Weer en klimaat les 3

Weer en klimaat les 3
1 / 50
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

Items in this lesson

Weer en klimaat les 3

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Thema: weer en klimaat

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Weer en klimaat

- We gebruiken het woord weer als we praten over het weer van een dag of een week.
- We gebruiken het woord klimaat als we het weer bedoelen van een lange periode.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Woordenschat
het weer
het klimaat
De temperatuur, bewolking, windsnelheid en vochtigheid op een bepaalde plaats. Op dit moment.
De gemiddelde situatie van het weer op een bepaalde plaats gedurende een langere periode (30 jaar). 

Slide 5 - Slide

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.
9

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Ligging van de klimaatzones op aarde
klimaatgebied: gebied op de wereld met hetzelfde klimaat

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

00:28
Wat is het verschil tussen weer het klimaat?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

00:45
Waarom is het warm in de buurt van de evenaar?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

00:55
Waarom is het op de Polen koud?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

01:13
Wat is het gevolg van de verschillende klimaatzones op aarde?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

01:28
Waarom lopen de klimaatzondes niet in een mooie lijn van oost naar west?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

01:57
Wat is een typisch kenmerk van de tropen?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

02:17
Wat is het belangrijkste verschil tussen de tropische zone en de droge zone?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

02:38
Waarom is de gematigde zone een goed klimaat om in te leven?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

03:02
Waarom verliezen de bomen in de winter hun bladeren?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Dit is het gemiddelde weerbeeld van Nederland in augustus. Zoek een weerbericht van vandaag op en vergelijk deze met het gemiddelde. Wat valt je op?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wat hoort bij welk seizoen?
Slepen maar.
Heb jij het goed begrepen?
lente
herfst
zomer
winter
een tropische dag
een regenjas
Zonder jas, maar neem hem wel mee!
het is onder nul graden

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

Wat een weer!
Het weerbericht geeft je informatie over de temperatuur, de wind en de neerslag. Laten we het weerbericht van afgelopen week bekijken!

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

de temperatuur
In het weerbericht wordt meestal een minimum- en maximumtemperatuur gegeven. Dat is de laagste en hoogste temperatuur die in een etmaal (24 uur) voorkomt. 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

de temperatuur
  • Van wanneer is dit weerbericht?
  • Waar is de temperatuur het hoogst?
  • Hoe komt het dat daar de temperatuur het hoogst is, denk je?
  • Is het altijd zo dat het op die plek in Nederland warmer is?
  • Waar zou jij het liefst wonen
    op basis van het weerbericht?
    Waarom?
  • Wat is de bron? Vind je
    deze bron betrouwbaar?
denken - delen - uitwisselen

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

..
.
Bij welk seizoen
past dit weerbericht?
'De KNMI is een wetenschappelijk instituut van de Nederlandse overheid, gespecialiseerd in weerkunde, klimaatwetenschap en seismologie. Het verzorgt onder andere dagelijkse weersverwachtingen en waarschuwingen bij voor de mens gevaarlijke weersomstandigheden.'
Waar is KNMI een afkorting van?
A
Het Koninklijke Meet- en Informatiecentrum
B
Kijken Naar de de lucht Met Interesse
C
Het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut
D
de Koninklijke Neus voor Meten en Interactie

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

de neerslag
neerslaghoeveelheid
Neerslaghoeveelheid
Dit getal geeft aan hoeveel neerslag er naar verwachting op een dag gemiddeld in Nederland zal vallen. De hoeveelheid neerslag wordt uitgedrukt in millimeters (mm). Op de ene plek kan dus meer neerslag vallen dan op een andere plek. Hoe hoger het getal, hoe meer neerslag er valt.
neerslagkans
Neerslagkans
Dit getal geeft de kans als percentage (%) aan dat iemand die zich op een willekeurige vaste plek in Nederland bevindt, op een dag neerslag krijgt. Die neerslag is meestal regen, maar kan ook sneeuw of hagel zijn. Het getal zegt dus niets over de duur van de regen: dat kan 10 minuten zijn of 24 uur. Hoe hoger het percentage, hoe groter dus de kans dat je een nat pak krijgt!

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

de neerslag
  • De hoeveelheid neerslag wordt gemeten met een regenmeter. Dit is een trechtervormig instrument die de neerslag in een verzamelbak opvangt. De hoeveelheid regenwater wordt uitgedrukt in millimeters.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

..
.
Heb jij het goed begrepen?
Bekijk de regenmeter hiernaast.
Hoeveel mm regen is er gevallen?
A
ongeveer 20 mm
B
ongeveer 25 mm
C
ongeveer 30 mm
D
ongeveer 35 mm

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Slide 26 - Video

This item has no instructions

Gelukkig hebben we in deze tijd ook computers en apps!
Bekijk het weerbericht op Buienradar en op Weeronline

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Verwerkingsopdracht
Presenteer het weerbericht van vandaag! Ik vertel je hoe je dit stap voor stap kunt aanpakken. Bekijk eerst op de volgende slide een voorbeeld van een weerbericht.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Video

This item has no instructions

Conclusies
Je hebt al een paar weerberichten gelezen en je hebt het weerbericht in het filmpje gezien. Waaraan moet een goed weerbericht voldoen? Overleg het in je groepje en schrijf jullie conclusies kort op. Bespreek daarna de informatie klassikaal.
denken - delen - uitwisselen
timer
2:00

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Check-check-dubbelchecklist
Bekijk de checklist hiernaast. Komen de punten overeen met jullie conclusies?
Checklist

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Van schrijfkader naar weerbericht
  • Vul in tweetallen het schrijfkader in. 
  • Gebruik de informatie uit je schrijfkader voor het schrijven van je letterlijke tekst 
timer
20:00

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Feedback & verbeteren
timer
10:00

Vraag of een ander tweetal de checklist voor jullie in wil vullen. Kunnen jullie op basis van de checklist jullie tekst verbeteren?

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Van tekst naar weerbericht
  • Zorg voor beeldmateriaal met informatie over het weer. Ga op internet op zoek naar een kaart/grafiek/tabel met het weer van vandaag, maak zelf een kaart/grafiek/tabel, of misschien heb je zelf wel onderzoek naar de neerslag gedaan met behulp van een regenmeter? 
  • Oefen vervolgens met het presenteren van het weerbericht van vandaag! 
timer
20:00

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Presenteren
Weermannen en weervrouwen opgelet!
Ik wil graag weten welk weer het wordt. Kunnen jullie helpen? Draai aan het rad om te zien welk tweetal het weerbericht mag presenteren!

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Wereldoriëntatie
  • Ik weet welke informatie er in een weerbericht wordt gegeven. 
  • Ik weet hoe ik de informatie van het weerbericht in kaarten/grafieken/tabellen kan aflezen.
  • Ik weet hoe we neerslag, wind en temperatuur meten.
Terugkoppeling lesdoelen
Woordenschat
  • Ik weet wat
    de belangrijke woorden uit de tekst betekenen. 
Taal
  • Ik kan het weerbericht van vandaag presenteren. 
Schrijf in je projectschrift wat jij hebt geleerd!

Slide 36 - Slide

Terugkoppeling lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen. Hebben zij de lesdoelen behaald?
Reflectie
Draai aan het rad en bespreek de vraag!

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Vragenmuur & Weetmuur
  • Op welke vragen hebben jullie deze les antwoord gekregen? Verplaats ze naar de weetmuur.
  • Welke vragen zijn nog onbeantwoord? 
  • Hoe kun je ervoor zorgen dat je toch achter het antwoord op deze vragen komt?

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

              Tot de volgende keer!

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

klimaatverschillen: hoe komt dat?
* De zee heeft een temperende werking: minder sterk maken
De zee maakt de warmte minder warm en de kou minder koud

* De zon: Hoe dichterbij, hoe warmer

* De hoogteligging heeft ook invloed op de temperatuur. Hoe hoger je bent, hoe kouder het is . Boomgrens: voorbij deze plek groeien door de kou geen bomen meer

* De wind: sommige windsoorten zijn warm en sommige windsoorten zijn koud. Het ligt eraan waar de wind vandaan komt (windrichting).  

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Vouw een A4 in 3-en, zodat je 3 hoge stroken krijgt.
Teken in elk van de 3 vakken een verschillend weerbeeld dat jij in de vakantie hebt gezien.
Denk aan wolken, neerslag, gevolgen voor planten en mensen.
Bedenk hoe je temperatuur en wind kunt aangeven.
Schrijf bovenaan waar deze weerbeelden waren.

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Wat ga je leren in dit thema?
1. Je leert allerlei begrippen over klimaten.
2. je leert welke klimaatzones er zijn in de wereld.
3. Je leert waar de klimaten liggen in de wereld.
4. Je leert welke kenmerken elk klimaat heeft.


Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Polen
- bovenste en onderste puntje van aarde 
- Altijd koud
- Noordpool en Zuidpool
- winter hele dag donker en in de zomer hele dag licht.  
- bestaat uit ijs

* Toendraklimaat
*poolklimaat
* hoogtebergklimaat

 

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Slide 44 - Video

This item has no instructions

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Slide 46 - Video

This item has no instructions

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Slide 48 - Video

This item has no instructions

Steppe: geen bomen, maar vooral gras droog gebied
Toendra: geen bomen. mos, lage struiken en gras.  Vaak aan rand van een poolgebied

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

Savanne: veel gras en paar bomen. Het ligt in de tropen en sup tropen

Slide 50 - Slide

This item has no instructions