07 Hefbomen 2
1 / 35
Lesson duration is: 70 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
A
Hefboom A
B
Hefboom B
C
Hefboom C
D
geen van alle
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Wat is een hefboom?
A
Krachtverkleiner
B
Krachtversterker
Slide 23 - Quiz
Een hefboom heeft een punt
waar de hefboom om kan draaien.
Hoe heet dat punt?
waar de hefboom om kan draaien.
Hoe heet dat punt?
A
het middelpunt
B
het draaipunt
Slide 24 - Quiz
Slide 25 - Slide
Je kunt de krachten op een hefboom
uitrekenen met de hefboomregel.
Wat is waar over de werkarm en
de werkkracht bij werktuigen?
uitrekenen met de hefboomregel.
Wat is waar over de werkarm en
de werkkracht bij werktuigen?
A
de werkarm is klein en de werkkracht is klein.
B
De werkarm is klein en de werkkracht is groot.
C
de werkarm is groot en de werkkracht is klein.
D
de werkarm is groot en de werkkracht is groot.
Slide 26 - Quiz
Slide 27 - Slide
De knoflookpers werkt als een
dubbele hefboom. De kracht
op de knoflook is hoeveel keer
zo groot dan de spierkracht.
dubbele hefboom. De kracht
op de knoflook is hoeveel keer
zo groot dan de spierkracht.
A
4x zo groot
B
5x zo groot
C
3x zo groot
D
9x zo groot
Slide 28 - Quiz
Slide 29 - Slide
Wat voor soort hefboom is dit?
A
Een dubbele hefboom
B
Een enkele hefboom
