This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
NOVA 5.1
Slide 1 - Slide
Bewegingen vastleggen: Filmen (30 foto's per seconde)
Filmen (30 fotos per seconde)
Stroboscopische foto
Slide 2 - Slide
5.1 Bewegingen vastleggen
Je krijgt in de volgende dia eerst de leerdoelen voor deze paragraaf te zien en hierna een filmpje en nog wat extra uitleg met daar tussendoor opdrachten.
Slide 3 - Slide
Leerdoelen 5.1
Je kunt uitleggen wat je op een stroboscopische foto ziet en hoe je zo'n foto maakt.
Je kunt benoemen welke twee dingen je moet weten om uit een stroboscopische foto de gegevens voor een afstand-tijddiagram te halen.
Je kunt een afstand-tijdtabel invullen.
Je kunt op een afstand-tijddiagram bij een tijdstip de bijbehorende afstand aflezen, en omgekeerd.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Bewegingen fotograferen
Jullie hebben zo juist een zappelin gezien die zich verplaatste en hierbij ook een plaatje dat je duidelijk zag hoe vaak hij zich verplaatste en met hoeveel meter. Deze foto noem je een stroboscopische foto. Hiermee kun je een beweging vastleggen. Er wordt bij deze foto de sluiter open gelaten en bij elke flits wordt er een moment opname van het voorwerp gemaakt. Hierdoor krijg je de foto zoals in de volgende dia.
Slide 6 - Slide
voorbeeld van een stroboscopische foto
Slide 7 - Slide
Wat is er belangrijk om te weten bij een stroboscopische foto?
De tijd tussen elke flits. Dit is dus het verschil tussen de eerste en de tweede bal op de foto.
De afstand die bijvoorbeeld de bal aflegt tussen de eerste en tweede flits.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Slide 10 - Video
Een afstand - tijd diagram maken
Je hebt hiervoor dus nodig de tijd tussen twee opeenvolgende flitsen, bijvoorbeeld de flits bij E en de flits bij F, en de afstand die daar tussenin is afgelegd. De afstand kan je in de figuur hieronder aflezen.
Slide 11 - Slide
Een voorbeeld van een afstand-tijd tabel
Slide 12 - Slide
Een afstand-tijddiagram maken
Van een afstand-tijd tabel kan je een afstand-tijddiagram maken. Deze 3 stappen heb je nodig om het diagram te maken:
Teken een assenstelsel, met de tijd langs de horizontale as en de afstand langs de verticale as.
Teken de gegevens uit de tabels als punten in.
Teken een lijn die zo goed mogelijk bij de meetpunten aansluit. Dit kan een rechte of een kromme lijn zijn.
Je kunt nu met dit diagram bij een bepaalde tijd de afstand aflezen of andersom. De volgende dia is een voorbeeld.
Slide 13 - Slide
Voorbeeld afstand-tijddiagram
Slide 14 - Slide
Voorbeeld:
Slide 15 - Slide
1
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Wat moet je uit de stroboscopische foto halen om een afstand-tijd tabel te maken?
A
De afstand
B
De snelheid
C
De tijd
D
Alle drie
Slide 18 - Quiz
Hoeveel afstand heeft de bal afgelegd bij C?
I
A
1 cm
B
10 cm
C
100 cm
D
1 m
Slide 19 - Quiz
Hoeveel afstand heeft de bal afgelegd bij D?
I
A
2,2 cm
B
22 cm
C
220 cm
D
2,2 m
Slide 20 - Quiz
Wat is een stroboscopische foto?
A
Een aantal foto's achter elkaar geplakt
B
Een flitslamp gecombineerd met een fototoestel
C
Een lamp gecombineerd met een fototoestel
D
Een foto genomen in de discotheek
Slide 21 - Quiz
Je kunt niet elke video-opname zo maar analyseren. Voor een goed resultaat moet een video-opname aan een aantal voorwaarden voldoen. Welke voorwaarden zijn dat?
A
De camera moet stilstaan.
B
De lengte van de video-opname moet bekend zijn.
C
Het aantal beelden per seconde moet bekend zijn.
D
De schaal van het beeld moet bekend zijn.
Slide 22 - Quiz
Je ziet de stroboscopische foto van een rollende bal. De stroboscoop gaf om de 0,1 s een flits. Hoeveel tijdsverschil zit er tussen de eerste en de laatste opname?
A
0,5 s
B
0,6 s
C
0,7 s
D
0,8 s
Slide 23 - Quiz
Je ziet een stroboscopische foto van een speelgoedeend die weg wordt gegooid. Op welk moment bewoog de speelgoedeend het langzaamst?
A
toen hij beneden was
B
toen hij boven was
C
hij bewoog steeds even snel
Slide 24 - Quiz
Hiernaast is een stroboscopische foto van een rollende bal. De stroboscoop geeft een flits om de 0,1 s. Hoeveel tijd zit er tussen de eerste en de laatste bal?
A
t = 0,8 s
B
t = 0,7 s
C
t = 0,9 s
D
Kun je niet uitrekenen. Je mist een gegeven.
Slide 25 - Quiz
Met behulp van een stroboscoop lamp is er een foto gemaakt van een honkballer De stroboscooplamp stond ingesteld op een tijd van 0,15 tussen twee flitsen. Hoe lang heeft de beweging van de slag van de honkballer geduurd?
A
0,15s
B
0,30s
C
0,45s
D
0,6s
Slide 26 - Quiz
De hele beweging van het paard duurt 2,3 seconden. Wanneer de stroboscoop wordt ingesteld om te flitsen om de 0,15 seconden hoeveel keer had het paard dan op de foto gestaan?
A
14 keer
B
15 keer
C
16 keer
D
17 keer
Slide 27 - Quiz
Met een camera kun je een beweging vastleggen op een stroboscopische foto. Hoe maak je een stroboscopische foto?
A
door de sluiter open te laten en constant te belichten
B
door de sluiter open te laten en te verlichten met een aantal korte lichtflitsen
C
door een hele reeks foto’s vlak achter elkaar te maken en constant te belichten
D
door een hele reeks foto’s vlak achter elkaar te maken met korte lichtflitsen
Slide 28 - Quiz
Je ziet twee foto's. Welke van deze twee is (of zijn) een stroboscopische foto?
A
alleen links
B
alleen rechts
C
zowel links als rechts
D
geen van beide
Slide 29 - Quiz
Wat gebeurt er met de snelheid van de bal in deze stroboscopische foto?
A
De snelheid blijft gelijk
B
De snelheid neemt af
C
De snelheid neemt toe
Slide 30 - Quiz
Wat is een stroboscoop?
A
Een speciale camera
B
Een soort videorecorder
C
Een LED-lamp
D
Een knipperende lamp
Slide 31 - Quiz
Een stroboscoop flitst 5 x per seconde. De tijd tussen de flitsen is dan:
A
0,5s
B
0,2s
C
2s
D
5s
Slide 32 - Quiz
Je ziet een stroboscopische foto van een rollende bal. De stroboscoop gaf om de 0,1 s een flits. Hoeveel tijd is er verstreken?
A
7 s
B
8 s
C
0,7 s
D
0,8 s
Slide 33 - Quiz
Wat voor diagram zie je hier?
A
afstand,tijd-diagram
B
snelheid,tijd-diagram
C
plaats,tijd-diagram
D
oppervlakte,tijd-diagram
Slide 34 - Quiz
A B C D Welke diagram kan geen afstand-tijd diagram zijn
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 35 - Quiz
Slide 36 - Slide
2 Leg uit bij welke foto een gewone lamp is gebruikt en waar een stroboscoop.
Slide 37 - Slide
Vraag:
Op welke plek heeft het balletje de hoogste snelheid?
Tussen 81 en 100 want daar legt het balletje de meeste afstand af
Slide 38 - Slide
Leerdoelen 5.1
Je kunt uitleggen wat je op een stroboscopische foto ziet en hoe je zo'n foto maakt.
Je kunt benoemen welke twee dingen je moet weten om uit een stroboscopische foto de gegevens voor een afstand-tijddiagram te halen.
Je kunt een afstand-tijdtabel invullen.
Je kunt op een afstand-tijddiagram bij een tijdstip de bijbehorende afstand aflezen, en omgekeerd.
Slide 39 - Slide
Wat kan ik doen als ik een onderdeel nog niet helemaal begrijp?
De dia's die lastig zijn nog een keer doornemen.
Opdrachten uit het boek nog een keer maken of online boek nog een keer maken.
Filmpjes kijken over het onderwerp dat je moeilijk vindt.