Aanwezig op: maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag (SWS)
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
This lesson contains 14 slides, with text slides.
Items in this lesson
Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
takkenl@farel.nl
Aanwezig op: maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag (SWS)
Slide 1 - Slide
- Welkom / dagopening
- Stillezen
- Lezen H4: betrouwbaarheid van de auteur - bespreken
- H4 - formulier ontwerpen
- Syllabus
Doel:
- Je kunt benoemen aan welke voorwaarden een bron moet voldoen om betrouwbaar te zijn.
- Je kunt beoordelen of een bron betrouwbaar is en je legt uit waarom je dit denkt.
- Je maakt aannemelijk waarom een auteur betrouwbare informatie geeft.
Vandaag in de les:
Slide 2 - Slide
Stillezen
timer
15:00
Leg je boeken op tafel
Slide 3 - Slide
Niet elke tekst die je tegenkomt is even betrouwbaar.
Daarom is het belangrijk om je af te vragen waar de tekst vandaan komt en met welk doel hij geschreven is.
Hier moet je op letten:
- Wat is de bron/ wie heeft het geschreven?
- Wanneer is het gepubliceerd?
- Met welk doel heeft de maker het stuk gemaakt?
H3 - Betrouwbaarheid van bronnen
Slide 4 - Slide
Wie is de auteur (maker van de bron)
Let op deze dingen:
- Wat is het belang van de auteur? (politiek, commercieel)
- Hoe deskundig de auteur op het onderwerp van de bron?
H4 - Betrouwbaarheid van de auteur
Slide 5 - Slide
Op verschillende manieren deskundig
- Achtergrond in het werk- onderzoeksveld van het onderwerp
- Ervaringsdeskundig
- is de deskundigheid relevant?
H4 - Deskundigheid van de auteur
Slide 6 - Slide
Bespreken
H4 - opdracht 1, 2, 3, 5 en 6
Betrouwbaarheid van de auteur
Slide 7 - Slide
Beslisboom - voorwaarden betrouwbare tekst = opdracht 7
Voorwaarden: iets dat nodig is of dat je eist dat gebeurt, voordat iets anders gebeurt.
Maak opdracht 7 A, B en D
H4 - Deskundigheid van de auteur
Slide 8 - Slide
Werk aan de volgende opdrachten:
Alle opdrachten behorende bij:
4 - Beide/beiden (pagina 6)
5 - Apostrof (pagina 7)
6 - Bijvoeglijk naamwoorden (pagina 8 en gedeelte 9)
Gemengde oefeningen 20A - Pagina 31
Niet af? = huiswerk volgende les
Syllabus Spelling:
Slide 9 - Slide
Schrijf een brief aan een klasgenoot over het belang van lezen
In deze e-mail probeer je je klasgenoot ervan te overtuigen meer te gaan lezen: dat is je boodschap!
Je gebruikt argumenten die je vindt in de Leesmonitor van september 2017.
Verwijs in je e-mail bij de door jou genoemde argumenten steeds naar het artikel dat je uit de Leesmonitor hebt gebruikt. Verwijs naar minimaal drie artikelen.
Het werk dat je inlevert, moet verzorgd zijn, zowel qua spelling en taalgebruik als qua vormgeving
Literatuuropdracht deel 3
Slide 10 - Slide
Let hierop:
1. Je brief heeft een duidelijke indeling:
Inleiding: leid je brief in, waarom schrijf je hem en wat is je boodschap?
Middenstuk: argumenten waarom lezen belangrijk is. Je verwijst 3x naar een artikel uit de leesmonitor.
Slot: Korte samenvatting, uitsmijter.
2. De verwijzingen zijn heel duidelijk .
Je hebt niet letterlijk een stuk uit de tekst gekopieerd. Je legt uit waarom dit argument jouw mening ondersteunt.
3. Let op je toon.
Jij schrijft het aan een leeftijdsgenoot, het taalgebruik uit de artikelen is heel anders, dus dat moet je echt aanpassen.
Literatuuropdracht deel 3
Slide 11 - Slide
Aan de slag:
- Scan de leesmonitor en kies drie artikelen, deze ga je helemaal lezen.
- Maak een eerste opzet van je brief, welke argumenten ga je gebruiken en hoe verwijs je naar de artikelen?
- Ga je tekst verder schrijven.
Literatuuropdracht deel 3
Slide 12 - Slide
Vanavond ouderavond, grote opkomst?
Ouders gaan op jullie plattegrond zitten, dan weten ze ook waar jij zit.
- Maak een naambordje, zodat je ouders weten waar ze moeten gaan zitten.
Ouderavond
Slide 13 - Slide
- Leesboek meenemen (uit de mediatheek)
- Kern meenemen
- Je hebt de opdrachten uit de syllabus gemaakt en bij je