2. Electric cars - Grammar: plurals + present continuous

Welcome

1 / 37

Slide 1: Slide

EngelsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Welcome

Slide 1 - Slide

LessonUp.com

Klascode NS13: ipgna

Slide 2 - Slide

GOALS

- you know how to make words plural

- you know how to make and use the present continuous

- you know the difference between the present simple and continuous

- you learn about the history of electric cars by watching a clip

- you write down your opinion on electric cars

Slide 3 - Slide

NU Engels ONLINE

- maak een account aan met jouw

ROC E-MAIL

- vul de activatiecode in

- klas koppelcode = 42985

- open NU Engels

Slide 4 - Slide

Ondernemend gedrag

Uitleg opdracht 1

Slide 5 - Slide

About last class . .

Grammar:

- A / AN

- Present simple

Slide 6 - Slide

Ik weet nog wanneer ik A en AN moet gebruiken!

YES!

Remind me one more time please

Huh what?

Slide 7 - Poll

present simple:
He often _____ (visit) his friends.

Slide 8 - Open question

present simple:
I _____ (not like) waiting.

Slide 9 - Open question

present simple:
________ (he work) at NS?

Slide 10 - Open question

What's the difference?

It often snows in winter.

Look outside, it's snowing.

Slide 11 - Slide

Grammar

Present Continuous

Slide 12 - Slide

Present Continuous

Je gebruikt deze vorm om te zeggen wat er op dit moment aan de gang is of wat iemand nu aan het doen is.

I am talking and you are listening.

Slide 13 - Slide

How?

Vorm van TO BE (am/are/is) + WERKWOORD-ING

AM / ARE / IS + WW-ing

Slide 14 - Slide

I am

You are

He is / She is / It is watching a film.

We are

You are

They are

Slide 15 - Slide

Pay attention!

My brother = HE

Me and my friends = WE

The football players = THEY

YOU = jij EN jullie

Slide 16 - Slide

Examples

I’m walking along the beach. What are you doing?

Is Carol sleeping? No, not yet. She’s brushing her teeth.

We’re just leaving the bus station. We’ll see you in ten minutes.

Slide 17 - Slide

What are they doing?

Slide 18 - Slide

Watch the clip

Write down your opinion on electric cars and explain why.

Use the information from the clip.

Write (at least) 10 sentences.

Slide 19 - Slide

www.ted.com

Slide 20 - Link

Write - 10 minutes

Write down your opinion on electric cars and explain why.

Use the information from the clip.

Write (at least) 10 sentences.

Hand in!

Slide 21 - Slide

Grammar

Singular and plural nouns

meervoud

Slide 22 - Slide

Write the plural form of the word:
car

Slide 23 - Open question

REGELmatige meervoud

De regel is:

woord+s

gewoon eraan vast, GEEN komma's!

Slide 24 - Slide

Write the plural form of the word:
fox

Slide 25 - Open question

Uitzondering 1

Woorden die eindigen op een sisklank (-s/-z/-x/-ch/-sh) krijgen -es in plaats van -s:

bus - buses Spreek uit als -iz

coach - coaches

box - boxes

mass - masses

Slide 26 - Slide

Write the plural form of the word:
potato

Slide 27 - Open question

Uitzondering 2

Woorden die eindigen op -o krijgen soms -es, maar soms ook gewoon een -s (uit je hoofd leren of opzoeken).

cargo - cargoes video - videos

echo - echoes radio - radios

hero - heroes shampoo - shampoos

tomato - tomatoes piano - pianos

Slide 28 - Slide

Write the plural form of the word:
wife

Slide 29 - Open question

Uitzondering 3

Sommige woorden die eindigen op -f(e) krijgen -ves in het meervoud. Dit zijn bijvoorbeeld de woorden calf, half, life, wife en wolf (uit je hoofd leren).

knife - knives belief - beliefs

leaf - leaves chefs - chefs

shelf - shelves cuff - cuffs

thief - thieves chief - chiefs

Slide 30 - Slide

Write the plural form of the word:
baby

Slide 31 - Open question

Uitzondering 4

Als een woord eindigt op een medeklinker + -y, dan verandert -y in -ies.

maar NIET na een klinker+y

try - tries toy - toys

body - bodies birthday - birthdays

lady - ladies Y kinkt hier als J

Slide 32 - Slide

Write the plural form of the word:
man

Slide 33 - Open question

Onregelmatige meervoud

Er zijn ook woorden die in het meervoud een andere vorm krijgen (uit je hoofd leren):

child - children mouse, louse - mice, lice

man - men woman - women

foot - feet tooth - teeth

Slide 34 - Slide

Altijd meervoud

Woorden voor brillen, broeken en scharen staan altijd in het meervoud. Ze horen voorafgegaan te worden door pair(s) of. In het enkelvoud gebruik je a pair of in plaats van het lidwoord a.

a pair of scissors - 4 pairs of scissors

pyjamas, knickers, glasses, binoculars, trousers, jeans, shorts

Slide 35 - Slide

CORRECT

WRONG

1 tooth - 2 tooths

1 knife - 2 knives

1 crash - 2 crashs

1 treat - 2 treates

1 tray - 2 trays

1 baby - 2 babies

1 pony - 2 pony's

1 woman - 2 womans

1 echo - 2 echos

1 club - 2 clubbess

1 boy - 2 boys

1 half - 2 halves

Slide 36 - Drag question