Les 21 mei

• NT2
• MBO
• Studiejaar 1,2

Welkom

Hoe voel jij je vandaag?

😒🙁😐🙂😃

Welkom!

Fijn dat je er bent!

Welke emoji 

past vandaag 

bij jou?

De ... emoji past bij mij, want .......

1. Vorige les/ Terugblik?

In de vorige les hebben wij gewerkt aan? 

• woorden voor emoties
• Ganzenbordspel > herhalen lesstof
• Luisteroefening
• Schrijfoefening

Lesprogramma vandaag:

1. Terugblik
2. Wat moet ik doen bij de examens?
3. Oefenen lezen / luisteren
4. Oefenen spreken
5. Oefenen schrijven
   
6. Vragen? Boek? Opdrachten?
   
7. Reflectie

Nieuwe cursist:

Voorstelrondje

Lesdoelen:

Na deze les:

• weet ik hoe wat ik op de examens moet doen
• kan ik een leestekst begrijpen
• kan ik zinnen schrijven op mijn niveau

2. Examens

Wat moet je doen bij de examens?

Lezen

Luisteren

Gesprekken voeren

Schrijven

A2: werken uit boek

fclive-my.sharepoint.com

3. Leesteksten

Leesteksten 

A1: formulieren

A2: verhuizen uit Taalcompleet

4. Spreken

A1: 

A2: 

Groepjes van 3 

1. A kiest de vraag en leest voor

2. B geeft antwoord

3. C controleert het antwoord 

4. wisselen

Pauze

Pauze 

5. Oefenen schrijven

Werkbladen maken

A1                                      

A2                                             

Klaar? A2

6. Zelfstandig werken + vragen over boek

Wat was je huiswerkdoel? Heb je dat gehaald?

Stel een nieuw doel voor volgende week

• Met een aantal cursisten moet ik het trajectplan bespreken
• Zelfstandig samenwerken

Je mag ook de thematoets maken op je telefoon

Lesdoelen:

Na deze les:

• weet ik hoe wat ik op de examens moet doen
• kan ik een leestekst begrijpen
• kan ik zinnen schrijven op mijn niveau

6. Reflectie:

Beantwoord vraag 1 of 2 of 3:

1. Welk lesonderdeel was het beste?
2. Stel 1 vraag over deze les  
3. Welk nieuw woord vind je belangrijk? Waarom

7. Sluiting en vooruitblik:

Volgende week: ?

Heb je jezelf een huiswerk doel gesteld?

woordle.org

4. Denkvierkanten

Schrijf op:

1. Bij elk nummer wat je ziet                                                                                          /   Bijvoorbeeld: "Ik zie ..../ er zijn ...

Praten:

1. Wat is hetzelfde op de 4 foto's?
2. Wat is verschillend?
3. Waarom hoort 1 er niet bij? Etc.

1

2

3

4