Les 1: Amerikaanse revolutie

Amerikaanse Revolutie

1 / 25
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Amerikaanse Revolutie

Slide 1 - Slide

Kenmerkend aspect
De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap

Slide 2 - Slide

Verlichting

Slide 3 - Mind map

Democratische Revoluties
- Amerikaanse Revolutie (1775-1783)
- Bataafse Revolutie (1787-1799)
- Franse Revolutie (1789-1815)

Slide 4 - Slide

Door de Zevenjarige oorlog had Groot-Brittannië geld nodig. De Amerikaanse kolonisten moesten hierdoor.....
A
Meer belastingen betalen
B
Meer troepen leveren
C
Meer slaven afstaan
D
Meer handel drijven

Slide 5 - Quiz

Wat was de uitkomst van de Zevenjarige oorlog die zowel in Europa als Amerika werd gevoerd?
A
Engeland verloor en moest al haar bezittingen afgeven
B
Frankrijk verloor en moest al haar bezittingen afgeven
C
Spanje veroverde nog meer kolonies in Amerika
D
De Engelse kolonisten moesten weer luisteren naar de Britse koning

Slide 6 - Quiz

'Geen belasting zonder vertegenwoordiging'

Slide 7 - Slide

Oorzaken Amerikaanse Revolutie
- Beperking van macht en rijkdom
Navigation Acts (reeks Engelse wetten die vanaf 1651 de scheepvaart door niet-Engelse schepen van en naar Engeland en de Engelse koloniën inperkten.)

Slide 8 - Slide

Overal wordt belasting op geheven....

Slide 9 - Slide

Amerika in de 17e eeuw.

  • Wat valt op?

Slide 10 - Slide

Wat gebeurde er in 1773 in Boston?
A
Boston Tea Party
B
Boston Tea Act
C
Boston Tea Boycot
D
Boston Tea Convention

Slide 11 - Quiz

wat is het gevolg van de Boston Tea Party?
A
Engelse bestuur drukt geweld in Amerika de kop in
B
Engelse kolonisten gaan zelf thee smokkelen
C
Engelse kolonisten stoppen met het drinken van thee
D
Engelse bestuur schrapt de Tea Act

Slide 12 - Quiz

wat is de oorzaak van de Boston Tea Party
A
Engelse kolonisten smokkelen hun eigen thee, om zelf de markt te kunnen controleren
B
Engelse bestuur verlaagt de prijzen van thee voor Engelse kolonisten
C
Oost-Indische Compagnie krijgt monopolie op theehandel zonder invoerrechten
D
Engelse kolonisten vermomt als Indianen bestormen een Engels schip dat is volgeladen met thee

Slide 13 - Quiz

Wat was de Boston Tea Party?
A
een politieke partij tegen de Engelsen
B
een wet over invoer van thee
C
een gebeurtenis die de oorlog liet beginnen
D
een groep indianen die tegen de Engelse was

Slide 14 - Quiz

Amerikanen steeds bozer


  • De Amerikanen werden steeds bozer omdat:

  1. De Amerikanen mochten alleen maar spullen kopen uit GB
  2. De Amerikanen moesten belasting betalen
  3. De Amerikanen mochten niet stemmen

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Slide

Belangrijke gebeurtenissen
- Boston Tea Party (17 december 1773)
- Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog (1775-1783)
- Declaration of Independence (4 juli 1776)
- Amerikaanse Grondwet + Bill of Rights (1787)

Slide 19 - Slide

Belangrijke personen
George Washington (1732 -1799) was generaal, opperbevelhebber van de koloniën in de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog, slavenhouder en de eerste president van de Verenigde Staten van 1789 tot 1797.
George III (1738-1820) was koning van het Verenigd Koninkrijk van 25 oktober 1760 tot aan zijn dood. 
Thomas Jefferson (1743-1826) was een Amerikaans staatsman, filosoof, architect, slavenhouder, kunstenaar en de derde president van de Verenigde Staten. Het ontwerp van de Onafhankelijkheidsverklaring van 1776 (aangenomen op de 4e juli van dat jaar) was grotendeels zijn verdienste.

Slide 20 - Slide

Opdrachten ter ondersteuning
Geef aan wat de volgende begrippen inhouden:

Trias Politica
Founding fathers
Abolitionisme
All men are created equal

Slide 21 - Slide


Zet in de juiste historische volgorde
  1. De Amerikaanse Revolutie begint.
  2. Continentaal Congres neemt de Onafhankelijkheidsverklaring aan.
  3. In New York trekken Amerikaanse soldaten het beeld van de Britse koning omver.
  4. Het Continentaal Congres wordt gevormd.
  5. Londen gaat nieuwe belastingen heffen.
A
5 - 4 - 1 - 2 - 3
B
4 - 5 - 2 - 3 - 1
C
1 - 2 - 5 - 4 - 3
D
3 - 2 - 1 - 4 - 5

Slide 22 - Quiz

Welke overeenkomst heeft het Plakkaat van Verlatinghe (1581) met de Onafhankelijkheidsverklaring (1776)
A
In beide gevallen werd er vrede gesloten
B
In beide gevallen wordt de vorst afgezet
C
In beide gevallen wordt de oorlog verklaard

Slide 23 - Quiz

The Fourth of July (4 juli) is in de Verenigde Staten een nationale feestdag. Wat vieren of herdenken de Amerikanen op die dag?
A
De VS kregen een democratische grondwet
B
De VS hadden de onafhankelijkheidsoorlog tegen Engeland gewonnen
C
De 13 kolonies ondertekenden de onafhankelijkheidsverklaring
D
De Britten verlieten Amerika.

Slide 24 - Quiz


Wie heeft in de Verenigde Staten wetgevende macht?
A
de Senaat
B
onafhankelijke rechters
C
de president
D
de regering

Slide 25 - Quiz