Hoofdstuk 2

Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?Het water dat door de meeste mensen in Nederland wordt gedronken.
A
piekafvoer
B
zoetwaterzak
C
grondwater
D
5 debiet
1 / 17
next
Slide 1: Quiz
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?Het water dat door de meeste mensen in Nederland wordt gedronken.
A
piekafvoer
B
zoetwaterzak
C
grondwater
D
5 debiet

Slide 1 - Quiz

Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?
Bij zware regenbuien stijgt het peil van de river snel.
A
Waterbeheer
B
Piekafvoer

Slide 2 - Quiz

Door welke oorzaken is watergebruik in het Midden-Oosten de laatste jaren enorm toegenomen?
A
Door de groei van de bevolking en de welvaart
B
Door de groei van de bevolking en de landbouw
C
door de groei van de Door de groei van welvaart en de industrie
D
door de groei van de Door de groei van welvaart en de landbouw

Slide 3 - Quiz

Een boer uit de Arava-vallei in Israël heeft voor het verbouwen van groenten veel water nodig. De laatste jaren verbouwt hij zijn groenten onder plastic. Welke uitspraken hieronder zijn juist?





A
Het verbouwen onder plastic is veel duurder dan druppelirrigatie.
B
Het plastic zorgt ervoor dat er meer water verdampt.
C
De waterdamp condenseert tegen plastic.
D
Door plastic in de landbouw toe te passen daalt de waterstress.

Slide 4 - Quiz

In Egypte passen de boeren meestal geulirrigatie toe; in Israël wordt de techniek van druppelirrigatie veel gebruikt. Vooral bij geulirrigatie is het gevaar van verzilting groot. Om welke reden?

A
Het regent hier weining en de lucht dus zeer droog.
B
Het grondwater stijgt en er vindt meer verdamping plaats.
C
Je gebruikt veel meer water dan bij druppelirrigatie.
D
Bij druppelirrigatie wordt het zout uit het water gehaald.

Slide 5 - Quiz

Voor een aquifer geldt de regel “op is op”.
A
Juist
B
Onjust

Slide 6 - Quiz

Wat is de overeenkomst tussen de berggebieden van China en het Midden-Oosten?
A
De belangrijkste rivieren ontspringen er.
B
Het zijn de dunstbevolkte delen van het gebied.
C
De neerslag valt er vooral in de zomer.
D
Er zijn goede afspraken over de verdeling van water tussen de bergbewoners en die in het laagland.

Slide 7 - Quiz

Waardoor wordt de Dode Zee steeds zouter?
A
Omdat er steeds minder rivierwater in de Dode Zee komt.
B
Omdat er veel water uit de Dode Zee verdampt.
C
Omdat het waterpeil van de Dode Zee zakt, is er steeds minder water.
D
A, B en C zijn allemaal een deel van de verklaring voor het zouter worden van de Dode Zee.

Slide 8 - Quiz

Sommige klimaten in het Midden-Oosten hebben een droge zomer, maar wel redelijk veel neerslag in de winter.
→ Hoe heet een klimaat met een droge zomer, maar wel redelijk veel neerslag in de winter?

A
Steppeklimaat
B
Middellandse Zeeklimaat
C
Savanneklimaat
D
Gematigd zeeklimaat

Slide 9 - Quiz

In het ene land in het Midden-Oosten valt meer neerslag dan in het andere.
In welk land in het Midden-Oosten valt gemiddeld de meeste neerslag?





A
Saudi-Arabië
B
Irak
C
Iran
D
Turkije

Slide 10 - Quiz

Het westen van China is dunbevolkt, omdat:





A
Het er te hoog en te droog is.
B
Het er te hoog en te nat is.
C
Het er te laag en te droog is.
D
Het er te laag en te nat is.

Slide 11 - Quiz

Wat is infiltratie?






A
Het in de grond wegzakken van (regen)water.
B
Het schoon worden van water in de grond.
C
Het stromen van water onder de grond.
D
Het omhoog komen van water uit de grond.

Slide 12 - Quiz

Wat is geen functie van rivieren?





A
Transportroute tussen twee zeeën
B
Opwekken van elektriciteit
C
Aanvoer van irrigatiewater
D
Viswater voor riviervissers

Slide 13 - Quiz

Er is in China een duidelijk verband tussen hoogteligging en de hoeveelheid neerslag. Welk verband is juist? Kies uit:
A De meeste neerslag valt in het Hoogland van Tibet.
B De meeste neerslag valt op de laagvlakten aan de kust.
C De meeste neerslag valt op de Mongoolse Hoogvlakte en het
Tarimbekken.



A
B
C
D
D De meeste neerslag valt in de middelgebergten in het zuiden.

Slide 14 - Quiz

Er is in China een duidelijk verband tussen hoogteligging en de hoeveelheid neerslag.
Welk verband is juist? Kies uit:






A
De meeste neerslag valt in het Hoogland van Tibet.
B
De meeste neerslag valt op de laagvlakten aan de kust.
C
De meeste neerslag valt Op de Mongoolse Hoogvlakte en het Tarimbekken.
D
De meeste neerslag valt in de middelgebergten in het zuiden.

Slide 15 - Quiz

Welke begrippen horen bij de benedenloop van een rivier?
A
Smeltwater
B
sedimentatie
C
overstroming
D
Havens

Slide 16 - Quiz


A

Slide 17 - Quiz