3K: Hoofdstuk 5: E: RELATIVE PRONOUNS



_welcome


Pak je laptop/boek erbij, we beginnen als de timer voorbij is.
Telefoons in de tas/zak, niet op tafel.


timer
2:00
1 / 11
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson



_welcome


Pak je laptop/boek erbij, we beginnen als de timer voorbij is.
Telefoons in de tas/zak, niet op tafel.


timer
2:00

Slide 1 - Slide

_FOR TODAY
  • Grammatica: Relative pronouns (betrekkelijke voornaamwoorden)

Slide 2 - Slide

_RELATIVE PRONOUNS
De kat die op de vensterbank zit, is heel schattig.

The boy who works at the restaurant is nice.

Myrthe, whose job it is to clean was not at work today.

The hotel, which was expensive, was close to the beach.

Slide 3 - Slide

_RELATIVE PRONOUNS
De kat die op de vensterbank zit, is heel schattig.

The boy who works at the restaurant is nice.

Myrthe, whose job it is to clean was not at work today.

The hotel, which was expensive, was close to the beach.

Slide 4 - Slide

_RELATIVE PRONOUNS
Deze gebruik je om 2 losse zinnen te verbinden. Bijvoorbeeld:
I have a dog. The dog is friendly.

Door een relative pronoun te gebruiken maak je er 1 zin van:
I have a dog that is friendly.


Slide 5 - Slide

_EXAMPLES (VOORBEELDEN)
Bij personen: Who
Possession (bezit): Whose
Bij dieren of dingen: That of Which

Je gebruikt that ook als de extra informatie nodig is om te weten waar de zin over gaat:
The lasagne that I wanted to eat was gone

Slide 6 - Slide



Who, whose, which of that?

The boy ____ lives next door is my friend.

Slide 7 - Slide



Who, whose, which of that?

I saw a bird ______ was very colorful.

Slide 8 - Slide



Who, whose, which of that?

The woman _______ kid was screaming left the store.

Slide 9 - Slide

_Aan het werk
Hoofdstuk 5: E Grammar
Pagina 79, 80 en 81: Opdrachten 31, 32, 33, 34, 35, 36

Je gaat gewoon rustig aan het werk.
Al klaar? Ga oefenen met de words (pagina 100 & 101).
                   OF gebruik slim stampen in het online boek om                                            grammatica te oefenen

Slide 10 - Slide

_Afsluiting
Was dit genoeg of snap je 
het nog niet helemaal?

Slide 11 - Slide