2C 12 januari - herhaling H3

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Economisch bekeken

herhaling H3

Aan het einde van deze les...

• ... heb ik begrippen van H3 herhaald samen met de leerkracht;
• ... heb ik geoefend met het berekenen van kortingen, prijsstijgingen, omzet, winst en verlies.
• heb ik geoefend met het berekenen van de brutowinst en de nettowinst. 

3.1 De winkel in 

De 4 p's vormen samen de marketingmix:

1. plaatsbeleid (waar?)

2. prijsbeleid (prijs?)

3. promotiebeleid (aandacht v/d klant?)

4. productbeleid (soort product?)

Verkopers zoeken een goede plaats om hun producten te verkopen.

1. productbeleid
2. plaatsbeleid
3. prijsbeleid
4. promotiebeleid

Het verlagen van prijzen tijdens de 'Btw Weg Ermee!' van Mediamarkt is een voorbeeld van...

1. plaatsbeleid
2. productbeleid
3. promotiebeleid
4. prijsbeleid

Intratuin verkoopt tijdens de wintermaanden veel speciale artikelen voor Kerstmis.

1. plaatsbeleid
2. prijsbeleid
3. promotiebeleid
4. productbeleid

3.2 Van grondstof tot eindproduct

Bedrijfskolom:

- bedrijven die grondstoffen produceren;

- handelsbedrijven (verhandelen);

- fabrieken (maken eindproduct);

- groothandelsbedrijven (verhandelen eindproduct);

- winkels (verkopen eindproduct aan consument). 

Hoe noem je een serie bedrijven betrokken bij de productie van een product?

3.3 Tel uit je winst

Brutowinst = omzet - inkoopwaarde

Nettowinst = brutowinst - bedrijfskosten  

Nettowinst = omzet - inkoopwaarde - bedrijfskosten

omzet: 220.000 euro
inkoopwaarde: 100.000 euro
Bereken de brutowinst.

Brutowinst: 120.000 euro
Bedrijfskosten: 45.000 euro
Wat is mijn nettowinst?

omzet: 500.000 euro
inkoopwaarde: 140.350 euro
bedrijfskosten: 65.000 euro
Bereken de nettowinst.

Je brutowinst is 359.650 euro.
Bedrijfskosten: 65.000 euro
Bereken de nettowinst.

Verlies ...

Je maakt geen winst.

Een bedrijf heeft een tekort.

De bedrijfskosten zijn hoger dan de brutowinst.

Je brutowinst is 359.650 euro.
Bedrijfskosten: 362.000 euro
Bereken de nettowinst.

3.4 Kijk op cijfers

Bijvoorbeeld.

Jan zijn omzet was vorige maand 35.000 euro. Deze maand is zijn omzet 65.000 euro. Hoeveel procent is zijn omzet gestegen?

Uitwerking op de volgende slide

Jan zijn omzet was vorige maand 35.000 euro. 

Deze maand is zijn omzet 45.000 euro. Hoeveel procent is zijn omzet gestegen?

Hoe reken ik dit uit?

Stap 1. 

nieuwe omzet - oude omzet = stijging in geld

35.000 - 45.000 = 10.000 euro 

Stap 2. 

stijging in geld : oude omzet 

x 100 = groei in %

10.000 : 35.000 = 0,28571429

x 100 = 28,57%

Percentage uitrekenen van de omzet 

Soms moet je berekenen hoeveel procent de inkoopwaarde, brutowinst, bedrijfskosten of nettowinst is van de omzet (100%). 

___________  : omzet x 100 = % __________________

bv. inkoopwaarde : omzet x 100 = % inkoopwaarde

omzet = 83.000 euro
inkoopwaarde = 46.000 euro
___________ : omzet x 100 = % __________________

omzet = 83.000 euro
brutowinst = 34.000 euro
___________ : omzet x 100 = % __________________

omzet = 83.000 euro
bedrijfskosten = 7.000 euro
___________ : omzet x 100 = % __________________

omzet = 260.000 euro
nettowinst = 39.000 euro
___________ : omzet x 100 = % __________________

3.5 Winkel en milieu

Noem één manier voor winkeliers om milieuvriendelijker te produceren.

Rekentrainer

- korting

- stijging in prijs

- brutowinst (al besproken)

- nettowinst (al besproken)

- verlies (al besproken)

- procenten (al besproken)

korting berekenen

Stap 1.

oude prijs : 100 x % korting = bedrag korting

Stap 2.

oude prijs - bedrag korting = nieuwe prijs

Ik koop mijn telefoon bij Media Markt met 21% korting. Hij kost normaal 600 euro. Wat moet ik betalen?

stijging berekenen 

Stap 1.

oude prijs : 100 x % stijging= bedrag stijging

Stap 2.

oude prijs + bedrag stijging = nieuwe prijs

Tablets zijn erg populair. Media Markt besluit daarom de prijs 5% omhoog te doen. Normaal betaalt een klant 300 euro voor de Samsung tab S2.
Wat moet je nu betalen?