This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Laptops op tafel
Inloggen op LessonUp
Werkboeken op tafel
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Korte herhaling vorige les.
Bespreking huiswerk
Je kunt kenmerken van elektromagnetische straling beschrijven.
Je kunt de afgelegde afstand van elektromagnetische straling berekenen met behulp van de lichtsnelheid.
Slide 2 - Slide
Is zichtbaar licht ook straling?
Ja
Nee
Slide 3 - Poll
Wat is een spectrum?
A
Een prisma.
B
Een kunstmatige lichtbron.
C
Een reeks kleuren.
D
Een James Bond film.
Slide 4 - Quiz
Vraag 2 werkboek:
Wat gebeurt er in je telefoon als hij informatie naar een zendmast verzendt?
Wat gebeurt er in je telefoon als hij informatie ontvang van een zendmast?
Slide 5 - Slide
Wat voor soort straling hoort er bij een radiator van een cv?
Slide 6 - Open question
Eigenschappen van elektromagnetische straling
Golfbeweging 3D
Ook door vacuüm
Altijd de zelfde lichtsnelheid 3,0*10^8 m/s
Kleine golflengte
Slide 7 - Slide
Frequentie
Het aantal golven dat in
1 seconde voorbijkomt,
noem je de frequentie.
Slide 8 - Slide
Job veroorzaakt een golfbeweging in een springtouw door het ene uiteinde op en neer te bewegen. het andere uiteinde heeft hij aan een muur vastgemaakt. Wat is de frequentie?
Slide 9 - Open question
De totale lengte van Job zijn touw is 6 meter. Wat is de golflengte? (labda)
λ
Slide 10 - Open question
Slide 11 - Slide
Voorbeeld
Janneke stuurt een foto door haar vrienden. Het duurde 0,002 seconden voordat de radiosignalen de zendmast bereikte. Bereken hoe groot de afstand tussen Janneke en de zendmast was.
Slide 12 - Slide
De afstand zon-aarde = 149 597 870 700 meter. Bereken met de lichtsnelheid (c = 3,0*10^8 m/s) hoe lang zonlicht erover doet om bij ons te komen.
A
bijna 700 s
B
ruim 8 minuten
C
ruim 10 minuten
D
bijna 500 s
Slide 13 - Quiz
Hoeveel trillingen zie je?
2
1
3
Slide 14 - Drag question
Doorlaten
Absorberen
Reflecteren
Slide 15 - Drag question
H6§1 - 6 t/m 10
Je mag met je oortjes in werken.
Zelfstandig werken wordt gestimuleerd, op de toets moet je de vragen ook zelfstandig maken.