Is een periodieke beweging, maar heeft geen evenwichtsstand, dus is geen trilling.
Slide 5 - Slide
Baansnelheid
De snelheid waarmee iets de cirkelbeweging maakt heet de baansnelheid (v).
De baansnelheid is constant even groot. Hij verandert alleen steeds van richting.
Slide 6 - Slide
T en f
De tijdsduur waarin er één rondje wordt gemaakt heet de omlooptijd (T).
Het aantal rondjes wat er per seconde wordt uitgevoerd heet de omloopfrequentie (f).
Slide 7 - Slide
Eenparige cirkelbeweging.
Een cirkelbeweging waarbij de baansnelheid constant is noem je een eenparige cirkelbeweging. Hiervoor geldt;
v=T2πr
v = baansnelheid in meter per seconde (m/s)
r = de straal van de cirkelbaan in meter (m)
T = omlooptijd in seconde (s)
Slide 8 - Slide
London Eye
London Eye is een reuzenrad in London met een diameter van 135 m. Een rondje in dit reuzenrad duurt 30 minuten.
Wat is de baansnelheid in m/s?
Slide 9 - Slide
London Eye
London Eye is een reuzenrad in London met een diameter van 135 m. Een rondje in dit reuzenrad duurt 30 minuten.
Wat is de baansnelheid in m/s?
Gegevens: d = 135 m, dus r = 67,5 m
T = 30 min = 1800 s
Gevraagd:
baansnelheid (v)
Formule:
Berekening
Antwoord
v=T2πr
v=18002⋅π⋅67,5=0,235...
v=0,24sm
Slide 10 - Slide
London Eye
Een monteur voert onderhoud uit bij reuzenrad aan de binnenkant van het rad, dichterbij het middelpunt terwijl het blijft draaien.
Is zijn baansnelheid groter of kleiner dan die van de cabines?
X
Slide 11 - Slide
London Eye
Een monteur voert onderhoud uit bij reuzenrad aan de binnenkant van het rad, dichterbij het middelpunt terwijl het blijft draaien.
Is zijn baansnelheid groter of kleiner dan die van de cabines?
De formule voor baansnelheid is
Hieruit blijkt dat het verband tussen v en r recht evenredig is.
De straal van de cirkelbeweging van de monteur is kleiner, dus zijn baansnelheid zal ook kleiner zijn.
v=T2πr
Slide 12 - Slide
Middelpuntzoekende kracht.
Kracht gericht naar het middelpunt (waar je omheen draait).
De middelpuntzoekende kracht is de nettokracht!
Dat betekent dat de middelpuntzoekende kracht "geleverd" wordt door een andere kracht!
Voorbeeld:
Wrijvingkracht levert middelpuntzoekende kracht in bocht
Normaalkracht levert middelpuntzoekende kracht in een achtbaan.
Spankracht levert middelpuntzoekende steen aan touw
Slide 13 - Slide
De middelpuntzoekende kracht
Slide 14 - Slide
Bij een eenparige cirkelbeweging is de snelheid constant
A
waar
B
niet waar
Slide 15 - Quiz
Bij een eenparige cirkelbeweging staat de snelheid altijd loodrecht op de straal van de doorlopen cirkel.
A
waar
B
niet waar
Slide 16 - Quiz
Bij een eenparige cirkelbeweging is de Fres = 0 N
timer
1:00
A
waar
B
niet waar
Slide 17 - Quiz
Een moderne looping is een voorbeeld van een eenparige cirkelbeweging.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quiz
Bij deze looping is de snelheid is overal hetzelfde. De normaalkracht is dan ook overal het zelfde.
A
waar
B
niet waar
Slide 19 - Quiz
De aarde cirkelt om de zon. De aantrekkingskracht van de aarde op de zon is kleiner dan de aantrekkingskracht van de zon op de aarde
A
waar
B
niet waar
Slide 20 - Quiz
De aarde beweegt in een cirkelbaan om de zon. Welke van deze krachten is de oorzaak van deze beweging?
A
Fvw
B
Fg
C
Fg en Fvw samen
D
Fmpz
Slide 21 - Quiz
Aan de slag!
4.4 Cirkelbewegingen
Maken opdr. 40 t/m 46
Nakijken
Slide 22 - Slide
4.4 Cirkelbewegingen
Les 2
Slide 23 - Slide
Leerdoelen
Je leert welke kracht er voor een cirkelbeweging nodig is.
Je leert welke eigenschappen een cirkelbeweging heeft.
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Video
Is de beweging die het kind in de attractie uitvoert een periodieke beweging?
Slide 26 - Open question
Is de beweging die het kind in de attractie uitvoert een trilling?
Slide 27 - Open question
Bij de attractie Gravitron ride voeren de bezoekers een cirkelbeweging uit. Deze gravitron ride gaat rond met een snelheid van 30 rpm. De straal van de attractie is gelijk aan 8m. Bereken de baansnelheid in m/s en km/h. Bereken hiervoor eerst de omlooptijd.
Slide 28 - Open question
Leg uit hoe het kan dat de kinderen niet naar beneden vallen, zodra de grond onder hun wegzakt.
Slide 29 - Open question
Stel dat de muren plotseling weg zouden vallen. In welke richting zou het kind dan wegvliegen?