Herhaling hoofdstuk 2

2.6 De Republiek
Aan het einde van de les heb je de belangrijkste leerstof voor de toets herhaald en weet je wat je moet leren voor de toets 
herhaling aan de hand van een lessonup
Geschiedenis
Hoe is het gegaan? Welke leerstof ga je thuis nog herhalen? 
Leren voor de toets 
1 / 17
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2.6 De Republiek
Aan het einde van de les heb je de belangrijkste leerstof voor de toets herhaald en weet je wat je moet leren voor de toets 
herhaling aan de hand van een lessonup
Geschiedenis
Hoe is het gegaan? Welke leerstof ga je thuis nog herhalen? 
Leren voor de toets 

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Aan het einde van de les heb je de belangrijkste leerstof voor de toets herhaald en weet je wat je moet leren voor de toets 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen hoofdstuk 2:
2.2: Hoe leidde kritiek op de kerk tot de Reformatie?
2.2: Hoe leidde de Reformatie tot een splitsing in de kerk?
2.3: Waardoor ontstond er in de 16e eeuw grote onrust in de Nederlanden?
2.4: Hoe leidde onrust in de Nederlanden tot de Opstand?
2.5: Waardoor werd de breuk tussen de opstandige gewesten en Filips II definitief?
2.6: Hoe kwam uit de Opstand de Republiek voort?





Slide 3 - Slide

Reformatie is ...
A
Het oprichten van een nieuw geloof
B
De scheiding binnen de protestantse kerk
C
De scheiding binnen de katholieke kerk
D
De scheiding binnen de christelijke kerk

Slide 4 - Quiz

Katholieke kerk 
Protestantse kerk 

Slide 5 - Drag question

Na de reformatie had je de katholieke kerk en protestante kerk. Welk kenmerk hoort bij wie? 
Hulp
Katholiek
Protestant
Een aflaat kan je redden
Alleen de Bijbel is waarheid
Aflaten zijn onzin
De Bijbel en de paus zijn waarheid
De priester moet de Bijbel uitleggen
Iedereen moet zelf de Bijbel lezen
Heiligen moeten vereerd worden
Heiligen zijn onzin
Een kerk moet mooi versierd zijn
Een kerk moet sober zijn

Slide 6 - Drag question

Waarin verschilden Maarten Luther & Johannes Calvijn ook al weer? 
Luther
Calvijn
Vond Heiligen & relikwieen maar niks, alleen in hemel door oprecht geloof, vorst mag bepalen welk geloof in land
Vond heiligen en relikwieen maar niks, geloofde in predestinatieleer (God heeft al bepaald of je naar de hemel gaat van te voren), gelovige mag zelf geloof bepalen, als vorst dat niet toestaat mag je in opstand komen

Slide 7 - Drag question

De maker van deze bron is een aanhanger van het protestantisme
Juist
Onjuist 

Slide 8 - Drag question

Wie bestuurde de Nederlanden namens Karel V?
A
Landvoogd(es)
B
Amsterdam
C
Gewestelijke Staten
D
Staten-Generaal

Slide 9 - Quiz

Bestuur lage Nederlanden 
Koning van Spanje 
Staten-Generaal
Gewesten
Stadhouders
Landvoogd(es)

Slide 10 - Drag question

Wat was de Bloedraad?
A
een speciale eenheid van het Spaanse leger
B
een door Alva ingestelde belasting
C
een rechtbank speciaal voor edelen
D
een rechtbank om ketters te veroordelen

Slide 11 - Quiz

1566
1567
1572
1576
1579
Unie van Utrecht 
Watergeuzen vallen Den Briel binnen 
Smeekschrift 
Hertog van Alva komt naar de Nederlanden 
Spaanse furie
Beeldenstorm 

Slide 12 - Drag question

Wat is de Spaanse Furie?
A
De plunderingen van Spaanse soldaten in Antwerpen
B
De plunderingen door de Geuzen
C
De plunderingen door de Belgen in Brussel
D
De belegering van Breda door de Spanjaarden

Slide 13 - Quiz

De pacificatie van Gent
A
samenwerking tussen Noordelijke en Zuidelijke gewesten om de Spanjaarden te verdrijven.
B
samenwerking tussen de Noordelijke gewesten om de Spanjaarden te verdrijven.
C
samenwerking tussen de Zuidelijke gewesten en de Spanjaarden om de Spanjaarden te verdrijven.
D
samenwerking tussen de Zuidelijke gewesten om de Spanjaarden te verdrijven.

Slide 14 - Quiz

Unie van Utrecht 
Unie van Atrecht

Slide 15 - Drag question

Als een vorst zijn plichten niet nakomt, maar, in plaats van zijn onderdanen te beschermen, hen probeert te onderdrukken als slaven, dan is hij geen vorst, maar een tiran. In dat geval mogen zijn onderdanen, na beraadslaging in de Staten-Generaal, hem afzweren en een andere leider kiezen.

Uit welk verdrag komt deze tekst?
A
Unie van Utrecht
B
Unie van Atrecht
C
Pacificatie van Gent
D
Plakkaat van Verlatinge

Slide 16 - Quiz

Welke vragen heb je nog voor de toets?

Slide 17 - Open question