Feit of Fabel: Als vrouwen hun plas kunnen inhouden kunnen ze dat ook met menstruatievloeistof.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 2 - Quiz
Feit of fabel: bij mannen komt de plas en de zaadlozing uit hetzelfde gaatje.
A
Feit
B
Fabel
Slide 3 - Quiz
Bij een natte droom plas je in je broek
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quiz
Feit of Fabel: Vrouwen kunnen niet plassen als ze een tampon in hebben.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quiz
Uit welke onderdelen bestaat sperma?
Slide 6 - Open question
Marco en Ellen kiezen voor een voorbehoedsmiddel waarbij een bevruchte eicel niet in het baarmoederslijmvlies kan gaan zitten. Welk voorbehoedsmiddel hebben ze gekozen?
A
condoom
B
pil
C
spiraaltje
D
Nuvaring
Slide 7 - Quiz
Bij Ellen is een eicel bevrucht. Waar in haar lichaam vond deze bevruchting plaats?
A
Baarmoeder
B
Eileider
C
Vagina
D
Penis
Slide 8 - Quiz
Spermacellen worden opgeslagen in de zaadballen.
A
waar
B
nietwaar
Slide 9 - Quiz
Eicellen blijven na de ovulatie zo’n 12 tot 24 uur in leven. Zaadcellen blijven na een zaadlozing zo’n 3 tot 4 dagen in leven in het lichaam van de vrouw. Hoeveel dagen in de maand kan een vrouw dan in principe niet zwanger raken
A
ongeveer 4 dagen
B
ongeveer 8 dagen
C
ongeveer 16 dagen
D
ongeveer 24 dagen
Slide 10 - Quiz
Welke van de volgende gebeurtenissen vindt plaats in de baarmoeder van een vrouw?
A
bevruchting
B
de eerste delingen van de bevruchte eicel
C
innesteling
D
ovulatie
Slide 11 - Quiz
Welke letter geeft het orgaan aan dat zaadcellen maakt?
A
Q
B
R
C
S
D
T
Slide 12 - Quiz
In de afbeelding zie je organen in het lichaam van een spin. De letter P geeft het orgaan aan waarin eicellen rijpen. Dit orgaan heeft dezelfde naam als bij mensen.
Slide 13 - Open question
Twee uitspraken over SOA's:
Kevin zegt dat je bij gebruik van de pil minder kans hebt om een SOA op te lopen. Chantal zegt dat je jarenlang een SOA kunt hebben zonder dat je klachten hebt, waardoor je deze onbewust kunt overdragen op je sex-partner.
Wie heeft gelijk?
A
Alleen Kevin
B
Alleen Chantal
C
Beide hebben gelijk
D
Beide ongelijk
Slide 14 - Quiz
Judith slikt de pil. Vindt er bij haar nog de ovulatie plaats? En menstruatie?
A
Wel ovulatie; wel menstruatie
B
Wel ovulatie; geen menstruatie
C
Geen ovulatie; wel menstruatie
D
Geen ovulatie; geen menstruatie
Slide 15 - Quiz
In de afbeelding zie je een tweeeiige tweeling
Twee uitspraken: Gert zegt dat deze tweeling altijd van hetzelfde geslacht moet zijn. Maaike zegt dat er slechts 1 zaadcel nodig is geweest voor de bevruchting. Wie heeft gelijk of ongelijk?
A
Alleen Gert
B
Alleen Maaike
C
Beide gelijk
D
Beide ongelijk
Slide 16 - Quiz
In de afbeelding zie je een doorsnede van het voortplantingsorgaan van de vrouw. Welke letter in de afbeelding geeft de plaats aan waar de anticonceptiering/ Nuva-ring zich bevindt als die op de juiste manier is ingebracht?
A
Q
B
R
C
S
Slide 17 - Quiz
Jongens erven vooral de eigenschappen van hun vader.
A
juist
B
onjuist
Slide 18 - Quiz
eisprong
menstruatie
rijpen eicel
Slide 19 - Drag question
Wat gebeurt er op dag 14 in de menstruatie cyclus?
A
Ongesteld zijn
B
Ovulatie
C
Innesteling
D
Menstruatie
Slide 20 - Quiz
Wanneer is een vrouw vruchtbaar?
A
Tijdens de menstruatie
B
Tijdens de ovulatie
C
Direct na de menstruatie
D
Vlak voor de menstruatie
Slide 21 - Quiz
Aids wordt veroorzaakt door?
A
Salmonela bacterie
B
HIV virus
C
Stafylococcen
D
HPV
Slide 22 - Quiz
Is de dwarsdoorsnede van een penis in erectie of van een penis in gewone toestand?
A
1 gewoon 2 erectie
B
1 erectie 2 gewoon
Slide 23 - Quiz
Wat wordt er met nummer 3 aangeduid?
A
Teelbal
B
Prostaat
C
Urineblaas
D
Zaadblaasje
Slide 24 - Quiz
Feit of Fabel: Gonorroe, Chlamydia, Syfilis worden veroorzaakt door een bacterie.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 25 - Quiz
Chlamydia is een:
A
Weinig voorkomende soa, veroorzaakt door een virus
B
Weinig voorkomende soa, veroorzaakt door een bacterie
C
Vaak voorkomende soa, veroorzaakt door een virus
D
Vaak voorkomende soa, veroorzaakt door een bacterie
Slide 26 - Quiz
Chlamydia is een SOA. Heb je bij Chlamydia altijd klachten?
A
Ja
B
Nee
Slide 27 - Quiz
Wat is de functie van de schaamlippen?
A
Zorgen dat de vulva zijn vorm krijgt
B
Zorgt voor bescherming
C
Zorgt voor bescherming en opwinding
D
Zorgt voor opwinding
Slide 28 - Quiz
Wat is de eikel van de penis?
A
Een bot
B
Een orgaan in de buik
C
Een spier
D
Een gevoelig stukje huid
Slide 29 - Quiz
AIDS is te genezen
A
ja
B
nee
Slide 30 - Quiz
Zaadleider
Prostaat
Bijbal
Urinebuis
Slide 31 - Drag question
Baarmoeder
Eileider
Eierstok
Vagina
Slide 32 - Drag question
Je kan een soa oplopen door te praten met iemand die een soa heeft.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 33 - Quiz
Welke soa wordt/welke soa's worden veroorzaakt door een virus?
A
Chlamydia
B
hiv
C
Herpes genitalis
D
Aids
Slide 34 - Quiz
Wat is een SOA?
A
Seksueel overdraagbare acties
B
een vorm van griep
C
seksueel overdraagbare aandoening
D
een vorm van verkoudheid
Slide 35 - Quiz
Welke soa wordt/welke soa's worden veroorzaakt door bacteriën?
A
Chlamydia
B
Hepatitis B
C
Herpes genitalis
D
HIV
Slide 36 - Quiz
Chlamydia is een SOA. Deze SOA komt ..... voor in Nederland
A
Veel
B
Weinig
C
Niet
Slide 37 - Quiz
heteroseksueel
homoseksueel
biseksueel
transgender
travestiet
transseksueel
iemand voelt zich tot beide geslachten aangetrokken
iemand voelt zich tot het eigen geslacht aangetrokken
iemand kleedt zich als iemand van het andere geslacht
lichaam medisch aanpassen
iemand voelt zich niet thuis in zijn/haar lichaam
iemand voelt zich tot het andere geslacht aangetrokken