Rekenen herhaling periode 2
1 / 29
Lesson duration is: 60 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Hoeveel uur zit er in een etmaal?
A
12 uur
B
24 uur
Slide 3 - Quiz
Hoeveel minuten zitten er in een uur?
A
60 minuten
B
100 minuten
Slide 4 - Quiz
Hoeveel seconden zitten er in een uur?
A
60x60=3600 sec
B
60 x 100 = 6000 sec
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Slide
De voetbalwedstrijd is om 18:00 uur gestart. Er zijn nu 90 minuten voorbij, hoe laat is het?
A
19:00 uur
B
19:15 uur
C
19:30 uur
D
19:90 uur
Slide 7 - Quiz
De voetbalwedstrijd is om 18:00 uur gestart. Er zijn nu 45 minuten voorbij, hoe laat is het?
A
18:00 uur
B
18:45 uur
C
19:15 uur
D
19:45 uur
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
Hoeveel cent is dit?
A
4 cent
B
300 cent
C
350 cent
D
400 cent
Slide 10 - Quiz
Een blikje red bull kost 1,19 euro. Hoe wordt dit bedrag afgerond als je contant betaalt in Nederland?
A
1,10
B
1,15
C
1,20
D
1,25
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Slide
Van welk figuur kan dit een aanzicht zijn?
A
Kegel
B
Balk
C
Kubus
D
Cilinder
Slide 13 - Quiz
Van welk figuur kan dit een aanzicht zijn?
A
Bol
B
Cilinder
C
Piramide
D
Balk
Slide 14 - Quiz
Hoe heet deze figuur?
A
Cirkel
B
Trapezium
C
Rechthoek
D
Vlieger
Slide 15 - Quiz
Hoe heet deze figuur?
A
Cirkel
B
Trapezium
C
Rechthoek
D
Vlieger
Slide 16 - Quiz
Hoe heet deze figuur?
A
Cirkel
B
Trapezium
C
Rechthoek
D
Vlieger
Slide 17 - Quiz
Hoe heet deze figuur?
A
Kegel
B
Piramide
C
Cilinder
D
Bol
Slide 18 - Quiz
Hoe heet deze figuur?
A
Kegel
B
Piramide
C
Cilinder
D
Bol
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
'Seconde' is een ...
A
Grootheid
B
Eenheid
Slide 22 - Quiz
'Temperatuur' is een ...
A
Grootheid
B
Eenheid
Slide 23 - Quiz
'Gewicht' is een ...
A
Grootheid
B
Eenheid
Slide 24 - Quiz
'Kilogram' is een ...
A
Grootheid
B
Eenheid
Slide 25 - Quiz
Slide 26 - Slide
1 kilometer =
A
10 meter
B
100 meter
C
1000 meter
D
10 000 meter
Slide 27 - Quiz
1000 gram =
A
100 kilogram
B
10 kilogram
C
1 kilogram
D
0,1 kilogram
