatsing
    A
    waar
    B
    niet waar

    Slide 37 - Quiz

    Bij diffuse reflectie krijg je een mooi spiegelbeeld
    A
    waar
    B
    niet waar

    Slide 38 - Quiz

    Een spiegelbeeld kun je construeren met de spiegelwet of met de voorwerp-beeld-methode
    A
    waar
    B
    niet waar

    Slide 39 - Quiz

    NIET SCHADELIJK
    • radiogolven
    • van verre sterren
    • radio
    • wifi
    • magnetron (microgolven)

    • infraroodstraling
    • temperatuurafhankelijk

    SCHADELIJK (ioniserend)
    • ultravioletstraling
    • voor een deel tegengehouden door de ozonlaag
    • wordt je bruin van

    • röntgenstraling
    • groot doordringend vermogen

    • gammastraling
    • komt vrij bij kernsplijting
    Het Elektromagnetisch spectrum

    Slide 40 - Slide

    Toepassingen van EM-straling
    Röntgen
    Met een röntgenfoto kijk je in het lichaam.
    bv. om een botbreuk te vinden of een vreemd voorwerp
    Infrarood
    Met een infrarood thermoscan kan de vijand of een wietplantage worden opgespoord
    Bestraling
    Gammastraling wordt gebruikt om tumoren te bestralen. Gammastraling is schadelijk, de tumorcellen worden op deze manier vernietigd. Ook omliggend weefsel kan hierdoor beschadigd worden

    Slide 41 - Slide

    Het grootste deel van Elektromagnetische straling is zichtbaar licht
    A
    waar
    B
    niet waar

    Slide 42 - Quiz

    Röntgenstraling gaat dwars door je lichaam heen. (het heeft een groot doordringend vermogen)
    A
    waar
    B
    niet waar

    Slide 43 - Quiz

    Een röntgenlaborant staat tijdens het maken van de foto naast de patiënt
    A
    waar
    B
    niet waar

    Slide 44 - Quiz

    Radiogolven waren vroeger heel belangrijk voor de communicatie. Tegenwoordig is dat niet meer zo, nu hebben we internet en wifi.
    A
    waar
    B
    niet waar

    Slide 45 - Quiz

    Door het dunner worden van de ozon-laag komt huidkanker steeds meer voor
    A
    waar
    B
    niet waar

    Slide 46 - Quiz

    Gammastraling is in staat om kankercellen te genezen
    A
    waar
    B
    niet waar

    Slide 47 - Quiz

    Met IR-thermografie kan in kaart worden gebracht welke huizen slecht geïsoleerd zijn
    A
    waar
    B
    niet waar

    Slide 48 - Quiz