This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Welkom
Examentraining Nederlands
Slide 1 - Slide
Lesdoel:
Aan het einde van deze les:
weet je de regels voor het schrijven van een artikel en een zakelijke e-mail.
Slide 2 - Slide
Wat krijg je op je examen Nederlands:
Vier teksten waar je vragen over krijgt en een schrijfopdracht over de laatste tekst.
Dit kan zijn:
- een artikel;
- een zakelijke brief;
- een zakelijke e-mail.
.
Slide 3 - Slide
Examentraining Nederlands: artikel en zakelijke e-mail schrijven.
Slide 4 - Slide
Artikel schrijven: wat weet je nog?
Slide 5 - Mind map
Slide 6 - Video
Onder een artikel zet je altijd:
A
slotformule
B
je eigen naam (en klas)
C
groetjes,
D
bedankt
Slide 7 - Quiz
In een artikel...
A
...staan alleen feiten
B
...staan alleen meningen
C
...kunnen feiten en meningen staan
Slide 8 - Quiz
In een artikel.....
A
Geef je de lezer informatie over een onderwerp.
B
Geef je je mening over een onderwerp.
C
Moet je u gebruiken.
D
Signaalwoorden zoals ten eerste, vervolgens en tot slot zijn belangrijk.
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
In een artikel begin je de eerste zin nooit met 'Ik'
A
klopt
B
klopt niet
Slide 13 - Quiz
Waar zet je de aanleiding voor het schrijven van het artikel?
A
In het middenstuk
B
In het slot
C
In de titel
D
In de inleiding
Slide 14 - Quiz
Wat kun je zoal in het slot van een artikel schrijven?
A
samenvatting en conclusie
B
mening en argumenten herhalen
C
opsomming
D
nieuwe, prikkelende informatie
Slide 15 - Quiz
Waar begin je een artikel meestal mee?
A
Jezelf voorstellen
B
Jezelf voorstellen + je leeftijd en je klas
C
De aanleiding voor het schrijven van het artikel
Slide 16 - Quiz
Waarom moet je een naam onder het artikel schrijven?
A
Het is een persoonlijke tekst
B
Het is een e-mail
C
Het is een nieuwbericht
D
Het is een brief namens je familie
Slide 17 - Quiz
Welke soort afsluiting zie je hier? 'Na het schrijven van dit artikel schoot me wel iets te binnen. Wat nu als wij nu helemaal geen telefoons hadden? Denk daar maar eens over na...'
A
Samenvatting
B
Conclusie
C
Vraag
D
Toekomstverwachting
Slide 18 - Quiz
Een zakelijke email is vooral
A
formeel
B
informeel
Slide 19 - Quiz
Een zakelijke mail stuur je
A
naar je (beste) vrienden
B
naar bedrijven of instellingen
C
naar je familie
D
naar de buren
Slide 20 - Quiz
Kies de juiste aanhef...
A
Hallo heer, mevrouw,
B
Geachte heer, mevrouw,
C
Geachte heer en mevrouw,
D
Hoi,
Slide 21 - Quiz
Je schrijft een zakelijke e-mail aan Ronan de Mik. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte meneer De Mik,
B
Geachte heer De Mik,
C
Geachte Ronan,
D
Geachte de Mik,
Slide 22 - Quiz
Je schrijft de zakelijke e-mail aan Lars Wouters. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte meneer Wouters,
B
Geachte Lars Wouters,
C
Geachte heer,
D
Geachte heer Wouters,
Slide 23 - Quiz
Je schrijft de zakelijke e-mail aan de klantenservice van de Hema. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte klantenservice,
B
Geachte Hema,
C
Geachte heer/mevrouw,
D
Geachte medewerker,
Slide 24 - Quiz
Het schrijven van namen
Geachte mevrouw Sluis,
Geachte mevrouw Sluis - van Wiel,
Geachte mevrouw De Waag - Dekkers,
Geachte mevrouw Van Geest - van der Togt,
Geachte heer Wagemakers,
Geachte heer Van 't Lam,
Geachte heer/mevrouw,
Slide 25 - Slide
In een zakelijke email spreek je de geadresseerde (degene aan wie je schrijft) aan met 'u'
A
juist
B
onjuist
Slide 26 - Quiz
Welk woord gebruik je NOOIT aan het begin van de eerste zin?
A
Ik
B
Gisteren
C
Mijn
D
Zoals
Slide 27 - Quiz
Uit hoeveel alinea's bestaat het middenstuk in ieder geval?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 28 - Quiz
De inleidende zin
Stel jezelf voor. 'Mijn naam is Lara Lopez. Ik ben 14 jaar en ik zit op het Regius College in Schagen.
Vertel waarom je de e-mail schrijft: 'Ik schrijf deze mail, omdat...'
Begin nooit met het woord: ik
Slide 29 - Slide
Het middenstuk
In deze alinea beschrijf je de verplichte punten uit de opdracht.
Maak gebruik van de situatiebeschrijving om de verplichte punten te verwerken.
Staat de info niet in de situatieomschrijving? Bedenk het dan zelf!
Beschrijf deze punten kort en bondig.
Gebruik makkelijke taal! Zo voorkom je spelfouten
Slide 30 - Slide
Afsluitende zin
In de afsluitende zin sluit je de e-mail netjes af. Je kan hier vaak het laatste verplichte punt voor gebruiken.
Ik hoop spoedig van u te horen.
Ik ontvang graag snel een reactie.
Ik vraag u om binnen twee weken te reageren.
Slide 31 - Slide
Slotformule en naam
Gebruik een van de twee slotformules:
Met vriendelijke groet,
Hoogachtend,
Soms staat in de opdracht welke slotformule je kan gebruiken.
Sluit af met je voornaam en achternaam.
Slide 32 - Slide
Onderaan de e-mail schrijf je
A
je voornaam
B
je achternaam
C
je voor- en achternaam
D
Groetjes,
Slide 33 - Quiz
Conventies zakelijke e-mail
Aan:
Onderwerp:: Het onderwerp van de mail
Aanhef (Geachte heer, mevrouw,)
Inleiding (Mijn naam is............. + reden van schrijven)
Kern (Behandel de punten) Denk aan de alinea's!
Slot (Benoem je verwachtingen en bedank bij een klacht of verzoek)
Slotformule (Met vriendelijke groet, )
Jouw voor- en achternaam
timer
15:00
Slide 34 - Slide
Even terug naar het lesdoel
Aan het einde van de les..
Weet ik de regels voor het schrijven van een artikel en een zakelijke e-mail.
Weet je ze?
Slide 35 - Slide
HEEL VEEL SUCCES MET ALLE EXAMENS!
Wil je oefenen voor leesvaardigheid:
ga naar examenblad.nl voor oefenexamens leesvaardigheid en kijk in Classroom voor handige filmpjes en PowerPoints met uitleg.