Javaanse boeren gebruiken veel kunstmest. Boeren kunnen hierdoor wel drie keer per jaar rijst oogsten.
D
De vele vulkaanuitbarstingen op Java.
Slide 15 - Quiz
Je ziet het klimaatdiagram van Padang in Indonesië. Vul in de tekst de juiste woorden in.
Een klimaatdiagram brengt.... en..... van een plaats in beeld. De in april en mei. De..... temperatuur ligt het hele jaar rond de..... . Het klimaat in Padang is warm en vochtig. Padang heeft een.....
gemiddelde temperatuur
neerslag
meeste neerslag valt
26° C
tropisch klimaat
Slide 16 - Drag question
Welke beweringen zijn juist? Klik alleen op de juiste letter(s).
A
Rijst groeit in Indonesië vaak op sawa’s.
B
De rijst groeit hier goed door de hoge temperaturen en de vele neerslag
C
In Indonesië wordt vooral rijst verbouwd op Kalimantan
D
Voedselgewoonten zijn een onderdeel van cultuur
Slide 17 - Quiz
In landen met een hoge welvaart werken de meeste mensen in de A. de landbouw (primaire sector) B. Industrie (secundaire sector) C. Diensten (tertiaire sector)
Slide 18 - Open question
Heeft NL ook een informele sector? Ja of Nee en leg uit.
Slide 19 - Open question
Wat de gevolgen zijn van de verstedelijking?
A
De arme mensen gaan in de binnenstad wonen
B
De steden lopen langzaam leeg door te veel arme mensen.
C
De overheid bouwt voor alle nieuwkomers een goed huis.
D
Kampongs in bepaalde gedeelten van de stad.
Slide 20 - Quiz
Verstedelijking = urbanisatie
A
Goed
B
Fout
Slide 21 - Quiz
Natuurlijke bevolkingsgroei is;
A
Als er in een jaar meer mensen worden geboren dan dat er mensen sterven
B
Bevolkingsgroei of bevolkingsafname door het aantal geboorten min het aantal sterfgevallen
C
Verandering van het bevolkingsaantal door vestiging min vertrek
D
Het percentage stedelingen in een land
Slide 22 - Quiz
Wat is verstedelijkingsgraad?
A
Aantal steden in een land.
B
Groei van het aantal steden in een land.
C
Percentage van de bevolking dat in steden woont.
D
Groei van de bevolking in steden.
Slide 23 - Quiz
Wat is verstedelijkingstempo?
A
Snelheid waarmee er meer steden in een land komen.
B
De groei van de steden in oppervlakte.
C
Percentage waarmee de verstedelijkingsgraad jaarlijks toeneemt.