H1; Made in the Netherlands

1 / 40
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn de belangrijkste activiteiten waarmee Nederlanders hun geld verdienen?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

1

Slide 5 - Video

This item has no instructions

01:31
Hoeveel miljard euro exporteert Nederland?
A
70
B
80
C
90
D
100

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Video
- Noteer drie producten uit de landbouw die Nederland veel exporteert.
- Boer Claudia heeft alleen koeien. Welk begrip hoort daar bij?
- Veel werk op de landbouwbedrijven gaat met machines. Welk begrip hoort daar bij?
- Je ziet steeds grotere landbouwbedrijven. Welk begrip hoort daar bij?
- Waarom is een boer het belangrijkste beroep in de wereld volgens boer Harm?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

ASML
1. Waar in Nederland staat de fabriek van ASML? 
2. De reden dat die fabriek daar staat, heeft te maken met het begrip industriële inertie. Wat betekent dat? 
3. Wat zal dan een belangrijke vestigingsplaatsfactor zijn om toch daar in Nederland te blijven? 
4. Waarom zullen de machines en de chips die ze maken vaker met het vliegtuig gaan dan met een schip? 
5. Zou je bij ASML willen werken? Waarom?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

1. Met welk product is Unilever ooit begonnen?
2. En in welke stad? 
3. Waar zit het Nederlandse hoofdkantoor van Unilever nu? 
4. Waarom is het bedrijf verhuisd? 
5. Een andere vestigingsplaatsfactor is ‘lage belastingen over de winst’. Waarom is dat belangrijk voor het Unilever van vandaag? 
6. Unilever heeft vestigingen in meerdere landen. Welk begrip hoort hier bij?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Welke baan zou jij in de dienstensector willen doen? En waarom?

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

Gemeentehuis
Kroeg
Kledingwinkel
Pannenkoekenschip
School
Welke voorzieningen in de dienstensector heb jij afgelopen week bezocht?

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
- Je kiest een Nederlands "topbedrijf" uit één van de sectoren
- Je gaat een presentatie maken over het bedrijf
- Beschrijf: 
        - Wat doet je bedrijf?
        - Hoe is het begonnen?
        - Hoe is het groot geworden?
        - Waarom is het wereldwijd zo belangrijk?

- Verwerk de begrippen van §1 t/m §3 in je presentatie

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Slide 40 - Slide

This item has no instructions