les 11 thema 1

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom

Mobiel uitzetten en in de tas doen.

Rustig op je eigen plek gaan zitten.

Je schrift en etui op tafel leggen.

Je laptop alvast opstarten en inloggen bij lessonup, daarna je laptop omdraaien (met scherm naar de docent).
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

Deze les

Terugblik vorige week.   

Uitleg nieuwe leerdoelen.   

Opdrachten maken.   

Afsluiten; hoe is het deze les gegaan? 

Vorige les, huiswerk bespreken.

Huiswerk af? (Controle).

B5: vraag 9 en 11 en vwo B7 vraag 1  waren door veel mensen fout gemaakt.

Leren onderzoeken (nog veel niet af..) opdr 2 (denk maar aan ademen door een hele lange slang).

Heb je een andere vraag fout gemaakt en heb je daar hulp/uitleg bij nodig? Vraag me dan straks nog even om uitleg.

Nog even 3 vragen via lessonup over de leerdoelen van vorige week.

Welke stof in tabaksrook zorgt voor een droge hoest?

1. koolstofmonoxide
2. nicotine
3. teerproducten

Welke stof in tabaksrook zorgt voor een slijmerige, rochelende hoest?

1. koolstofmonoxide
2. nicotine
3. teerproducten

De gevolgen van tabaksrook kunnen zijn:

1

2

3

4

5

6

7

1. 1, 2, 3
2. 3, 4, 5
3. 1, 5, 7
4. 1, 2, 5, 7

De leerdoelen van deze week: 

• Je kunt beschrijven hoe de gaswisseling plaatsvindt bij verschillende diergroepen.

vwo ook:

• Je kunt het verschil in verbranding bij koudbloedige en warmbloedige dieren beschrijven.

Je kunt beschrijven hoe de gaswisseling plaatsvindt bij verschillende diergroepen.

Je moet dit weten voor:

-Eencelligen

-Insecten

-Vissen

-Vogels

Ademhaling van eencelligen

Door het celmembraan, omdat het oppervlak van het celmembraan groot genoeg is om voldoende zuurstof te kunnen op nemen en koolstofdioxide te kunnen afgeven. 

Celmembraan is heel dun.
Denk bij de verhouding oppervlakte : inhoud aan het voorbeeld van de muis en de olifant.

1 cm3  heeft oppvl van 6 cm2.  Verhouding 1:6

Tien keer groter is 1000cm3 en dan heb je een oppvl van 600 cm2. Verhouding is 1: 0,6

Ademhaling van insecten

Bij insecten gaat de ademhaling via het achterlijf.

In de zijkanten van het lijf zitten kleine openingen, stigma's. 

Via die stigma's gaat het door een serie sterk vertakte buizen, tracheeën.

spiracles = stigma's

0

Ademhaling bij vissen: kieuwen.

Elke kieuw bestaat uit meerdere kieuwbogen. Hieraan zitten heel veel kieuwplaatjes.

Met de kieuwplaatjes kan de vis de zuurstof opnemen

Ademhaling bij vissen: kieuwen.

0

Ademhaling bij vogels

longen (zonder longblaasjes) en luchtzakken

2 neusopeningen boven snavel

neuskamer

longen klein en kunnen niet groter of kleiner worden

vogel heeft luchtzakken die wel uitzetten

Luchtzakken

Leerdoelen:

-Je kunt beschrijven hoe de gaswisseling plaatsvindt bij verschillende diergroepen.

-Je kunt het verschil in verbranding bij koudbloedige en warmbloedige dieren beschrijven. 

Kun je bereiken door:

-Te lezen / bestuderen de tekst van B 1.6 en voor vwo ook van B 1.8.

-Te maken: opdracht 1 t/m 10 van B 1.6 en vwo ook 1 t/m 4 van B 1.8.
-De antwoorden van de opdrachten serieus te controleren.   

-Je kennis van de leerdoelen te toetsen met de flitskaarten en de test je zelf.

Eerst 10 minuten zelf in stilte, daarna mag je overleggen. 

Extra uitleg nodig? Meer weten?

Herhaling/extra uitleg

-Ademhalingsstelsel

-Snapput

-Biologiepagina.nl

-Werking Longen (longfonds)

-Gaswisseling (schooltv)

-Borst en buikademhaling

Meer weten?

-Corona in je longen 1

-Corona in je longen 2

-Biobits ademhaling en astma

-Roken

-COPD

-Astma

-Over drugs

-Kieuwen; tegenstroomprincipe

-Constante temperatuur vogels; tegenstroom principe

VOLGENDE WEEK TOETS!

Ver genoeg gekomen met de opdrachten?
Zo niet; genoteerd wat je thuis gaat doen?  

Pak dan je tas in en wacht nog even rustig op je eigen plek tot het tijd is.
Laat je plek netjes achter, schuif je stoel aan en vergeet je mobiel niet.