This lesson contains 14 slides, with text slides.
Houses and hometowns
p 77 TB
Stap 1: Onderstreep het werkwoord
Stap 2: is het een vorm van to be (am, is, are, was, were) have/has got, of een hulpwerkwoord:
Ja? plak het woord 'not'achter dit werkwoord.
nee? zet don't / doesn't / didn't (verleden tijd) voor het werkwoord
Let op: als je doesn't voor het werkwoord zet verdwijnt de s achter dit werkwoord.
als je didn't voor het werkwoord zet verandert dit werkwoord in de tegenwoordige tijd.
He writes a letter. He doesn't write a letter