24-25 Nederlands KLAS 1Th S&G 1-4



● Lezen 'De oorlog die mijn leven redde'
● Spelling & Grammatica 1-4
● Aan de slag
● Afsluiting
Welkom bij het vak Nederlands
Leg je lesboek, lesschrift, aantekeningenschrift en etui op tafel.
Wat gaan we doen?
Leesboek
op de hoek van je tafel.
1 / 42
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson



● Lezen 'De oorlog die mijn leven redde'
● Spelling & Grammatica 1-4
● Aan de slag
● Afsluiting
Welkom bij het vak Nederlands
Leg je lesboek, lesschrift, aantekeningenschrift en etui op tafel.
Wat gaan we doen?
Leesboek
op de hoek van je tafel.

Slide 1 - Slide

Beginpagina met timer

Plaatje aanpassen aan het onderwerp van de les.
LEZEN
DE OORLOG DIE MIJN LEVEN REDDE

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

S&G 1 t/m 4
Zelfstandig naamwoord (ZN) & Lidwoord (LW)
Bijvoeglijk naamwoord (BN)
Trappen van vergelijking 
Werkwoord (WW) 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lidwoorden
Er zijn drie lidwoorden: 
de, het, een.

De en het -> bepaald lidwoord.
een -> onbepaald lidwoord.




Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandige naamwoorden
Woorden waar je een lidwoord voor kunt zetten, noem je zelfstandige naamwoorden (znw).

Namen, dieren en dingen zijn zelfstandige naamwoorden. 
Ook namen van plaatsen.

 (Bijvoorbeeld: Den Haag)

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Bijvoeglijk 
naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

Je weet door een bijvoeglijk naamwoord meer over het zelfstandig naamwoord.

Let op: kan ook achter een zelfstandig naamwoord


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

S&G 4: WERKWOORDEN

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Werkwoordsvormen blz. 30

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat is de ott van lachen?
ik ..... me rot

A
lach
B
lachte
C
heb gelachen
D
lachende

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de vtt van lachen?
ik ..... me rot .......

A
lach
B
lachte
C
heb gelachen
D
lachende

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de ovtt van lachen?
ik .... kunnen..... als het niet zo stom was geweest
A
heb gelachen
B
lachte
C
zal lachen
D
zou lachen

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

HW: S&G 1 t/m 4 - WOORDEN


Maak blz. 126, vraag 1 t/m 9




Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Spelling & Grammatica 4
Maak, blz. 122, vraag 1 t/m 15
timer
1:00

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

H2
Maak, blz. 48, vraag 4 t/m 12
Maak, blz. 52, vraag 3 t/m 16
timer
1:00

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 1TH1

Ik weet wat ik moet kennen voor
het PW over H1. 
Ik weet hoe ik het leren aan kan pakken m.b.t. het PW over H1. 




H1: Meer dan één taal
1. Welke talen spreek je?
2. De taal waar je vandaan komt.
3. Straattaal
4. Meertaligheid
5. Praten met iemand die er niet is
6. Taal op school
7. Woorden bij hoofdstuk 1.

Slide 15 - Slide

Onderbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.
Leerdoelen 1KT1

Je weet welke talen mijn klasgenoten
spreken en hoe ik een goed gesprek kan voeren. 
Ik kan herkennen hoe je een gesprek voert. 
Ik kan een gesprek voorbereiden en bij anderen beoordelen of een gesprek goed verloopt. 




H1: Meer dan één taal
1. Welke talen spreek je?
2. De taal waar je vandaan komt.
3. Straattaal
4. Meertaligheid
5. Praten met iemand die er niet is
6. Taal op school
7. Woorden bij hoofdstuk 1.

Slide 16 - Slide

Onderbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.
Leerdoelen 1KT1
Ik weet meer over streektalen en wat titel,
 inleiding, tussenkopje en alinea zijn.
Ik kan de titel, inleiding, tussenkopje en
alinea van een tekst herkennen. 
Ik kan door de titel, inleiding en tussenkopjes bedenken waarover een tekst(gedeelte) gaat. 
Ik kan zelf een titel, tussenkopje of een indeling in alinea's bedenken en meepraten over streektalen.
 




H1: Meer dan één taal
1. Welke talen spreek je?
2. De taal waar je vandaan komt.
3. Straattaal
4. Meertaligheid
5. Praten met iemand die er niet is
6. Taal op school
7. Woorden bij hoofdstuk 1.

Slide 17 - Slide

Onderbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.
Leerdoelen 1.4 1KT1
Ik weet wat meertaligheid en verkennend
en intensief lezen is. 
Ik kan met behulp van verkennend en intensief lezen
begrijpen wat meertaligheid is. 
Ik kan met behulp van verkennend en intensief lezen uitleggen wat meertaligheid is. 
Ik kan zelf een tekst samenvatten en meepraten over het onderwerp ervan. 
 




H1: Meer dan één taal
1. Welke talen spreek je?
2. De taal waar je vandaan komt.
3. Straattaal
4. Meertaligheid
5. Praten met iemand die er niet is
6. Taal op school
7. Woorden bij hoofdstuk 1.

Slide 18 - Slide

Onderbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.
Leerdoelen 1TH1

Ik  weet wat het betekent om geletterd te zijn. 
Ik kan vormen van geletterdheid
herkennen en benoemen. 
Ik kan vormen van geletterdheid toelichten en uitleggen wat het belang is van geletterd zijn. 
Ik kan zelf de betekenis van woorden opschrijven.




H1: Geletterdheid
1. Van letters tot kennis.
2. Woorden en hun betekenissen.
3. Leesdoelen en leesmanieren.
4. Dex / Leren voor later
5. Kiezen en lezen van boeken
6. Woordenschat. 

Slide 19 - Slide

Onderbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.
Leerdoelen 1TH1

Ik  weet welke strategieën ik kan toepassen
om de betekenis van een woord te raden. 
Ik kan de betekenis van nieuwe woorden raden met behulp van woordraadstrategieën.
Ik kan uitleggen wanneer ik een bepaalde woordraadstrategie gebruik. 
Ik kan zelf zinnen bedenken waarin ik de betekenis van nieuwe woorden laat zien.



H1: Geletterdheid
1. Van letters tot kennis.
2. Woorden en hun betekenissen.
3. Leesdoelen en leesmanieren.
4. Dex / Leren voor later
5. Kiezen en lezen van boeken
6. Woordenschat. 

Slide 20 - Slide

Onderbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.
HUISWERK VANDAAG: SCHRIFTCONTROLE


Vandaag levert iedereen zijn of haar lesschrift Nederlands in voor een schriftcontrole. Alle vragen van paragraaf 1, 2 & 3 van hoofdstuk 1 waar jullie de afgelopen weken aan gewerkt hebben, staan netjes in je schrift.

LET OP! Je schrift niet compleet of niet mee, betekent een uur terug komen om het op orde te maken.



Slide 21 - Slide

This item has no instructions

MEER DAN EEN TAAL
streektaal                         dialect

straattaal                          andere talen

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

VERKENNEND & INTENSIEF LEZEN
DOEL

HOE?

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

H1. Meer dan één taal

1.4 Meertaligheid

Maak blz. 20, vraag 1 t/m 10
Klaar? 
Maak de vragen op blz. 30-31.
timer
2:00

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Terugblik
Voeg hier je tekst toe

Slide 25 - Slide

Tekstgrootte is aan te passen wanneer het niet op een pagina past.
LESSONUP
klassencode 1KT1: lgvjk
klassencode 1TH1: hbzbh
klassencode 2TH1: jndrz
klassencode 2TH3: idygg

Slide 26 - Slide

This item has no instructions


VRAGEN?

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

3.5: Titel paragraaf
Voeg hier je tekst toe

Slide 28 - Slide

Tekstgrootte is aan te passen wanneer het niet op een pagina past.
Quizvraag:
Voeg hier je vraag toe
A
antwoord 1
B
antwoord 2

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Woordweb:
Voer hier je onderwerp toe

Slide 30 - Mind map

This item has no instructions

Open vraag:
Voer hier je vraag toe

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Fotovraag:
Voer hier je vraag toe

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

Sleepdoel
Sleepdoel
Te slepen component
Te slepen component
Te slepen component
Te slepen component
Te slepen component

Slide 33 - Drag question

This item has no instructions

Huiswerk
Maken:
blz. 110-115: Opg. 10, 11, 12, 15, 17, 19

Nakijken:
Alles wat je gemaakt hebt van H3

timer
4:00
Achter de les

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen behaald?

Je kunt een groot getal omzetten
 van woorden in cijfers.

Je kunt berekeningen maken met procenten
 en grote getallen.


H1: Procenten
VK Breuken en procenten
1. Breuken, procenten en
    decimale getallen
2. Percentage gegeven
3. Procenten gevraagd
4. Procenten
5. Terugrekenen naar 100%
6. Promille
7. Exponentiele formule

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen behaald?

Je kunt een groot getal omzetten
 van woorden in cijfers.

Je kunt berekeningen maken met procenten
 en grote getallen.


H1: Procenten
VK Breuken en procenten
1. Breuken, procenten en
    decimale getallen
2. Percentage gegeven
3. Procenten gevraagd
4. Procenten
5. Terugrekenen naar 100%
6. Promille
7. Exponentiele formule

H6: Verschillende verbanden
VK Machten en wortels
1. Periodieke verbanden
2. Kwadratische verbanden
3. De top van een parabool
4. Wortelverbanden
5. Machtsverbanden

 

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Extra slides

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

bij
bij

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

#5BCBF5

#00ABE6

#0084C8

#4E58A7

#CF128C

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Formules
Als je formules bewerkt in de teksteditor kun je de volgende shortcuts gebruiken:
  • spatie:          {\ }                               dus {\spatie}
  • vermenigvuldigingsteken:         \times                
  • kleur veranderen:      \color{...}{formule}                 op de ... type je de kleur
  • kleuren:    
skyblue
blueviolet
royalblue
fuchsia
cornflowerblue

Slide 42 - Slide

This item has no instructions