H6: het Israëlisch-Palestijnse conflict les 3 (1.2 en 1.3)

Het conflict tussen Israël en de Arabische wereld



Het Midden-Oosten van 1900 tot 1939
1 / 43
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Het conflict tussen Israël en de Arabische wereld



Het Midden-Oosten van 1900 tot 1939

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen welke problemen er in Palestina na de Eerste Wereldoorlog waren en op welke manier de staat Israël ontstond

Slide 3 - Slide





Het Ottomaanse Rijk
in 1683

Slide 4 - Slide

Palestina in het Ottomaanse Rijk (1)

  • Vanaf 1516 hoort Palestina bij het Ottomaanse Rijk (Turkse Rijk)

  • Joden, christenen en moslims leven vreedzaam naast/met elkaar

  • In het gebied wonen veel arme boeren die de grond pachten (huren) van Arabische grootgrondbezitters

Slide 5 - Slide

Palestina in het Ottomaanse Rijk
  • Situatie verandert halverwege de 19e eeuw: meestal rijke Joodse migranten (gevlucht uit Europa voor het antisemitisme) kopen grond van de Arabische grootgrondbezitters. 

  • Maar: dit was toch grond dat eigenlijk verhuurd werd aan arme boeren in Palestina? Klopt: de spanningen in het gebied nemen daarom toe.

Slide 6 - Slide

Het verval van het Ottomaanse Rijk
Grote problemen voor het Ottomaanse Rijk in de 19e eeuw:

  • Groeiend nationalisme van volken binnen het rijk: willen onafhankelijk zijn

  • Europese landen azen op het Midden-Oosten: om economische- (olie, Suezkanaal), politieke- (machtsuitbreiding), en godsdienstige redenen (Bijbelse gebeurtenissen vonden hier plaats)

  • Voor Groot-Brittannië geldt ook: het Suezkanaal was 'de navelstreng van het Britse Rijk', de snelste route naar hun kolonie India.

Slide 7 - Slide

De Eerste Wereldoorlog

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Belofte maakt schuld... (1)

  • Het Ottomaanse Rijk probeert zichzelf staande te houden tegen de invloeden van Frankrijk en Groot-Brittannië en kiest daarom de kant van Duitsland en Oostenrijk-Hongarije (Centralen)

  • Hiermee wordt het Ottomaanse Rijk ook een vijand van Groot-Brittannië

Slide 10 - Slide

Belofte maakt schuld... (2)

  • Groot-Brittannië kan elke hulp (geld, goederen en soldaten) in het gebied goed gebruiken...

  • ...en gaan dingen beloven aan verschillende groepen in de regio.

Slide 11 - Slide

1915: McMahon-Hussein-correspondentie
Britten beloven, als  de Arabieren helpen de Turken te verslaan, onafhankelijk voor de Arabieren
1917: Balfour-verklaring
Britten beloven de Joden, een Joods nationaal tehuis, in ruil voor steun aan de Britten

Slide 12 - Slide

Tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918)
  • 1915: McMahon-Hussein-correspondentie: Britten beloven, als ze helpen te Turken te verslaan, onafhankelijk voor de Arabieren

  • 1916: Sykes-Picot-verdrag: Frankrijk en Groot-Brittannië maken geheime afspraken om het gebied onderling te verdelen.


  • 1917: Balfour-verklaring: Britten beloven de Joden, een Joods nationaal tehuis, in ruil voor steun aan de Britten

Slide 13 - Slide

Na de Eerste Wereldoorlog (1919)
  • Onderhandelingen in Versailles

  • Zowel Palestijnse Arabieren als Joden gaan er vanuit dat de beloften worden ingelost: een eigen staat

  • Onderhandelaars (lees: Frankrijk en Groot-Brittannië) vinden dat het Midden-Oosten nog niet klaar is voor onafhankelijkheid

Slide 14 - Slide

Vrede van Versailles (1919)
  • Het Midden-Oosten wordt voorlopig bestuurd door de Volkenbond (voorloper van de Verenigde Naties)

  • De Volkenbond geeft Frankrijk en Groot-Brittannië de opdracht het gebied te besturen: mandaat

  • Van de Volkenbond moet Groot-Brittannië zich aan de Balfour-verklaring houden, niet aan de afspraken die gemaakt zijn met de Arabieren

  • 1922: Mandaatgebied Palestina

Slide 15 - Slide

Mandaatgebieden in het Midden-Oosten

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Aan de slag
Werk aan de opdrachten 2 tm 6 van 1.1/ 1.2 (zie studiewijzer).
Blz 100

Tot 13:45

Ben je klaar:
M: blz 134 Schema 1: achtergrond van dit conflict

Slide 18 - Slide

Tekst
Welk plaatje hoort bij welk monument?
Heilige grafkerk
Al Aqsa Moskee
Rotskoepel
Klaagmuur

Slide 19 - Drag question

Wat is de belangrijkste heilige plek voor de moslims in Jeruzalem?
A
De Rotskoepel
B
De klaagmuur

Slide 20 - Quiz

Welk volk verdreef de Joden uit Palestina rond 70 n.Chr?
A
De Perzen
B
De Grieken
C
De Arabieren
D
De Romeinen

Slide 21 - Quiz

Welk land heeft niet Palestina in handen gehad?
A
Groot-Brittanië
B
Het Romeinse Rijk
C
Frankrijk
D
Het Ottomaanse Rijk

Slide 22 - Quiz

Tegen welk rijk kwamen de Arabieren in opstand?
A
Het Ottomaanse Rijk
B
Groot-Brittanië
C
Frankrijk
D
Egypte

Slide 23 - Quiz

Wat betekende de Joodse diaspora?
A
Het belang van de heilige stad Jeruzalem.
B
Het proberen om volkeren tot het Jodendom te bekeren.
C
Het vereren van goden in de Joodse tempel.
D
Het verlaten van Israël en naar andere landen in de wereld gaan.

Slide 24 - Quiz

In de periode 1900-1939 traden er veranderingen op in het Midden-Oosten.
Rond 1900 werd Palestina geregeerd door de....
A
Turken
B
Egyptenaren

Slide 25 - Quiz

Waarom trekken er steeds meer Joden vanaf 1917 naar Palestina?
A
De brief van McMahon
B
De Balfourverklaring
C
De Eerste Wereldoorlog
D
Er is meer geld te verdienen in Palestina

Slide 26 - Quiz

Hier kwam een einde aan in 1918, na het uiteenvallen van het ……
A
Romeinse Rijk
B
Ottomaanse Rijk

Slide 27 - Quiz

Wat betekent zionisme?
A
Jodenhaat
B
Het streven van Joden naar een eigen staat
C
Een aanhanger van het Joodse geloof

Slide 28 - Quiz

In 1918, werden de door de Fransen en Britten veroverde gebieden opgeknipt in....
A
provincies
B
mandaatgebieden

Slide 29 - Quiz

Een van de gebieden was ….


A
Palestina
B
Marokko
C
India

Slide 30 - Quiz


Mandaatgebied
Palestina
1922-1948





Groot-Brittannië moet het gebied
namens de Volkenbond besturen

Slide 31 - Slide

Joodse immigratie - Palestijnse problemen (1)
  • Door de Britse toezegging van een Joods nationaal tehuis: veel Joodse immigranten (ongeveer 40.000) naar Palestina 

  • Welgestelde Joden kopen veel grond van Arabische grootgrondbezitters: Palestijnse Arabieren worden van hun land gezet

Slide 32 - Slide

Joodse immigratie – Palestijnse problemen (2)
  • Grote immigratie en Joodse landaankoop zorgen voor irritatie en angst bij de Palestijnse Arabieren

  • In het gebied ontstaan rellen

  • Joden vinden dat de Britten niet genoeg doen tegen het Arabische geweld en richten daarom hun eigen 'leger' op: Hagana

Slide 33 - Slide

Arabisch-Palestijnse opstand (1936-1939) (1)
  • Anti-Joodse wetten (Neurenberger Rassenwetten, 1935) zorgen voor emigratie uit Duitsland

  • Veel Joden willen het liefst naar de Verenigde Staten, maar dat land heeft strenge immigratiewetten

  • Joden kiezen daarom voor Palestina. Gevolg: 170.000 Joodse migranten in drie jaar tijd

Slide 34 - Slide

Arabisch-Palestijnse opstand (1936-1939) (2)
  • Burgeroorlog tussen Joden en Palestijnse Arabieren 

  • Arabieren plegen aanslagen op zowel Joden als Britten (die soms samenwerkten), en Joden plegen aanslagen op Arabieren en Britten

  • Onoverzichtelijke situatie waar de Britten zich geen raad mee weten

Slide 35 - Slide

MacDonald White Paper (1939) (1)
  • Een White Paper (Nederlands: witboek) is een regeringsplan

  • Hierin stonden de plannen van de Britse regering voor Palestina

  •  Binnen tien jaar zou er zelfbestuur komen voor Palestina. Joden en Arabieren zouden dit samen uitvoeren, over een gemengd Arabische-Joodse staat.

Slide 36 - Slide

MacDonald White Paper (1939) (2)   
  • De Joodse immigratie werd beperkt tot 15.000 mensen per jaar, voor de komende vijf jaar. Daarna mocht de Arabische bevolking hierover beslissen. 

  • De landaankoop door Joden werd beperkt.

  • Britten verlaten het gebied binnen tien jaar

Slide 37 - Slide

Gevolgen van het Witboek

  • De timing was zeer ongelukkig: de situatie voor Joden in Europa werd steeds gevaarlijker (Kristallnacht en de Holocaust), terwijl de mogelijkheden om te migreren/vluchten steeds moeilijker werd

  • Joden waren zeer teleurgesteld: dit was in strijd met de Balfour-verklaring uit 1917

  • Palestijnse Arabieren waren ook teleurgesteld, maar het geweld nam wel af.

Slide 38 - Slide

Begrippen uit deze les

  • Mandaatgebied Palestina
  • Hagana
  • Arabisch-Palestijnse opstand
  • Witboek
  • Holocaust
  • Verdelingsplan
  •  Arabisch-Israëlische Oorlog

Slide 39 - Slide

Personen uit deze les

  • David Ben-Goerion

Slide 40 - Slide

Jaartallen uit deze les

  • 1922-1948: Mandaatgebied Palestina
  • 1936-1939: Arabisch-Palestijnse opstand
  • 1939: Brits Witboek
  • 1947: Verdelingsplan VN
  • 1948: Oprichting staat Israël
  • 1948-1949:  Arabisch-Israëlische Oorlog

Slide 41 - Slide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 42 - Open question

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 43 - Open question