9.3 Theorieën over criminaliteit

Maatschappijleer 

CRIMINALITEIT 
9.3 Theorieën over criminaliteit 
1 / 17
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Maatschappijleer 

CRIMINALITEIT 
9.3 Theorieën over criminaliteit 

Slide 1 - Slide

Lesdoelen





Aan het einde van deze les ken je de zes theorieën over criminaliteit

Slide 2 - Slide

Individuele risicofactoren
1. Slechte opvoeding
2. Groepsdruk
3. Alcohol en drugs
4. Spijbelen of schooluitval
5. Biologische factoren (psychische stoornis)

Slide 3 - Slide

Maatschappelijke risicofactoren
1. Slechte leefomstandigheden
2. Minder strenge normen dan vroeger
3. Minder sociale controle (pakkans kleiner)


Slide 4 - Slide

Waarom wordt iemand crimineel?






Wat denken jullie?
Een theorie is een verklaring voor dingen die om ons heen gebeuren.

Slide 5 - Slide

Theorieën over criminaliteit
Wetenschappers hebben veel onderzoek gedaan naar crimineel gedrag. In dit hoofdstuk behandelen we theorieën die crimineel gedrag kunnen verklaren:
  • de aangeleerd gedrag theorie
  • anomie-theorie
  • bindingstheorie
  • rationele-keuze theorie
  • etiketteringstheorie
  • neutraliseringtheorie 

Samen lezen in het boek : Pagina 142, 143

Slide 6 - Slide

Johan heeft net verkering. Hij besluit om geen fietsen meer te gaan stelen omdat hij bang is dat zijn vriendin het dan zal uitmaken.
A
Persoonlijkheidstheorie
B
Bindingstheorie
C
Etiketteringstheorie
D
Gelegenheidstheorie

Slide 7 - Quiz

Je hebt geen geld, maar je wil wel status. Dus jat je een Stone Island jas. Dit past het beste bij de:
A
Aangeleerd gedragstheorie
B
Bindingstheorie
C
Etikettentheorie
D
Anomietheorie

Slide 8 - Quiz

Welke theorie?
Bij Simon thuis staan altijd zakken vol spullen, meestal zijn het horloges maar soms ook sloffen sigaretten. De vader van Simon zegt dat deze 'van de vrachtwagen zijn afgevallen'. Toen Simon op school probeerde een aantal horloges door te verkopen moest hij met de directeur en de wijkagent gaan praten
A
Persoonlijkheidstheorie
B
Bindingstheorie
C
Aangeleerd-gedragstheorie
D
Etiketteringstheorie

Slide 9 - Quiz

Welke theorie?
Thea heeft haar opleiding niet afgemaakt. Ze is weggelopen van huis en heeft geen echte vrienden. Ze is pas op heterdaad betrapt bij een inbraak.
A
Persoonlijkheidstheorie
B
Bindingstheorie
C
Aangeleerd-gedragstheorie
D
Etiketteringstheorie

Slide 10 - Quiz

Welke theorie?
Davey woont op een woonwagenkamp. Hij wordt regelmatig uitgescholden door kinderen uit het dorp. Davey wilde zijn best doen op school maar denkt soms dat mensen hem nooit voor vol aan zullen zien.
A
Persoonlijkheidstheorie
B
Bindingstheorie
C
Aangeleerd-gedragstheorie
D
Etiketteringstheorie

Slide 11 - Quiz

Erik wordt betrapt op het stelen van een blikje Red Bull. ''Iedereen heeft dit wel eens gedaan, dus het is niet erg''.
A
Neutraliseringstheorie
B
Rationele-keuzetheorie
C
Etikettentheorie
D
Anomietheorie

Slide 12 - Quiz

Welke theorie is in dit voorbeeld van toepassing:
"Robin heeft geleerd om eerst te slaan, en dan pas vragen te stellen. Dat heeft hij geleerd van zijn broer"

A
Aangeleerd gedragstherapie
B
Anomietheorie
C
Bindingstheorie
D
Etikettentheorie

Slide 13 - Quiz

Situatie: Maaike wordt vaak uitgescholden voor asociaal. Ze vindt dat ze zich daar maar naar moet gedragen.
Bij welke theorie hoort deze situatie?
Situatie: Maaike wordt vaak uitgescholden voor asociaal. Ze vindt dat ze zich daar maar naar moet gedragen.      
Bij welke theorie hoort deze situatie?
A
Etikettentheorie
B
Bindingstheorie
C
Neutraliseringstheorie
D
Anomietheorie

Slide 14 - Quiz

Aan de slag:
Verplicht:
Lezen: 9.3: Theorieën over criminaliteit  op blz. 142/143 in je tekstboek.
Maken:  Opdrachten op je laptop



timer
15:00

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video