licht

wat is het brandpunt
A
het punt in de lens
B
het punt waar lichtstralen bij elkaar komen
C
een punt wat verbrand is
D
hetzelfde als een beeldpunt
1 / 18
next
Slide 1: Quiz
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

wat is het brandpunt
A
het punt in de lens
B
het punt waar lichtstralen bij elkaar komen
C
een punt wat verbrand is
D
hetzelfde als een beeldpunt

Slide 1 - Quiz

Afkorting voor brandpunt
A
f
B
F
C
b
D
B

Slide 2 - Quiz

De brandpunts-afstand is de afstand van de lens tot het brandpunt
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 3 - Quiz

Bolle lenzen hebben twee brandpunten.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

Een bundel zonlicht valt op een bolle lens.
De lichtstralen komen samen in het brandpunt.
Tussen de lens en het brandpunt is de lichtbundel: .................
A
convergent
B
divergent
C
evenwijdig

Slide 5 - Quiz

Welk getal geeft het brandpunt aan?
Met welke letter wordt het brandpunt aangegeven?
A
1 en O
B
6 en F
C
1 en F
D
6 en O

Slide 6 - Quiz

Een holle lens, heeft geen brandpunt.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Ultraviolet licht, wit licht en infrarood licht komen als straling van de zon
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 8 - Quiz

Het licht van de zon zie je als wit licht.
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 9 - Quiz

blauw licht + rood licht =
A
geel
B
cyaan (groenblauw)
C
magenta (paars)
D
wit

Slide 10 - Quiz

Het tegenovergestelde van het licht uitdoen is het licht .....
A
afschaffen
B
alsof
C
aandoen
D
aarzelen

Slide 11 - Quiz

Verstrooid licht is licht ..........
A
In tegengestelde richting
B
In alle richtingen

Slide 12 - Quiz

Omdat blauw licht energierijker is dan rood licht
Dit is:
A
hoofdzin
B
bijzin

Slide 13 - Quiz

rood licht + groen licht + blauw licht =
A
geel
B
cyaan (groenblauw)
C
magenta (paars)
D
wit

Slide 14 - Quiz

Geeft dit licht of weerkaatst het licht?
Je zaklamp
A
Geeft licht
B
Weerkaatst licht

Slide 15 - Quiz

Bij een vlakke spiegel is de voorwerpsafstand gelijk aan de beeldafstand.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Wat is de beeldafstand?
A
10 cm
B
30 cm
C
40 cm
D
70 cm

Slide 17 - Quiz

Welk getal geeft de beeldafstand aan ?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 18 - Quiz