Welke formule moet je gebruiken?
a) Een elektrische waterkoker heeft een vermogen van 2500 W en een spanning van 230 V. Bereken de stroomsterkte van de elektrische waterkoker.
b) Een elektrische radiator heeft een vermogen van 1,5 kW en staat 3 uur aan om een ruimte te verwarmen. Bereken hoeveel energie (in kilowattuur) de radiator verbruikt.
c) Een föhn verbruikt in totaal 0,8 kWh als hij 40 minuten aan staat. Bereken het vermogen van de föhn.